Grootgrondbezitter groots ten onder in Kersentuin

Dochter Warja smijt met strandstoelen. Wat haar betreft is de mooie zomerdag verknald: moeder Ljoebow heeft net zomaar honderd roebel geschonken aan een zwerver terwijl de familie volkomen berooid is. Met hen gaat de legendarische kersentuin ten onder, het symbool van het traditionele, comfortabele leven. De toekomst is onzeker. Maar moeder wil daar niet aan, ze is zogezegd in staat van ontkenning. Ljoebov gedraagt zich in Tsjechovs De Kersentuin als een grande dame, een vrouw levend in luxe, omringd door lijfeigenen.
~
Het Nationale Toneel haalt coryfee Erik Vos in huis om De Kersentuin (1904) te regisseren. Het stuk wordt geregeld gespeeld, juist omdat het zo’n mooi symbolisch verhaal is over keerpunten in het leven. Ljoebov en haar familie nemen afscheid van hun grond; regisseur Vos laat het stuk dan ook spelen in een decor met de kleur van aarde, of liever: van gedroogde modder (ontwerp: Tom Schenk). Alles is in verval. Kapot, oud, stoffig, versleten. Vergane glorie alom.
Vaart
~
Het werk van Erik Vos komt eigenlijk beter tot zijn recht op de vlakke vloer dan op het hoge podium van een schouwburg. Zeker wanneer Vos in de speelstijl zoekt naar het burleske, het absurdistische, schept de hoge bühne een hinderlijke afstand tussen spelers en publiek. Leuker zou zijn op gelijke hoogte te zitten met de acteurs, dan om naar ze op te moeten kijken.
Lust
~
De Kersentuin is tot en met 13 februari 2010 op tournee. Kijk op www.nationaletoneel.nl voor meer informatie over deze voorstelling.