Om te janken zo mooi
Het valt niet mee om een theaterconcert van zanger Maarten van Roozendaal in woorden te vatten. Zijn nieuwste show Barmhart is zo veelzijdig in muziek en tekst, dat het niet eenvoudig is de voorstelling in enkele zinnen te duiden. In ieder geval is Van Roozendaal een andere weg ingeslagen dan met zijn laatste programma Verzamelt werk van vorig jaar. Dat bestond uit een compilatie van zijn beste materiaal, terwijl in Barmhart voornamelijk nieuw werk van de zanger te horen is. Bovendien heeft Van Roozendaal in zijn nieuwste theaterprogramma muzikale versterking gekregen in de persoon van gitarist Marcel de Groot. Tezamen met oudgediende Egon Kracht op de contrabas zorgt het drietal voor een enerverende avond.
Vanaf het eerste moment word je meegezogen in het passionele optreden van het drietal. Met overtuiging en vooral vuur weten ze het publiek te ontroeren, aan het lachen te brengen en misschien vooral wel aan het denken te zetten. De manier waarop Van Roozendaal zijn voorstelling glans geeft doet je denken aan mensen als Jacques Brel – vooral als Van Roozendaal staande op het toneel met zijn lange armen staat te zwaaien en zijn mond volledig opentrekt – of Bram Vermeulen in de wijze waarop Van Roozendaal met een rauwe stem zijn emoties onder woorden brengt. Zijn muzikanten eisen ondertussen geen hoofdrol op, maar weten de prachtige nieuwe liederen van Maarten van Roozendaal het juiste cachet mee te geven. Het is – zoals de zanger-pianist het in één van zijn liederen bezingt – soms bijna “om te janken zo mooi”.
Barmhartigheid
De voorstelling Barmhart is opgebouwd rondom de zeven werken van Barmhartigheid, zoals die in de bijbel beschreven staan. “Laaf de dorstigen, spijs de hongerigen, verzorg de zieken, herberg de vreemdelingen, bezoek de gevangenen, kleed de naakten, begraaf de doden”. Van Roozendaal stelt hiermee in zijn programma een essentiële kwestie aan de kaak: hebben we in onze tijd en onze samenleving nog mededogen voor elkaar? Dit thema keert steeds op lichtvoetige wijze terug in zijn liederen. Zo maakt hij in een nummer de vergelijking tussen het idealistische van vroeger en het individualistische van nu, om vervolgens erin te berusten: “En nu haal ik mijn schouders op, ik zing mijn tijd wel uit.” Het zet je als publiek even aan het denken, net als bij de terugkerende vraag tussen de liederen door: “Heb ik jullie vanavond al verteld hoeveel ik van jullie hou?”
Veelzijdigheid
Het knappe van Van Roozendaal is dat hij zijn theaterconcert niet te zwaar maakt. Tussen de verwijzingen naar de zeven werken van Barmhartigheid door, weet de zanger opeens met een kwinkslag, een cynische opmerking of een dronkemanslied zijn show een andere wending te geven. Zo drijft hij tussen de liederen door de spot met religie: “Als je geen christen bent, dan heb je een prachtig leven” om uiteindelijk via het jodendom en de islam uit te komen bij zichzelf en met veel zelfspot concludeert: “Als je geen Maarten van Roozendaal bent, dan heb je een prachtig leven.”
En vervolgens weet de zanger je weer te ontroeren met een lied over het “te late einde” van een oude man en een oude vrouw of in het prachtige nummer over een jongen, die bij het sterfbed van zijn vader zit. Om nog maar niet te spreken over zijn loflied aan het leven met de woorden “Dit is mooi, het is om te janken zo mooi.” Het zijn prachtige teksten, die je keer op keer nog eens wilt horen. Om nog eens tot je vezels door te laten dringen.
Barmhart van Maarten van Roozendaal is in ieder geval nog tot en met 17 maart 2006 te zien. Een uitgebreide speellijst vind je op de site van Maarten van Roozendaal of de site van Kik Productions