Kniertje jaagt haar zoons de dood in in klassieke Heijermans
.
Schilderij
Op hoop van zegen is geschreven in een tijd dat toneel levensecht, naturalistisch, moest zijn. Vissersweduwe Kniertje en haar entourage zaten vroeger op toneel in een realistische keuken met boerenbonte gordijntjes, waarin ze avond aan avond heuse aardappelen zaten te schillen. De zee was voor het publiek dichtbij. Arbeiders die het slachtoffer werden van een bedrijfsongeval waren aan de orde van de dag, evenals werkgevers die personeel zagen als betaalde slaven. In die tijd leven we niet meer.
Tijdloos
Nu er een eeuw overheen is gegaan, kun je de werkelijke waarde van het stuk zien. Een soort Nederlandse Tsjechov is het. Zoals de grote Rus, zo verdeelt ook Heijermans het perspectief in een somber verleden (Kniertje), een realistisch heden (Jo) en een hoopvolle verwachting voor de toekomst (Berend). Wanneer die toekomst met de verdrinkingsdood van Berend aan gruzelementen wordt geslagen, is de kans op verbetering van de situatie verkeken.
In Griekse tragedies doolt vaak een ‘ziener’ rond, een sombere toekomstvoorspeller. Zo kent Heijermans’ stuk het personage Simon, die waarschuwt voor het naderend onheil. Zowel tekst als thematiek van Op hoop van zegen blijken verrassend tijdloos. Juist door het archaïsche Nederlands is de – eigenlijk gedateerde – vissersproblematiek te verteren, zoals in een Griekse tragedie de Trojaanse oorlog er nu eenmaal bij hoort.
Je kunt voor het noodlot dat moeder Kniertje treft elke hedendaagse fatale gedachtengang invullen: moeders die hun zoons naar Irak laten gaan, of naar Afghanistan; islamitische moeders die hun kind offeren voor de goede zaak. De vis, de vrijheid van godsdienst, de democratie worden duur betaald. Met welke tijd of cultuur je de parallel ook trekt: wat rest zijn ouders wier toekomstperspectief ten onder is gegaan, samen met hun nakomelingen. Mensen betalen met het leven van hun kinderen voor de idealen waarin ze geloven.
Op hoop van zegen is te zien tot en met 2 april 2009.