Boeken / Non-fictie

De Tachtigers – Komt zo’n revolutie ooit nog?

recensie: Bart Slijper - Hemelbestormers. De revolutie van de Tachtigers
tachtigers_joseph-mesurrun-de-mesquita

Voor het eerst is vanuit een vogelperspectief de literaire omwenteling in kaart gebracht die de Tachtigers eind 19e eeuw teweegbrachten. Prettig is dat Bart Slijper, eerder biograaf van J.C. Bloem en Willem Kloos, zijn greep op de Hemelbestormers overzichtelijk houdt en een allesbehalve academische toon aanslaat.

De titel Hemelbestormers duidt op het rumoer van alle actie, maar niet minder op hun afkeer van de brave poëzie die al veel te lang in de 19e eeuw de toon zette. Ook zinspeelt het op een gerichtheid op het persoonlijke gevoelsleven. Slijper’s motivatie voor zijn boek lijkt voor een goed deel voort te komen uit zijn oprechte verbazing over het ontstaan en verloop van die hemelbestorming door ruim twintig jongens van rond de twintig die elkaar voornamelijk in Amsterdam gevonden hadden. Zo’n gebeurtenis deed zich na de Tweede Wereldoorlog ook voor met de Vijftigers: zíj braken met de vooroorlogse behoudzucht met ontregelend verbaal en non-verbaal gedrag. Dat was in zijn soort mogelijk de laatste literatuurrevolutie.

Nieuwe woorden nodig

De overkoepelende verhalen van Slijper geven een groepsportret van de nieuwe dichters en, hoewel in mindere mate, van de nieuwe schilders, al liepen er aardig wat dubbeltalenten rond. In Frankrijk, Engeland en Duitsland was er al een doorbraak in de romantiek geweest, waarvan de jongelingen van Tachtig goed kennis hadden genomen. Kloos was dol op Shelley, Lodewijk van Deyssel op Zola – ieder had zo zijn inspirerende favorieten. Voor hun ‘nog onontgonnen gewaarwordingen,’ zo schrijft Slijper, ‘waren nieuwe ritmen, nieuwe zinnen, zelfs nieuwe woorden nodig. Niet voor niets duurde het jarenlang voordat de rest van het land er veel van begreep.’

Slijper laat genoeg voorbeelden van de nieuwe poëzie passeren om er een helder beeld van te krijgen, al is de betrekkelijke gezwollenheid van het Nederlands even wennen, een relict nog van de romantiek. Verbazingwekkend is het enorme verschil met de traditionele domineespoëzie waarmee gebroken werd. De Tachtigers zelf stonden op hun beurt versteld van de eenvoudiger gedichten van sensitivist Herman Gorter. Voor Slijper is hij de kers op de taart van het Tachtiger groepsportret dat twaalf jaar heeft bestreken.

Perk als heraut

Jacques Perk stierf jong aan tbc (1881) en heeft zich er niet bewust van kunnen zijn dat hij de heraut van een beweging was. Zo’n jaar na zijn dood plaatste Kloos de poëzie van zijn vriend voor het volle voetlicht. Tegelijk wees hij het oude geluid zo hartgrondig af dat de respectieve partijen flink tegen elkaar tekeergingen. In het gedicht ‘Aan de sonnetten’ van Perk staat glashelder, hoewel wat cryptisch, wat nieuw is. Het begrip ‘liefde’ ontstijgt de poëzie waar het erom gaat zich überhaupt in ware vrijheid en in vrije taal persoonlijk te kunnen uiten.

Jongensboek

Hemelbestormers leest bijna als een spannend jongensboek – jongens waren het ook, maar wel bijzondere. Het zou jammer zijn als alleen gevorderden in de literatuurgeschiedenis dit magnum opus van Bart Slijper zouden lezen.