Boeken / Fictie

Burn-out? Nee, een blow-up!

recensie: De burn-out van Sophie Kinsella
strandhuisjesPexels

Het is meer dan terecht dat collega-schrijver Jojo Moyes de titel ‘de koningin der romcoms’ toekent aan auteur Sophie Kinsella. Kinsella (54), bij wie deze maand hersenkanker werd vastgesteld, is echt ongeëvenaard goed in het combineren van een flinke dosis humor met onbeholpen personages. Haar nieuwste roman De burn-out is een boek dat je buikspieren keihard aan het werk zet, maar ook op een mooie manier laat reflecteren op wat er écht toedoet in het leven. Bereid je voor op een lach en een traan, en vooral op een verhaal vol innemende karakters.

Liever een non

Een hoge werkdruk, een verlaagd (lees: non-existent) libido en een totaal gebrek aan sociaal contact. Zomaar een greep uit de problemen waar het hoofdpersonage van De burn-out, de drieëndertigjarige Sasha, mee worstelt. Dolblij was ze toen ze aan de slag kon bij de nieuwe populaire start-up van Lev. Laatstgenoemde is een hip genie met iets te weinig aandacht voor zijn werknemers, die de leiding over het bedrijf aan zijn broer Asher overlaat. Hoe hoger het werk zich opstapelt, hoe dieper Sasha wegzinkt in een dal. Echt ‘vreugdevol werken’ doet ze allang niet meer en dat wordt haar niet in dank afgenomen. Als de zoveelste collega ontslag neemt en extra werk op Sasha’s bordje schuift, trekt ze het letterlijk niet meer. Ze ontvlucht het kantoor en sprint naar het klooster aan de overkant. In een split second neemt ze de beslissing om haar dagen te slijten als non, maar ze wordt aangezien als een ‘verwarde vrouw’ en de aanwezige zuster legt snel contact met de HR-afdeling. Niet lang daarna komt een afgezant van haar werk haar vriendelijk verzoeken om te retourneren naar haar bureau, maar Sasha vertoont meteen vluchtgedrag en sprint het drukke centrum van Londen in. En dan – zowel letterlijk als figuurlijk – loopt ze tegen een muur aan …

Boerenkoolsmoothies en boosaardige hunks

Uitrusten en niet meer denken aan werk. Dé remedie tegen een burn-out. Tenminste, dat denken de werkgever van Sasha, haar moeder en zus Kirsten. Sasha moet verplicht drie maanden rust pakken en aan zichzelf gaan werken. Sasha’s moeder, een weduwe met een enorme lust voor werken, gebiedt Sasha om terug te gaan naar de plek waar ze vele fijne zomers hebben doorgebracht: Devon. Haar moeder doet zich voor als Sasha’s hoogstpersoonlijke physician assistant (pa) en maakt de werknemers van het ooit zo chique hotel Rilston Bay – waar Sasha zal verblijven – wijs dat Sasha nogal een #fitgirl is die leeft op boerenkoolsmoothies en alcohol weert.

Onderweg naar deze idyllische plek uit haar dromen, dé plek waar ze leerde surfen van de geweldige Terry van de Surf Shack, komt ze twee – op z’n zachtst gezegd – irritante mannen tegen. De een is een zeer opgewekte poppenspeler, Keith, en de ander is een brommende eikel die tegen een peuter schreeuwt. De laatstgenoemde, een niet heel onaantrekkelijke vent met de naam Finn, blijkt in hetzelfde hotel te overnachten als Sasha. Het knettert meteen tussen de twee, die allebei om geheel andere redenen afleiding zoeken op de desolate plek. Het zéér betrokken personeel van het hotel zorgt ervoor dat de twee elkaar niet hoeven te luchten en zien. In het restaurant krijgen ze elk een tafeltje aan de andere kant van de zaal en op het strand krijgen ze de strandhuisjes die het verst van elkaar af liggen. Helaas moeten de twee het uitgestorven strand wél met elkaar delen. Het lukt ze niet om elkaar voor lange tijd uit de weg te gaan, want op het strand worden mysterieuze boodschappen achtergelaten die betrekking op hen lijken te hebben en op een geheim uit hun verleden …

Complete chaos

Eigenlijk weet je het al meteen vanaf het moment dat de sexy man geïntroduceerd wordt. De goed uitziende man met een aureool van donkere krullen is er maar om één reden: hij wakkert het (liefdes-)vuur in Sasha meteen weer aan. Dat er uiteindelijk meer achter deze ongrijpbare man zit, wordt aan het einde van het verhaal pas echt duidelijk. Wie Kinsella’s boeken kent, weet dat ze romantische verhaallijnen goed uitwerkt. En dat niet alleen: ieder personage is een leuk verzinsel op zichzelf. Zo heeft het hotel een uitgerangeerde oude werknemer die – uitgerekend hij natuurlijk – alle fysieke klusjes, zoals de koffers tillen, op zich moet nemen. Er is een praatgrage receptioniste, Cassidy, die een zakcentje verdient met het borduren van strings (denk aan de meest foute lingerie die je je maar kunt voorstellen). En naast een Poolse bediende, Nikolai, is er ook nog een manager, Sean, die er een hoge standaard op na wil houden en bij ieder klein probleempje dat zich voordoet, meteen bloemen naar de gasten toe stuurt. Geen wonder dat het hotel langzaamaan failliet gaat en dat al het meubilair dat te zien is, een prijskaartje bevat…

De personages zijn zo divers, stuk voor stuk zó uniek, dat het uiteraard alleen maar chaos kan opleveren als je hen in dezelfde ruimte bij elkaar zet. En dat is vaak ook het startpunt voor de hilarische dialogen die elkaar in een vlot tempo opvolgen. Af en toe zijn de reacties van enkele personages echter érg overtrokken. Wat deze roman ook kenmerkt, is een zekere flauwe humor, die je bij haar vorige boeken nog niet waarnam. Het ligt er soms gewoon net iets té dik bovenop en op sommige momenten in het boek had ze iets ingetogener kunnen zijn. Hopelijk doet ze er – wat betreft platte humor – geen schepje bovenop in haar volgende roman, maar weet ze de humor weer goed te doseren.

Toch blijft het onvoorstelbaar knap hoe Kinsella het voor elkaar krijgt dat iedere pagina boeiend en leuk blijft om te lezen. Het enige wat er tijdens het lezen van haar boeken toedoet, is dat je vermaakt wordt. En Kinsella levert met iedere bladzijde. Hoewel je zou kunnen stellen dat Kinsella teert op de welbekende elementen – een single vrouw, een zoektocht naar zichzelf, een probleem, een knappe man en een happy end – is dit boek méér dan dat. Het draagt namelijk ook een positieve boodschap in zich over hoe je een burn-out de baas wordt. Over het nemen van allesbepalende beslissingen en opkomen voor jezelf en de positieve uitwerking die dat tot gevolg heeft. En oké, als je gewoon hoopt op een ‘standaard’ boek van Kinsella, is één ding al zeker: je leest met een grote grijns van oor tot oor dit boek uit.