Ondertussen in de (toneel)wereld
In de maatschappelijk geëngageerde voorstelling Ondertussen in Casablanca wordt de toeschouwer overspoeld met beelden. Op de voorgrond proberen de acteurs de kijker in te palmen, maar slagen hier deels in. Dit toneelstuk kent een trage opbouw -het begin is buitengewoon oersaai- en verwordt langzaam tot een geëngageerd kunstwerk, waarin ruimte is voor humor.
Aan het eind van deze voorstelling, lopen de bezoekers tevreden naar buiten. Dat is opmerkelijk voor een toneelstuk met zo’n slaapverwekkende beginscène. Tegen een nietszeggende achtergrondfilm, snijden twee acteurs op de voorgrond grootse filosofische vraagstukken aan. Terwijl de toeschouwer op dat moment -bij wijze van spreken- nog maar net de juiste stoel heeft gevonden. Deze constructie werkt niet: de toeschouwer wordt op een ongemakkelijke manier de voorstelling ingetrokken. De spelers laten de kijker te lang in onwetendheid achter. Het begint wanneer de lichten aangaan en de spelers haastig door de zaal lopen, of beter gezegd: rennen. Er gebeurt zo veel en tegelijkertijd zó weinig. Werkelijk niets houdt de aandacht van de kijker vast. Een jonge knul in onderbroek die een massage krijgt van een geluidsman, moet de lachers op de hand krijgen. Deze poging faalt; de zaal blijft muisstil en raakt zelfs een tikkeltje gedesoriënteerd. Het begin is te rommelig en oninteressant. Het toneelstuk komt pas écht tot leven wanneer Jacqueline Blom het podium betreedt. Wat een actrice! Wat een ongeëvenaarde humor en passie waarmee zij haar rol vertolkt! Jammer genoeg laat haar entree lang op zich wachten en is het eerste gedeelte van het toneelstuk haast knullig te noemen.
Show ánd tell
Het Nationale Toneel onbeholpen noemen gaat wellicht te ver, maar niet alle acteurs spelen op het niveau dat je van ze verwacht. Jacqueline Blom en Hans Dagelet spelen in dit toneelstuk het acteurskoppel Alfred Lunt en Lynn Fontanne. Het echtpaar wordt thuis ondervraagd door een interviewster (Anniek Pheifer). Pheifer is naarstig op zoek naar antwoorden en onderbreekt daardoor, te pas en onpas, het verhaal van Lunt en Fontanne. Het geeft het gehele interview iets rommeligs, maar maakt het wel echt, alsof de toeschouwers daadwerkelijk in de woonkamer van Lunt en Fontanne zitten. Op humoristische wijze en met grootse gebaren vertelt het koppel over hun toneelervaringen. Het is aan beiden af te zien dat ze in de wieg zijn gelegd voor de theaterwereld. Hans Dagelet is zeer getalenteerd en acteert uitstekend, maar in gesprek met de overenthousiaste Pheifer, lijkt hij zich voornamelijk te beperken tot flauwe opmerkingen. De rol van Pheifer is bovendien té gestereotypeerd, onrealistisch en al snel ben je haar hysterische gekakel beu. Hoe anders is dat met Jacqueline Blom, die met haar robuuste stem een levendig relaas houdt over haar leven als actrice. Voor zowel Blom als Dagelet geldt “Show ánd tell’. Ze vertellen alle ins en outs van het theatervak, tegelijkertijd wordt op de achtergrond een scène uitgespeeld of een fragment geprojecteerd waar deze op van toepassing is. De koppeling tussen het vertelde en het getoonde, zorgt ervoor dat de toeschouwer steeds geboeid blijft.
Spel van afleiding
Niet alle scènes zijn een lust voor het oog en één scène spant de kroon qua ongemak, maar ik zal geen spoilers geven… Er is steeds een wisselwerking tussen het gebeurde en wat de acteurs zeggen en dat zorgt voor humoristische scènes. Ondertussen in Casablanca is bovendien een actueel toneelstuk. Zo is er een scène waarin de zoon van Lunt en Fontanne met zijn vrienden aan de Spaanse kust staat te golven. Het gaat allemaal niet zo ‘lekker’ en dat heeft een reden. ‘Ik word ook zo afgeleid door die vluchtelingen op dat hek!’ bromt een vriend van de zoon, terwijl hij de kraag van zijn poloshirt rechtop zet. Opvallend vaak worden er op de achtergrond deprimerende taferelen getoond: dood, verderf en chaos zijn aan de orde van de dag. Dit is dan ook de bedoeling van het toneelstuk: de egocentrische Lunt positioneert zich tegenover alle ellende in de wereld. Toch zijn er veel onverwachte wendingen. Zo wordt het publiek afgeleid door pornografisch schouwtoneel, zijn er plotselinge zoenpartijen en worden de spelers letterlijk deel van het decor. Hiermee krijgt het toneelgezelschap de lachers op de hand. Terwijl de acteurs over ditjes en datjes praten, vindt de ene na de andere catastrofe plaats in het land. De werkelijkheid is niet zo mooi als hij lijkt. Dát willen de spelers laten zien en die boodschap weten ze goed over te brengen. Iedereen heeft deel aan die succesvolle overdracht: op de drie hoofdrolspelers Dagelet, Blom en Pheifer na, hebben de andere spelers kleine rollen en vervullen deze met plezier.
Ondertussen in Casablanca is niet de meest intrigerende, mooie of beste voorstelling die het Nationale Toneel op de planken heeft gebracht, maar wellicht wel de meest actuele. Het idee om twee uitmuntende toneelspelers een evenzo succesvol acteursechtpaar te laten spelen, pakt goed uit. De knipoog naar de actualiteit en alle gruwelen in de wereld, zorgt ervoor dat het acteursinterview niet langdradig of saai wordt. Laten zien én vertellen, dat is de kracht van deze voorstelling.