Sprakeloos van rouw
Ergens halverwege Orchestra Soledad kun je bijna niet meer tegen het zoemende geluid van een binnenkomend telefoontje: dat geluid symboliseert het slechtnieuwsgesprek met de dokter. Christiaan krijgt te horen dat hij ten dode is opgeschreven. In deze bijzondere montagevoorstelling van Orkater wordt het zoemende telefoontje, het doodvonnis, keer op keer herhaald.
Wanneer de voorstelling begint is koorleider Christiaan overleden, al is zijn ‘geest’ constant aanwezig. Zijn geliefde, Merle, wordt verteerd door rouw. De wanhopig stamelende vrouw is opgenomen in een inrichting. Ze zit op het ene uiterste van de bank, haar psychiater op het andere uiterste.
Rouw
Hoe ziet zeer zware rouw eruit? Als een psychische aandoening, als gekte, als een lichamelijke ziekte? In Orchestra Soledad leidt rouw tot een soort ernstige, depressieve waanzin. De rouwende patiënt hoort stemmen, stamelt. Ze noemen het een ‘dissociatieve stoornis’.
Het sterkste beeld in de voorstelling is dat waarin Merle op de bank ligt, terwijl het vijfkoppige koor van Christiaan over de rugleuning hangt en tegen haar aan tatert, een kakofonie van gekte over haar heen schreeuwend.
Spelbreker
Schrijver Ludwig Bindervoet en regisseur Mattias Van den Vijver maken van Orchestra Soledad geen lineair verteld verhaal. De handeling springt van de vrouw (Lotte Driessens) in de inrichting naar de overleden man (Reinout Scholten van Aschat). Wat je ziet, zijn haar herinneringen aan hem. Alle gebeurtenissen zijn door elkaar heen gemonteerd, met als spelbreker steeds die zoemende telefoon met de onheilstijding.
Opvallend is dat de hoofdhandeling niet ligt bij de levende vrouw, maar bij haar beeld van de overleden geliefde. Zijn bestaan cirkelt om twee elektrische piano’s annex orgels waarop hij onder andere Bach speelt, en om zijn koor.
Het koor onderbreekt de handeling steeds voor een soort theeritueel, met kopjes en theezakjes. Aan die theezakjes hangen tekstlabeltjes met raadselachtige wijsheden. Die teksten doen denken aan het quasi-diepzinnige gebazel dat ernstig zieken gedurig te horen krijgen, bij wijze van hart onder de riem.
Psychische problemen
Auteur Bindervoet haalt zijn inspiratie uit persoonlijke ervaringen met groot leed en de psychische problemen die daaruit kunnen voorkomen. Hij vraagt aandacht voor en empathie met mensen met psychische problemen, voor mensen die het verschil niet meer kunnen zien tussen wat verbeelding is en wat echt.
Jammer is dat expliciet is gekozen voor fragmentarische, gestamelde teksten. Vrijwel geen zin wordt afgemaakt. De belangrijkste coherente tekst is die waarin een van de koorleden een betoog houdt tégen de EU; geen idee wat dat verhaal in deze voorstelling doet. En er is een tirade van de vrouw tegen haar psychiater, die ze beschuldigt van woke-zijn en het maar makkelijk hebben in een comfortabel leven. Voor het overige bestaat de tekst vrijwel helemaal uit onafgemaakte zinnen. Daarmee zet Bindervoet eerder een sfeer neer dan een helder verhaal.
Fraai decor
Regisseur Van den Vijver gunt Lotte Driessen erg weinig ruimte voor expressie. Merle is sprakeloos van rouw, in zichzelf gekeerd. Driessen zit en ligt daarom veel, zelfs met gesloten ogen. Haar spel wordt daardoor onvermijdelijk statisch. Scholten van Aschat contrasteert door met juist veel expressie de bevlogen kunstenaar neer te zetten, die zijn passie probeert over te brengen op zijn koor. Dat koor bestaat uit vijf stagiaires (Sem Abelskamp, Lara Bakker, Shanaya Dap, Serah Doku Meijboom, Django Gantz) van drie toneelscholen. Serah Doku Meijboom valt in dat gezelschap op door haar uitstekende zangstem.
Het fraaie decor (Lisanne Bovée) is enerzijds uitbundig, anderzijds eenvoudig. De instrumenten van de man staan in een hoge, opengewerkte constructie die je kunt begrijpen als een kerkorgel, maar ook als een ziekenhuisbed, of als een opengeklapte doodskist. De rechtopstaande constructie is volgepropt met gedecoreerde kussens. De omgeving van de getroebleerde vrouw is juist zover uitgekleed dat alleen een kale bank rest.
Waagstuk
Het is bewonderenswaardig een voorstelling te maken over waanzinnige rouw en psychische problemen. Het ontbreekt de spelers alleen echt aan woorden om de moeilijkheden uit te drukken, we moeten het helemaal hebben van indrukken en sfeer. Dat laat voor de toeschouwers wel erg veel in te vullen over.
Tekst: Ludwig Bindervoet
Regie: Matthias Van de Vijver
Spel: Reinout Scholten van Aschat, Lotte Driessen, Sem Abelskamp, Lara Bakker, Shanaya Dap, Serah Doku Meijboom, Django Gantz
Compositie: Reinout Scholten van Aschat
Decor en kostuums: Lisanne Bovée
Fotografie: Bas de Brouwer