Theater / Voorstelling

Hoe wraak tot wraak leidt

recensie: Nationale Toneel - Oresteia

Temidden van een groep in zwart geklede mensen staat een vrouw in een opvallend knalrood gewaad. Het lange blonde haar staat stijf breeduit. Haar gezicht is een grimas van vriendelijkheid, haar valse glimlach maakt een heks van haar. Deze knalrode heks is Klytemnestra. Ze is de vrouw van Agamemnon, koning van Argos. Tien jaar heeft Agamemnon erover gedaan om Troje te verslaan, en hij denkt thuis te komen feesten. Maar Klytemnestra is woest op haar man. Met haar valse glimlach lokt ze hem in de val, want zij broedt al tien jaar op wraak voor zijn moord op hun dochter.

~

In een topzwaar decor speelt het Nationale Toneel het Griekse drieluik Oresteia van Aischylos. De toeschouwers zitten aan vier kanten op hoge steigers rond het pikzwarte speelvlak. Een vierkant huis, vormen de steigers, en wij kijken vanaf de balkons uit op de binnenplaats beneden, waar het gekrakeel zich afspeelt. Alsof je neerkijkt op een arena, een boksring, een leeuwenkuil. Het gaat hier niet gezellig worden. Personages staan als kemphanen tegenover elkaar, bereid terug te meppen zodra de ander een klauw uitsteekt. Alles draait om macht, over wie de baas is. Maar de baas zijn betekent kwetsbaar zijn. Voor je het weet, vloeit je eigen bloed naar het afvoerputje in het midden van het speelvlak.

Stokoud verhaal

De Oresteia (458 voor Christus) is ongeveer het eerste echte toneelstuk dat ooit werd geschreven. En wat onmiddellijk opvalt aan dit stokoude verhaal: de mensen, volkeren, landen, naties zijn altijd al precies geweest zoals nu. Hebben jullie ons de vorige keer kwaad gedaan? Dan wachten wij het moment af waarop wij op onze beurt jullie de hersens kunnen inslaan. De Oresteia is het oervoorbeeld van hoe wraak leidt wraak leidt tot wraak enzovoort. Totdat er een keer een zinnig wezen aan te pas komt dat de cirkel doorbreekt en de strijdbijl begraaft.

Vermoedelijk is die herkenbaarheid van oude conflicten die nieuwe conflicten uitlokken de reden waarom regisseur Johan Doesburg nu met dit weerbarstige drieluik komt. In het eerste deel neemt Klytemnestra wraak op Agamemnon. In het tweede deel neemt haar zoon, Orestes, wraak op haar en haar medeplichtige minnaar Aigisthos. In het derde deel moet recht worden gesproken over de moeder-moordenaar Orestes: moet er weer bloed vloeien, of moet het een keer afgelopen zijn met de keten van conflicten?

Warmbloedig dier

~


De ellenlange tekst van Aischylos is weliswaar bewerkt en stevig ingekort door dramaturge Janine Brogt, maar dan nog is het verhaal vooral in het begin moeilijk te volgen voor wie niet thuis is in het oude Griekse verhaal (een korte uitleg van een deel van de Griekse geschiedenis die leidt tot het verhaal van Oresteia vind je onderaan de recensie). Vooral tijdens het eerste deel, de thuiskomst van Agamemnon, moet de toeschouwer met gespitste oren luisteren om helemaal te snappen wat hier nou gebeurt en waarom. Bovendien wordt de voorstelling nooit dichtbij, intiem. Geen van de personages is zo’n warmbloedig dier dat je echt met hem meevoelt of meelijdt. De afstand is groot, het probleem ver van je bed. Die binnenplaats waarop je vanaf je steiger neerkijkt op de rituele bewegingen is ook onmogelijk afstandelijk.

Vilein

~


Dus moet je het als toeschouwer over een andere boeg gooien. Niet proberen je te identificeren. Gewoon over je heen laten komen, niet tot zeven cijfers achter de komma willen snappen wat er gebeurt. Genieten van de prachtige vileine Marie-Louise Stheins als de verraderlijke koningin Klytemnestra. Die heeft groot gelijk dat ze kiest voor de liefde van de trouwe Aigisthos (Mark Rietman) in plaats van voor onderwerping aan de arrogante zelfingenomen Agamemnon (Hans Hoes). Zien hoe Orestes (Thomas de Bres) twijfelt of hij er wel goed aan doet zijn moeder te vermoorden. Ze is toch ook zijn moeder, al is het dan nog zo’n verraderlijk kreng, en al liegt ze als ze zegt dat ze er altijd voor haar zoontje is geweest. En in het laatste deel vallen alle onbegrijpelijke zaken min of meer op hun plaats, zodat de wijze les van Aischylos nog ongeveer aankomt ook.

Oresteia is dit seizoen te zien t/m 27 mei, alleen in de Lourdeskerk in Scheveningen. Klik hier voor de speellijst.

De Trojaanse oorlog

De ellende begint allemaal met het oordeel van Paris. Paris is een van de zoons van de koning van Troje. Leuke jongen, maar een beetje een niksnut, zoals dat wel vaker voorkomt onder prinsen. Min of meer voor de grap laat hij zich door Eris, de godin van de twist, verleiden tot een wedstrijdje. Hij mag uit drie godinnen kiezen welke hij de mooiste vindt: Hera, de vrouw van oppergod Zeus. Pallas Athena, de godin van de oorlog. En Aphrodite, de godin van de liefde. Aphrodite belooft aan Paris als cadeautje de prachtige Helena, wanneer hij voor haar zal kiezen.

Paris kiest Aphrodite. En hij krijgt Helena. Alleen is Helena behalve heel mooi ook heel getrouwd. Ze is de vrouw van Menelaos, koning van Sparta. Menalaos is de broer van Agamemnon, koning van Argos. En Paris neemt Helena mee naar huis, naar Troje.

Menelaos is heftig in zijn kuif gepikt. Hij roept Agamemnon te hulp, die moet meegaan om Helena terug te halen uit Troje. Met soldaten en al schepen Agamemnon en Menelaos zich in. Maar. Het wil maar niet waaien. Dus de broers kunnen niet uitvaren.

Dat komt door Artemis, de godin van de jacht. Artemis is namelijk kwaad op Agamemenon. Want Agamemnon heeft een favoriet hert van haar gedood. De godin is pas bereid de wind een duwtje te geven wanneer Agamemnon aan haar zijn oudste dochter, Iphigeneia, offert. Agamemnon weigert.

Maar als zijn verveelde soldaten bij de stilliggende schepen amok beginnen te maken, ziet Agamemnon zich toch gedwongen tot het offer.

Met een list haalt Agamemnon Iphigeneia weg bij zijn vrouw Klytemnestra en offert het meisje aan de godin van de jacht. De wind steekt op en ze varen naar Troje om de gaan vechten om Helena. Klytemnestra blijft woedend achter. Zo kwaad, dat ze tien jaar later nog altijd op wraak wil op haar man. Daarover gaat het eerste deel van Oresteia.

Het huis Atreus

Agamemnon en Menelaos zijn zoons van Atreus. Atreus heeft kolossale ruzie met zijn broer Thyestes. Op een dag lokt hij Thyestes in de val. Atreus doet alsof hij vrede wil sluiten met zijn broer, en biedt hem een feestmaal aan. Wat Atreus er niet bij vertelt, is dat hij voor dat feestmaal twee zoontjes van Thyestes heeft laten doden en in het eten laten verwerken. Hij geeft Thyestes dus zijn eigen kinderen te eten! De woede en wanhoop van Thyestes kennen geen grenzen als hij begrijpt wat er is gebeurd.

Thyestes heeft nog een derde zoon: Aigisthos. Deze Aigisthos wordt later de minnaar van Klytemnestra, de echtgenote van Agamemnon, wanneer Agamemnon in Troje zit. Vanwege zijn dode broers zint Aigisthos op wraak op de zoon van Atreus, zoals te zien in het tweede deel van Oresteia.