Theater / Voorstelling

Bekrompen politici in spe

recensie: Young Ones II: Van de Frisse (Growing up in public)

Vijf studenten in een smerig huis: dat recept kennen we zo onderhand wel. Maar in Van de Frisse van regisseur Jeroen Kriek zijn de lapzwansen onze toekomstige politieke elite. En dat geeft deze puik geschreven corpsballenklucht een uiterst wrange bijsmaak.

In het drieluik Young Ones gaat Kriek in op de culturele botsingen binnen het nieuwe Europa. Met een internationale, jonge cast zet hij iedere keer een andere equivalent van de hedendaagse politiek neer. Hij gaat hierbij vooral in op de groepsmechanismen; net als politiek geen onbekend terrein voor de theatermakers van Growing up in Public. In de eerste, Duitstalige voorstelling Die jungen Leuten ging hij in op Weltschmerz, de Germaanse volksaard, idealisme en trots versus schaamte.

Van de Frisse betekent ‘proost’ in studententaal en het is de tweede voorstelling in deze serie van Kriek. Hij verplaatste voor dit stuk de bekrompen achterkamertjescultuur die hij in Den Haag – en Brussel, for that matter – meent te bespeuren, naar een corpshuis. Hier wonen de toekomstige ministers en spin doctors van ons land: het zijn studentjes die zich de denkwijze van Den Haag al volledig eigen hebben gemaakt. En dat is bij Kriek bepaald niet positief.

Clichés

~


De drie personages Lont, Hermans en Van Aartsen bewonen een smerig studentenhuis dat voldoet aan ieder cliché: versleten meubelen, stapels bierkratten en een portret van koningin Beatrix aan de muur. Het is een huis waar vrouwen ‘matras’ worden genoemd en na een neukpartijtje prompt de kelder in gegooid worden. Een huis waar de economische theorieën welig tieren, buitenlanders alleen getolereerd worden als ze de handen uit de mouwen steken en de koningin altijd onschendbaar dient te blijven.

Een verenigd Europa zal er wat deze jongens betreft nooit komen. Ieder vooroordeel over andere nationaliteiten wordt dankbaar in de praktijk gebracht. Als zich twee nieuwe huisgenoten aandienen, een Vlaming en een Duitser, krijgen zij zonder blikken of blozen de bijnamen Dutroux en Adolf toebedeeld. Voor buitenlanders geldt hier: aanpassen, integreren, en dan kunnen we het prima met elkaar vinden. Dus wordt ‘Mohammed van beneden’ midden in de nacht op condoomjacht gestuurd (“Dit is een 24-uurs economie, geen bergdorp”) voor een halve euro beloning en leren Dutroux en Adolf bij ieder nieuw biertje eerst op Beatrix te proosten.

Politiek gekonkel

~


Het is een prima keuze geweest het politieke gekonkel te verplaatsen naar een clubje corpsballen: er zijn weinig gemeenschappen in dit land waar de hiërarchie nog zo streng doorwerkt en waar zo oeverloos geouwehoerd wordt over de staat van dit land zonder dat het tot enige actie leidt. De jonge schrijver Enver Husicic heeft die wereld met zijn teksten zeer goed vormgegeven. De theorieën, de termen, het taalgebruik: dit zijn studenten. De acteurs, Nard Verdonschot als Hermans voorop, zorgen voor de rest.

Regisseur Kriek voorziet een weinig rooskleurige toekomst met deze bekrompen politici in spe. Van Aartsen, in huis gehaald vanwege zijn vermeende financiële kunde, laat de schatkist veel te makkelijk door zijn vingers glippen en wijst daarna mekkerend met zijn vingertje naar de rest. Lont’s vaderlandsliefde komt hem danig in de weg te zitten en lapzwans Hermans zwalkt overal gemoedelijk tussendoor. Al voor deze mannen hun studie bestuurskunde of economie hebben kunnen afmaken, blijkt dat hun levensvisie dit land niet omhoog zal helpen. Het is te hopen dat de zwartkijkerij van Kriek geen blik in de toekomst is.

Van de Frisse speelt nog tot en met 30 november. Klik hier voor meer informatie.