Diepzinnige interpretatie van mythologisch driehoeksdrama
Een metershoog zwart vierkant domineert het decor van de nieuwe productie van Tristan und Isolde. Wie wel eens in het Stedelijk Museum Amsterdam komt, herkent direct het raadselachtige kunstwerk van de Russische schilder Malevitsch. Suprematisme, noemde hij zijn geometrische figuren. Suprematisme? Voor gewone stervelingen misschien ‘dat wat het dagelijks leven totaal overstijgt’.
Compromisloze muziek
Een simpel verhaal uit de Middeleeuwen over een tragische driehoeksrelatie werd door Richard Wagner ter hand genomen om zijn hoogstpersoonlijke muzikale verhaal te vertellen. Hij deed dat compromisloos en verbazend modern – in 1865, het jaar waarin Tristan und Isolde in première ging, was opera nog volop entertainment voor de elite. Dat kun je in deze mooie, voor het publiek veeleisende productie vergeten. Vier uur lang komt de uitwerking van de oerthema’s uit de ouverture als één lange kreet op de toeschouwer af. Het Nederlands Philharmonisch Orkest weet onder de rustige leiding van Marc Albrecht de spanningsboog bijna onafgebroken vast te houden. Regisseur Pierre Audi, bekend van zijn ‘Amsterdamse Ring des Nibelungen’ kon beschikken over zangers van topniveau.
Rendez-vous van eenzame individuen
Ricarda Merbeth, Stephen Gould en Günther Groissböck, respectievelijk als de drie hoofdpersonen Isolde, Tristan en Koning Marke worden door Audi neergezet als eenzame individuen. Soms verward, soms heftig en altijd bezeten van een onvervulbaar verlangen. De zangpartijen zijn meedogenloos moeilijk. Er is nauwelijks een verhaal, zelfs het kernthema ‘gepassioneerde verliefdheid’ is door Audi teruggebracht tot een bezeten hunker naar datgene wat in deze wereld onmogelijk te bereiken is. Daarmee belicht hij het spirituele aspect van de partituur,.
Het is een volstrekt overtuigende interpretatie, ondanks liefdesdrank, geheime rendez-vous en dodelijke gevechten. De tweede acte, de beroemde ‘liefdesnacht’ is bijna schokkend geregisseerd. De geliefden raken elkaar niet aan en bevinden zich meestal op enige meters afstand van elkaar onder het zingen van hun extatische monologen.
Uitgeklede enscenering
De beroemde klimmende sext aan het begin – een klagende schreeuw – gevolgd door de chromatische afdaling in het ‘Tristan-akkoord’ is door Wagner bijna tot in het oneindige uitgewerkt. Als je weet dat deze eerste maten een existentiële zucht vanuit onze diepste verlangens betekenen is ook duidelijk waarom en hoe de muziek telkens het antwoord geeft op de vragen die de protagonisten elkaar stellen.
We weten niet hoe Het zit. Vraag maar, het gaat misschien om sterven en dood, om het Niets, en om de ultieme Verlossing. Richard Wagner was niet bang voor grote woorden.
Het decor is dienovereenkomstig sober en verwijst naar een mythologische oertijd. Grote, donkere panelen die langzaam bewegen – schepen, zeilen? Enorme omhoog stekende ribben van wit skeletachtig materiaal – resten van dode zeemonsters, fallussymbolen? Glimmende zwarte keien en een wrakke hut – dat moet in de slotacte de burcht van Tristan voorstellen.
Het orkest draagt evenzeer de voorstelling. Zonder een moment in de pompeuze, karikaturale Wagner-interpretatie te vervallen leidt Albrecht de voortreffelijk spelende musici in een stuwend tempo naar Isoldes Liebestod – de geliefden sterven niet samen, zoals je zou verwachten, maar ieder apart.