Babylon: overrompelende spraakverwarring ondanks vormvulling
Wat had de wereld mooi kunnen zijn als God er niet een stokje voor had gestoken. Toen de Toren van Babel werd gebouwd was de hele aarde “één van taal en één van spraak”. Wat een eenvoud en begrip moet er in het oudtestamentische Babylon hebben geheerst. Maar helaas, Onze Lieve Heer vond het bouwen van een toren die tot de hemel zou reiken getuigen van hoogmoed. En voor straf verwarde hij de taal zodat de mensen elkaar niet meer konden verstaan en niet meer konden samenwerken.
Best een slimme zet, ware het niet dat de negatieve gevolgen ervan anno nu nog steeds merkbaar zijn. Het Zuidelijk Toneel geeft met de voorstelling Babylon, scènes uit een samenleving een actuele uitleg aan het begrip spraakverwarring. Wat gebeurt er als je contact wil maken maar elkaars taal niet spreekt? De vreemdelingenkwestie, bekeken vanuit uiterst persoonlijke standpunten.
Tot welke idiote, schrijnende, hilarische
en
absurde situaties kunnen taalbarrières leiden? Het Zuidelijk Toneel wilde dit onderzoeken en pakte het stevig aan. Regisseur Matthijs Rümke vroeg vijf theaterschrijvers met verschillende
achtergronden zich te verdiepen in menselijke (mis)communicatie. Acht acteurs van diverse pluimage vertolken de uiteenlopende personages. Zoals een godsdienstfanatieke Drentenaar die het liefst de hele dag in ’tongtaal’ spreekt. Door de confrontatie met een Turkse huishoudster komt hij tot het inzicht dat hij niet de enige is met bijzondere ideeën over het einde der tijden. Het is een treffende illustratie van verbondenheid in ondoorgrondelijke maar vergelijkbare denkbeelden. Een innemender personage is de Marokkaanse homoseksuele buurtkapper die door zijn klanten overspoeld wordt met vooroordelen. Wat betreft zijn seksualiteit en persoonlijkheid staat hij echter veel steviger in zijn schoenen dan veel van zijn benepen Hollandse klanten. Hilarisch is de scène waarin een stel hyperactieve Amerikaanse communicatieadviseurs aan een verbijsterde Nederlander uitlegt hoe je in de Verenigde Staten een koffie bestelt. De meest bizarre koffietermen vliegen je om de oren. En gênant is het om een groep nieuwe Nederlanders op taalles geconfronteerd te zien met de benepenheid van hun lerares.
Evenwicht
Behalve de acht acteurs zijn er ook nog eens acht ‘gewone mensen’ op de speelvloer aanwezig. Af en toe wordt één van hen door een acteur geïnterviewd. Ze hebben allemaal hun eigen ervaringen met het communiceren in een andere taal. Een Turkse die in een restaurant werkt vertelt dat ze een vrouw die de smerige handen van haar kind wilde wassen, daarvoor soep bracht in plaats van sop. Een Brabander vertelt hoe hij in het Westen altijd weer zijn best doet om zijn accent te verbergen. De verhalen leveren een mooi ongekunsteld en waarachtig contrast met de soms een tikkeltje geconstrueerde, geschreven scènes. Het verschil in podiumaanwezigheid van de acteurs en de niet-acteurs blijft tijdens de gehele voorstelling opmerkelijk. Soms werkt het goed. Dan worden de bizarre personages wat meer alledaags doordat er hele gewone mensen om hen heen zitten. Soms ook botst de theaterwereld te hard met de alledaagse werkelijkheid en dan delven de niet-acteurs al snel het onderspit. Een precair evenwicht, wat waarschijnlijk bij elke voorstelling opnieuw moet worden gezocht. Helemaal omdat een aantal van de niet-acteurs niet meer is dan beeldvulling. Op een zeker moment begint dat de toeschouwer te vervelen en, getuige de af en toe verslappende aandacht, ook henzelf.
Overrompelend
Er wordt gespeeld in een wit decor dat enigszins doet denken aan één van die betonnen sportveldjes in een achterstandsbuurt. Er hangt zelfs een basketbalkorf. De spelers zitten op witte poefjes, ze lopen wat en hangen wat rond. Af en toe verzamelt de groep zich om – als uit één mond – een paar zinnen te zeggen. Maar dit alles is te geforceerd in een beeld gegoten en komt daardoor meestal niet echt aan. Op een lichtkrant boven het speelveld verschijnen steeds weer andere oer-Hollandse spreekwoorden, zoals “Beter een goede buur dan een verre vriend” en “Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is”. Deze zinnen, overduidelijk bedoeld als commentaar op het gepresenteerde, doen wat overdreven aan en de inhoudelijke leegheid ervan overheerst.
Babylon, scènes uit een samenleving heeft dit soort vormvulling helemaal niet nodig. De intrigerende verhalen, al dan niet verzonnen, zijn treffend genoeg. En de bevlogenheid van de vertellers (acteur of niet) is steeds opnieuw overrompelend. Gelukkig dus dat de menselijke maat in de voorstelling steeds voorop staat. Wie door de vormtrucjes heen kan kijken, heeft met het stuk een pakkende theaterervaring. En komt tot de conclusie dat God met zijn spraakverwarring heel wat onnodige ellende heeft veroorzaakt.
Babylon, scènes uit een samenleving wordt nog gespeeld in Breda, Enschede en Heerlen. Klik hier voor de speeldata.