Theater / Voorstelling

De Groot staat op het punt zijn oude ik achter zich te laten

recensie: Rory de Groot - Zwarte voeten

Met Zwarte Voeten levert de Rotterdamse theatermaker Rory de Groot (1983) alweer zijn tweede solovoorstelling af in amper drie jaar tijd. Waar zijn eerste voortelling nog ging over zijn tijd als profvoetballer, waagt hij nu de stap naar een intellectuelere benadering van theatermaken. Het lukt hem aardig, al zit er meer in het vat.

~

Met een grote stapel boeken en een koffer komt De Groot wat onhandig het toneel opgestiefeld. Hij probeert het allemaal netjes neer te zetten, maar helaas: de boekenstapel dondert om en hij kan opnieuw beginnen. Voordat hij de boeken weer opstapelt, legt De Groot uit waarom hij hier vanavond is. Waarom hij hier staat als theatermaker en niet als profvoetballer. Aan de hand van het werk van de grote Franse schrijver Albert Camus (1913-1960) vertelt De Groot zijn persoonlijke levensverhaal, dat zich tot zijn eenentwintigste heeft gekenmerkt door het leven als profvoetballer. Ook Camus moest voortijdig stoppen met zijn carrière als getalenteerd keeper, maar besloot als schrijver alsnog de absolute top te halen. Met de Nobelprijs voor de Literatuur in 1957 bereikte de absurdist dan ook het absolute hoogtepunt, al moest hij drie jaar later het leven laten bij een auto-ongeluk.

Zoeken naar identiteit
Het zijn slechts enkele feiten die voorbij komen in het intelligent opgebouwde programma van de De Groot. Hij weet het bizarre leven van de filosoof te verweven met zijn eigen leven, door Camus’ standaardwerk De mythe van Sisyphus als rode draad in zijn voorstelling te gebruiken. Ook over de vorm is goed nagedacht: afwisselend stapt hij in en uit zijn personage, zodat de levens parallel lopen en de overeenkomsten hier en daar zichtbaar worden. Met een mooie intonatie en in volzinnen, gepaard met wat soepele passen over de vloer, weet De Groot de aandacht goed vast te houden. Daarom een plus voor de vorm en inhoud, deze zijn goed op elkaar afgestemd. Maar waar Camus in het schrijven zijn roeping heeft gevonden, is De Groot nog zoekende naar zijn stem met een nieuwe identiteit. En daar wringt hem de schoen.

~

Tussenstap
Zo erkent hij dat net zulke grote ambities en dromen heeft als theatermaker, maar dat zijn waslijst aan negatieve eigenschappen hem daar niet echt bij zullen helpen. Het siert De Groot dat hij zich zo kwetsbaar opstelt en het is daarmee verwarrend of hij nou als zichzelf op het podium staat, of als de theatermaker die zichzelf speelt. Het lijkt vooral op het eerste, aangezien hij nog regelmatig refereert aan zijn tijd bij Feyenoord. Aangezien hij dergelijke elementen al in zijn eerdere voorstelling heeft gebruikt, zou het De Groot sieren als hij dit in zijn volgende voorstelling weglaat en op zoek gaat naar een weliswaar persoonlijke en authentieke invalshoek, maar de gebaande paden links laat liggen. Het mag allemaal nog iets theatraler en iets minder autobiografisch, zodat de artistieke ontwikkeling niet stokt bij het vertellen van anekdotes over trainingsessies. Deze voorstelling zou daarom als tussenstap gezien kunnen worden, waarna De Groot in zijn derde voorstelling verdergaat met de existentialistische vraagstukken en daarmee wellicht zijn positie als theatermaker veiligstelt. De Groot krijgt daarom nu het voordeel van de twijfel met drie sterren, maar dan moet hij het wel laten zien. Nu kan het nog.