Intieme kloof
.
Over de spanning tussen Oost en West gaat Sawm, de vierde voorstelling in de Pax Islamicareeks van theatermaker Sabri Saad el Hamus. Maar vooral ook over de liefde en over de diepe kloven die liefde kan overbruggen. De reeks van El Hamus is gegrond op de vijf zuilen van de Islam, de kernwaarden van dat geloof. Elke aflevering is losjes gebaseerd op een van de zuilen. In de vorige afleveringen liet El Hamus al zien subtiel en intelligent te spelen met spanningen, vooroordelen, vragen en culturele identiteiten die samenhangen met hoe we in het Westen tegen de Islam aankijken (en hoe er vandaar naar ons wordt gekeken). Ook in Sawm (het vasten, het houden van de Ramadan) lukt hem dat weer, deze keer in samenwerking met Sarah Moeremans.
Gabriël/Jibrail
In een tent bevinden we ons deze keer. Met de schoenen uit zitten we in een soort bedoeïenentent, rondom het kleine speelvlak. Met onze neus zitten we bovenop de twee geliefden, de Vlaamse Sarah en de Egyptische Sabri, die net nog gezamenlijk soep stonden te koken, maar dankzij een opvliegend Marokkaantje in een gesprek zijn beland over of Allah echt de schuld is van alles (‘Geert Wilders, da’s de schuld van Allah’), over hoe je moet bidden, over of een moslimmeisje ook Omar mag heten. Maar Sarah is niet alleen wantrouwig, maar vooral ook nieuwsgierig naar het geloof van haar geliefde, die haar geduldig en liefdevol vertelt van de ‘Lailat-ul-Qadr’, de nacht waarop de engel Jibrail (‘Gabriël. Jullie noemen heb Jibrail, maar hij heet gewoon Gabriël.’) aan Mohammed voor het eerst Allah’s openbaringen overbracht. Maar die ook, als hij Sarah wil voordoen hoe je moet bidden, afgeleid wordt door het geestesbeeld van haar vibrator-met-clitorisarmpje.Naast een tweegesprek over geloof, is Sawm vooral ook een klein liefdesdrama van twee geliefden die de balans opmaken over hoe ze tegenover elkaar staan. Maar die vanuit dat persoonlijke juist ook vragen stellen over de eventuele onverenigbare kloof tussen verschillende culturen. Maar omdat het privéconflict, het persoonlijke en niet het politieke het uitgangspunt is, overstijgt Sawm cliché en gemeenplaats en laat het zien dat dergelijke politieke discussies over mensen gaan. Het klinkt absurd als Sarah zegt dat Sabri zich als moslim moet verontschuldigen voor dat Marokkaantje. Maar in de politieke arena worden die eisen wel gesteld. Het grote verschil met de maatschappelijke discussie is vooral dat Sarah haar vragen stelt uit liefde en nieuwsgierigheid, in plaats van uit wantrouwen. Hoewel ze het ook niet helemaal vertrouwt dat Sabri ineens een gebedskleedje heeft. Maar het tegelijkertijd ook niet goed vindt dat hij zijn vasten verbreekt.
Bedoeïenentent
Dat Sawm het politieke zo persoonlijk en ontroerend klein maakt, komt vooral ook door de innemende spelers Sabri Saad el Hamus en Sarah Moeremans. Ze schakelen moeiteloos tussen een weergaloos poëtische monoloog over hoe de liefde uiteindelijk zwaar wordt door de dagelijkse beslommeringen en een wervelende pas de deux die Arabische dans, paaldansen, stijldansen en swing met elkaar combineert. Daarbij zijn ze volstrekt geloofwaardig als geliefden en met hun lichte, humoristische spel dat dicht tegen henzelf aanhangt, creëren ze in de tent een intieme sfeer, waardoor het publiek aan hun lippen hangt.
Die tent is een briljante keuze, al werd die ook ingegeven door het feit dat Sawm op verschillende festivals speelde. Niet alleen zorgt een bedoeïenentent ervoor dat je als toeschouwer met allerlei al dan niet onbewuste vooroordelen de voorstelling ingaat (die dan weer onschadelijk kunnen worden gemaakt), het maakt de voorstelling bovendien intiem en persoonlijk. Als deze voorstelling op een podium had gestaan, was die automatisch meer politiek en actueel geworden (‘kijk, we gaan het nu over actuele problemen hebben’). Maar de kracht van Sawm is nu juist dat de voorstelling vooral gaat over de liefde. En daarna pas over bidkleedjes en de Ramadan.