Muziek / Album

Vertrouwd en toch heel anders

recensie: Eefje de Visser – Nachtlicht

Eefje de Visser liet op Het is (2013) horen dat volwassen, internationaal georiënteerde indiepop ook heel goed Nederlandstalig kan zijn. Voor opvolger Nachtlicht geldt hetzelfde. Deze derde plaat klinkt tegelijkertijd heel vertrouwd en weer heel anders.

Nachtlicht ligt eerder in het verlengde van Het is dan in dat van debuut De koek. Net als Het is bestaat het muzikale palet uit elektronische, droom- en indiepop. Die elementen waren al op het debuut aanwezig, maar werden op de tweede plaat prominenter. Nachtlicht is een logisch verder vervolg: niet eerder golfden en borrelden de synthesizers zo prominent als op bijvoorbeeld ‘Scheef’ of ‘Staan’. De Vissers dromerige kant wordt ook uitgebouwd. De extravertere liedjes zijn erg atmosferisch; je hoort in de verte zelfs wat terug van De Vissers interesse in r&b-artiesten als The Weeknd en Frank Ocean. Daardoor voelt het album behalve herkenbaar toch ook anders aan; het volgt logisch uit de vorige platen, maar bevat genoeg nieuwe elementen en twists om absoluut niet als een herhalingsoefening te klinken.

Live-gevoel, maar dan anders

De koek was een vrij tekstrijke plaat; de bescheiden hit ‘Afdwaalt’ bijvoorbeeld viel op vanwege de flinke lap tekst. De teksten op Het is waren soberder geworden, en die ontwikkeling is doorgetrokken op Nachtlicht. Dat de album- en liedtitels allemaal één woord lang (of eigenlijk kort) zijn is al een goede indicatie. Tel daarbij op dat De Vissers stem minder prominent is geworden in het geluidsbeeld. De teksten worden hierdoor meer naar de achtergrond gedrongen. De muzikale nadruk op atmosfeer zorgt ervoor dat het album minder snel binnenkomt, maar na een paar keer luisteren ontvouwen de liedjes zich.

De drukkere nummers op Nachtlicht klinken als hoe De Visser live klinkt: dwingend ritmisch, stevig en zelfs dansbaar. ‘Jong’ moet wel een live-hoogtepunt gaan worden (en is op plaat ook meer dan overtuigend). Nog sterker dan op de vorige platen eist de instrumentatie de aandacht op. In ‘Mee’ bijvoorbeeld gaan elektronica en gitaar een duel om de aandacht aan (en de elektronica wint). Tegelijkertijd luistert de plaat niet als een soort veredelde liveregistratie. Vooral met koptelefoon op hoor je namelijk allerlei verschillende details en lagen in de muziek, waardoor het album óók als een studiocreatie aanvoelt.

Minder sprankelend
Tegenover al die extraversie staan een paar verstilde liedjes die uit niet veel meer dan stemmen, gitaar/piano en strijkers lijken te bestaan. Die afwisseling tussen bandgerichte en solo-achtige nummers voorkomt eenvormigheid, al pakken die laatste net iets minder uit. Ze zijn mooi, maar vallen ook minder op. Ook hier is het jammer dat de teksten je niet wat sterker de plaat in zuigen.

Nachtlicht valt uiteindelijk iets minder sterk uit dan De koek en Het is, omdat de nummers minder overtuigen als liedjes. De combinatie van knappe instrumentatie, interessante teksten, een goede dosis atmosfeer en uitstekende melodieën maakt Het is zo sterk. Op melodieus en tekstueel vlak sprankelt Nachtlicht toch wat minder. Maar De Visser heeft de lat zo hoog voor zichzelf gelegd dat het niet erg is dat ze er af en toe wat onder blijft. Want jeetje, ook deze derde plaat is weer van heel behoorlijk niveau.