Het koor dat geen koor wil zijn
Een grote rechthoekige vijver domineert het toneelbeeld van Tragedie van Toneelgroep Amsterdam. Het perfect gladde water weerspiegelt haarfijn de vijf mensen die aan een tafel zitten. Het is het koor dat heeft besloten niet meer de functie van het koor in een klassieke tragedie te willen vervullen. Waar ze in een tragedie normaal gezien de hoofdpersonen met raad en daad terzijde staan, heeft dit koor besloten ermee te stoppen en is het uiteengevallen in individuen. In plaats van in dienst te staan van het verhaal en de protagonisten, is het koor zelf de hoofdpersoon geworden.
Gekleed in de meest frivole kledingstukken duiken de koorleden in hun herinneringen, vertellen ze elkaar korte anekdotes, citeren ze krantenkoppen of dreunen ze delen van een gesprek op. Over een vis die moe van het leven is en op de bodem van een rivier passief wacht tot het voedsel komt aanzwemmen. Of over een hond die van driehoog zelfmoord zou hebben gepleegd. De hoofdrollen uit de tragedie, allen in dezelfde soort zwart/grijze kleding, komen af en toe in paniek voorbij gerend. Als ze aankloppen voor raad bij het koor krijgen ze onbegrijpelijk gebrabbel als antwoord of wordt hen meerstemmig duidelijk gemaakt dat het koor niets meer met hen te maken wil hebben. Een wanhopige protagonist doet tegen het eind van de voorstelling nog een poging het alwetende koor weer bij de les te krijgen. ‘Jullie weten wat er speelt’, roept hij nog. Dan slaat de twijfel bij sommige leden van het koor zichtbaar toe. Is het wel slim wat ze doen?
Onvoorbereid
De muzikale montagevoorstelling Tragedie is niet een stuk waar je onvoorbereid zomaar even naar toe kan. Het gaat uit van een grote mate van voorkennis over de theatergeschiedenis en zonder deze bagage is het bijna onmogelijk om betekenis te geven aan de voorstelling. Het wordt pas duidelijk dat dit een ‘omgekeerde’ tragedie is, als je weet wat een klassieke tragedie is.
De tekst- en zangfragmenten worden zonder verhaalcontext gebracht. Er lijkt geen verband tussen de verhaallijn en de gesproken of gezongen tekst. Nieuwsheadlines worden afgewisseld met een uitroep, dansje, zang of gekke geluiden van de koorleden. Pas na de voorstelling vallen dingen op zijn plaats: o ja, nu je het zegt, daarom begon zij steeds met zingen en werd ze tot de orde geroepen door het andere koorlid. Ze dreigde zich niet aan de afspraak te houden om de hoofdpersonen niet meer te woord te staan. Ah, en toen de koorleden riepen dat ze ‘het er samen over eens waren’, bedoelde ze dus dat ze de protagonisten niet meer gingen helpen.
Het grote associatieve karakter van de voorstelling maakt het op tekstueel gebied geen pretje om uit te zitten. Het decor van Marc Warning daarentegen weet wel te boeien. De vijver biedt een prachtig plaatje aan het begin van de voorstelling, de kleuren zijn helder en de ‘special effects’ imponerend. Een groot videoscherm laat een blik op de wereld, straatjes in Amsterdam, buiten het speelvlak zien.
De vijver weerspiegelt het verhaal van de voorstelling. Protagonisten brengen het wateroppervlakte in beweging door in de vijver te lopen; ze verstoren voor het koor de ideale situatie. Ballonnen verschijnen aan de oppervlakte en stijgen op en ontploffende bommen zorgen voor grote waterfonteinen. Als na verschillende ontploffingen een stortvloed van vuilnis van uit de nok de vijver in valt, is de chaos compleet. Wat in het begin een perfecte situatie leek, is veranderd in een complete puinzooi.
Waar er tekstueel gezien weinig aan Tragedie valt vast te knopen, oversimplificeert juist het decor. In het begin is alles netjes en stil en op het eind van de voorstelling, als de chaos compleet is, is het decor veranderd in een vuilnisbelt. Het laat weinig aan de fantasie over.
Onnavolgbaar
Niet alleen het imponerende decor, maar ook de acteurs Kitty Courbois, Jacob Derwig, Roeland Fernhout, Renée Fokker en Fred Goessens maken indruk. De spelers van Toneelgroep Amsterdam zetten een overtuigend koor neer. Onbegrijpelijke teksten en onnavolgbare verhaallijnen brengen ze stuk voor stuk in volle overtuiging. Het is duidelijk dat zij wel weten waar het stuk over gaat. Meesterlijk is het als het koor klinkt als twintig televisieprogramma’s die tegelijkertijd aan staan. De protagonist die zich dit op de hals heeft gehaald door zich naar hen toe te durven keren, druipt meteen af.
De vier beoogde hoofdrollen lijken zich geen raad te weten met hun marginale rollen. Ze rennen voorbij, gehaast en in paniek. Wellicht is het te wijten aan een gebrek aan speeltijd waarom bijna alle acties van deze protagonisten zich vertalen in pathetische gebaren.
De boodschap dat onverschilligheid en een gebrek aan betrokkenheid ervoor
zorgen dat de wereld vergaat, ligt wel heel duidelijk bovenop de voorstelling. Zonder woorden maakt het decor dit al duidelijk. Het idee van de voorstelling intrigeert, maar het had anders verteld moeten worden. Het is onduidelijk waarom Rijnders voor een montagevoorstelling heeft gekozen om dit verhaal te vertellen. Het voegt niets toe. Een kwestie van een goed verhaal, maar in de verkeerde vorm. Hoewel de voorstelling alleen al voor het decor de moeite waard van bezoeken is.
De voorstelling speelt nog tot en met 14 april 2007 in het Compagnietheater. Klik
hier voor meer informatie.