Tot hoever reiken de piketpaaltjes van Micha Wertheim?
Spelen met de verbeelding, daar houdt cabaretier Micha Wertheim van. Dit doet hij met verve, gezien de ervaring die hij heeft. Hij zit 10 jaar in het vak nu, tijd voor een klein jubileum dus. Gezien de titels van zijn programma’s heeft hij altijd voor anderen opgetreden. Daarom vond Micha het tijd om eindelijk eens een show voor zichzelf te maken. Goed idee? Hoewel er enkele geslaagde grappen tussen zitten en de spanning altijd aanwezig is, lijkt de chemie een beetje weg.
Goed om in het achterhoofd te houden: Wertheim schrijft zijn programma’s nooit op de lach. Zo zijn herinnering, betekenis en identiteit drie voorname thema’s in zijn nieuwste programma. Hoe herinneringen vervormd kunnen worden, bijvoorbeeld op de achterbank van de vakanties in de jeugd. Of hoe volwassenen een onschuldig dansje in de waterbak compleet verkeerd kunnen interpreteren. En hoe een begrip als ‘autonoom kunstenaar’ kant noch wal raakt, aangezien een kunstenaar bestaat bij gratie van het publiek en daar zijn identiteit aan ontleent. Allemaal prettige kronkels die meer verwarring zaaien dan helderheid scheppen, wat het literaire cabaret van Wertheim spannend maakt om naar te kijken. De intentie om uit te leggen hoe theater ‘werkt’, hoe fictie en realiteit soms dwars door elkaar lopen, is ook nu weer aanwezig. Zo heeft hij de techniek van het vertellen van verhalen en grappen geleerd van Herman Koch. Door geloofwaardigheid met ‘piketpaaltjes’ uit te zetten, gaan mensen vanzelf mee in het verhaal. Ondertussen breekt hij zijn decor af om zijn statement kracht bij te zetten: hoe minder beeld en hoe meer stiltes, hoe meer een beroep moet worden gedaan op de eigen verbeelding. Cabaret betekent voor Micha Wertheim ook: inspanning leveren. Gezien de schaarse lachmomenten vergt hij echter ook nu weer het uiterste van het publiek. Die gelaagdheid redt het programma nét.
Pauze
Toch is het niveau niet altijd even constant. Zo heeft hij speciaal een gedeelte ingeruimd voor taalgrappen met ‘Jan Lul’, dat net iets te lang duurt en ook wel erg flauw is. Ook een grap met een kankerpatiënt lijkt net iets teveel op het opzoeken van grenzen. Kom op Wertheim, je kunt beter. Al is zelfkritiek hem niet vreemd: hij erkent dat zijn hoogtepunt wellicht al geweest is. Net als zijn vader vraag hij zichzelf af: ‘en hoe denken jullie dat het verhaal verder gaat?’ Het antwoord luidt de wedervraag: misschien is het tijd voor een pauze?