Tofu in de vorm van een biefstuk
Het is gemakkelijk te denken dat dit een goede voorstelling is. En ikzelf had ook tot ongeveer twintig minuten in de voorstelling nog de illusie, de naïeve hoop bijna, getuige te gaan worden van iets bijzonders.
De voortekenen waren gunstig. Het onderwerp, de ondergang van de rijke telersfamilie Van Waveren uit de Bollenstreek, is een mooie kruisbestuiving tussen de thema’s van internationale familiedrama’s als (zeg) De Kersentuin en tegelijkertijd zo Nederlands als, het kan niet anders, een tulpenbol. Het mooie decor, deels opgebouwd uit overblijfselen van de vorige regies van Alize Zandwijk, torent als een imponerende gevangenismuur boven de acteurs uit. En de hoofdrolspeler, Sanne den Hartogh, speelt Guido van Waveren, de ongelukkige, gestoorde nazaat van de familie, met zoveel vertederend Hamletiaans onvermogen om de omringende krachten te kunnen doorzien, dat je eigenlijk niet snapt waarom ze niet gewoon de rest van de acteurs vrijaf hebben gegeven – ik kan me niet herinneren de afgelopen jaren een betere acteerprestatie te hebben gezien.
Te statisch
Maar als je wat kritischer kijkt, en over een voortstelling die rond de tweeënhalf uur duurt en geen pauze heeft ben je nu eenmaal kritischer dan wanneer er minder van de toeschouwers gevraagd wordt (was het niet Churchill die zei dat het brein niet meer in zich op kan nemen dan de billen kunnen verdragen?), blijkt al snel dat er grote bezwaren tegen de voorstelling gemaakt kunnen worden. De manier van vertellen, bijvoorbeeld. Al in de allereerste scènes wordt duidelijk gemaakt waarnaar je de hele avond gaat kijken. De voorstelling speelt zich af in het hoofd van Guido van Waveren, de emotionele erfgenaam van vier strijdende broers die na de dood van de pater familias in 1930 een internationaal bollenimperium te verdelen krijgt.
En vervolgens?
Goed, denk je als je een paar minuten hebt opgelet, ik heb het door, ik begrijp hoe het in elkaar steekt. Je nestelt je billen dieper in je stoel en wacht. En vervolgens? Helemaal niets, blijkt al snel. Alle dramatische gegevens zijn namelijk al verteld. Alle conflicten zijn al geanalyseerd voordat je ze op het toneel te zien krijgt. De vier broers die ten onder gaan nadat ze het juk van het familiebedrijf op zich nemen ken je in de laatste scène niet beter dan in de eerste. Er zit geen enkele ontwikkeling in de karakters, er gebeurt niets verrassend.
De theatrale “reis” waar een familiedrama als Van Waveren naar hoort te streven – de stuwende, onomkeerbare esculaap van plot en karakter – is van een amateuristische klungeligheid. Waarom zou je tweeënhalf uur willen staren naar iets dat al na het eerste kwartier haar verassingen kwijt is?
Regieloos
Wel wordt er niet een berg maar een heuse alp aan regietrucjes de kast uit gesleurd om schwung aan de voorstelling te geven: de acteurs “bevriezen” wanneer ze op de foto gezet worden, zodat Guido ze kan becommentariëren; ze dansen, klimmen, zakken door hun hoeven, schuifelen tergend traag voorbij op de achtergrond. Ze “spelen” zelfs slow motion. Het is nauwelijks overtuigend. Want wat wil dat nu eigenlijk zeggen, slow motion op het toneel? Dat de tijd “kneedbaar” is? Dat we diep weggestoken zitten in onze eigen fantasieën? Of heeft het alleen een esthetische functie?
Het lijkt me voornamelijk een trucje, afleiding terwijl je wordt opgelicht – zoals goochelaars die obstinaat met hun vingers knippen terwijl ze met hun andere hand snel een gemarkeerde speelkaart verstoppen.
Een interessant gegeven
Het is veelzeggend dat het persbericht eigenlijk interessanter is dan de voorstelling zelf. De voorstelling is gebaseerd op een doos audiobanden die de documentairemaker Wim van der Aar in 1996 bij toeval op een Amsterdamse markt aantrof. Op de banden bleken urenlange telefoongesprekken te staan die de paranoïde Guido van Waveren in het geheim opnam; uit de opnames kwam een intrigerend beeld van een getraumatiseerde familie boven, van een verstoorde moeder-zoonrelatie, en van een verzopen huwelijk dat ooit met schuchtere liefde begon.
Op het toneel wordt er niks meer aan toegevoegd. En daarmee was het toch een wat teleurstellende avond. Hoewel het er allemaal imposant uitziet – hoewel het allemaal leek op een ambitieuze toneelvoorstelling – bleek het eigenlijk gewoon nogal mat. Bleek het tofu in de vorm van een biefstuk.