Hans van Manen Live bouwt met kracht op naar ontroering
Met 150 bekende en minder bekende balletten op zijn naam is Hans van Manen terecht een meester in moderne dans te noemen. Het Nationale Ballet koos vier pre-millenniumchoreografieën, stuk voor stuk krachtig maar slechts een fenomenaal.
Met de handen elegant achter de rug gevouwen betreedt de meesterchoreograaf het toneel om zijn applaus in ontvangst te nemen. Een wollen vest met heldere kleuren hangt vanavond gemoedelijk over zijn schouders. Het al luide geklap is plots oorverdovend. Het icoon, zo statig en trots op Erwin Olafs foto’s, is in het hier en nu fragiel en nederig. Maar achter het kleine ronde brilletje schuilt een mastermind met een innovatieve kijk op de academische dans. Het programma toont vier stukken die erg van elkaar verschillen, maar toch de lijn in Van Manens oeuvre goed weergeven.
Kalme start
Van het donkere ballet Metaforen uit 1965, waar de avond mee opent, gaat mijn dansante hart helaas niet sneller kloppen. De choreografie staat als een huis, is abstract, kalm en gecalculeerd. De symmetrie met lange lijnen en choreografische spiegelingen zorgt voor een mathematische elegantie, waar je blik helemaal in opgaat. De hypnose laat tegelijkertijd je focus tegelijkertijd verdwalen in de donkerte. Het ensemble en de paren zelf voelen daarnaast instabiel en pril. Het mannenduet mist volwassenheid, waardoor de befaamde schouderlift – wat onbedoeld een statement van homo-emancipatie werd – ietwat klungelig uitpakt.
Chemie in duetten
Tijdens Twilight uit 1972 heeft Anna Tsygankova de broek aan, dat is zeker. Op haar pumps trekt en stoot ze de gewillige Artur Shesterikov aan en af. De off beat muziek van John Cage, gespeeld door de op het toneel geplaatste pianist Robert Greuter, geeft de choreografie een vervreemdende laag. Het klassieke achterdoek hint juist weer naar klassiek ballet. Hoewel de intentie van het temperamentvolle duet wel degelijk naar voren komt, maakt de scheve verhouding tussen de gereserveerde Shersterikov en overdreven Tsygankova te veel kapot.
Waar de chemie tussen deze twee mist, is het tussen Igone de Jongh en Jozef Varga in Two Gold Variations niet te missen. Fascinerend is het spel tussen hen wanneer De Jongh zich in hoekige lijnen vurig tussen de armen van Varga beweegt. Two Gold Variations ging in 1999 in première bij het Nederlands Dans Theater I, maar wordt nu voor het eerst gedanst door het Nationale Ballet. Het duet wordt afgewisseld met een groepschoreografie. Deze geeft een overkill aan kleurrijk geklede dansers en bombastische muziek, die allemaal tegelijkertijd de aandacht opeisen. Vanuit de makers kant bekeken is dit weer fantastisch in elkaar gezet, inclusief vele kenmerkende Van Manenfrases, maar in de uitvoering mist het ensemble eenheid. Spijtig dat ik de uitvoering van het NDT I niet heb ervaren: een vergelijking in uitvoering was interessant geweest.
Ontroerende close-up
Tijdens Live begeleidt Van Manen de blik van de toeschouwer op een geraffineerde manier via videoprojectie van het ‘hier en nu’ naar het ‘daar en nu’ en het ‘daar en toen’. Waar de prima ballerina doorgaans op afstand van het publiek de illusie van magische wereld binnen het raamwerk van het toneelbeeld hoog houdt, wordt ze hier onder de loep genomen en door de lens van de camera in realtime menselijk gemaakt. De originele versie uit 1979 met Coleen Davis en Henny Jurriens maakte tijdens mijn studie op video al indruk. Ik kon er alleen maar van dromen dit destijds baanbrekende dansstuk ooit in het theater te mogen aanschouwen. Igone de Jongh, gezien als een van de muzen van Van Manen, is veruit de meest geschikte danseres voor een karakteristieke rol als dit. Onder begeleiding van muziek van Franz Liszt toont de camera de spierspanning en het zweet, die haar prachtig geaccentueerde bewegingen nog intenser en ontroerender maken. Marijn Rademaker, als de hunk die haar tracht te verleiden, houdt zich goed staande. Tijdens hun emotionele duet in de foyer houdt de zaal haar adem in. Alle elementen kloppen. Live is ontroerend en gewoonweg fenomenaal. Maar laten we niet vergeten dat de aanwezigheid van Henk van Dijk, die sinds de première in 1979 de rol van de cameraman vervult, minstens even indrukwekkend is. Met hem op het toneel brengt Hans van Manen ons tijdens Live ook even naar ‘hier en toen’.