Soundscapes Jambinai overstijgen kleine zaal Paradiso
Na Den Haag en Groningen eerder dit jaar doen de Koreanen van Jambinai in de kleine zaal van Paradiso voor de derde maal Nederland aan. Volgende maand speelt de band nog op het Valkhof Festival en afgelopen week konden de bandleden ook trots hun tweede album A Hermitage presenteren.
De zinderende recensies van voorgaande concerten wekken een zekere interesse voor deze band op. De unieke mix van traditionele Koreaanse instrumenten en westerse elementen uit de avant-garde levert bijzondere klanken op en trekt een divers publiek aan. Terwijl de muziek van Sunn O))) in de grote zaal beneden door de enorme hoeveelheid versterkers doordreunt met eentonige drones, draait het bij Jambinai juist om de gelaagdheid en dynamiek van muzikale elementen. Naarmate de set langer duurt lopen steeds meer fans binnen, tot de zaal uiteindelijk helemaal gevuld is.
Spectaculaire opbouw van muzikale lagen
Het concentratieniveau van de Koreanen is net zo opzienbarend als het instrumentarium. Alle bandleden spelen zittend, op wat aankondigingen van bandleider Lee Il-woo op gitaar na. Ook speelt hij staand op de piri (soort hobo) in het openingsnummer ‘Deus Benedicat Tini’, wat uitmondt in een grote muzikale waas van klanken en invloeden van grindcore. De focus op de muzikale opbouw is van de gezichten af te lezen tijdens de grote improvisatorische muzikale lijnen. Door het scala aan instrumenten zijn extra effecten haast overbodig. De haegum (tweesnarige, langwerpige viool) heeft van zichzelf al een grillig geluid en in combinatie met de constant herhaalde ritmische motieven, lijkt het optreden daarom uit een grote trance te bestaan. Het publiek wil maar al te graag enthousiast mee in deze wonderlijke soundscapes.
Alleen het looppedaal is een onmisbaar technisch element in de totstandkoming van de muzikale gelaagdheid. ‘For Everything That You Lost’ is hier een goed voorbeeld van, waarbij de elektrische gitaar de eerste laag zet door dezelfde vier tonen te herhalen. Later volgt het gezang van de haegum, de oosterse ritmes van de geomungo (mix van citer en luit) en het gebral op de piri. Het lied wordt steeds verder dynamisch opgebouwd en het geheel wordt tot slot opgedreven door de ritmes in de basgitaar en de drums. Dat geldt ook voor het middengedeelte van ‘Echo of Creation’, waar zelfs nog een klokkenspel en zachte melodische zanglijnen aan het klankspectrum toegevoegd worden.
Onuitputtelijk enthousiasme
Het enthousiasme van Jambinai is zelfs bij een kleine gelegenheid als in de bovenzaal van Paradiso onuitputtelijk. Onvermoeid en vol overgave brengt de band het energieke ‘Time of Extinction’ en de single van het tweede album, ‘They Keep Silence’. Het zijn twee nummers die zwaar gedreven worden door ostinastische figuurtjes van de geomungo en dynamische afwisselingen van opzwepende klanken van de overige instrumenten. Hoewel de muziek op het album wellicht niet voor iedereen even toegankelijk is, brengt de band een stevig live-optreden. De visuele elementen en bewegingen van de bandleden ondersteunen de spectaculaire totstandkoming van de muziek alleen nog maar meer. Het bereik van Koreaanse muziek mag dan nog wel klein zijn in Nederland, deze unieke versmelting van muzikale werelden is een aanrader voor iedere avontuurlijke muziekliefhebber.