Muziek / Album

Klap in je handen en roep Yeah Yeah Yeah

recensie: Yeah Yeah Yeahs - Show Your Bones

.

~

Op de keper beschouwd laat dit album geen baanbrekend of vernieuwend geluid horen. Integendeel. Herinneringen aan de verwondering die ik voelde bij bands als Hole, Belly en Betty Serveert toen ik als pukkelige veertienjarige op mijn bed (in plaats van huiswerk te maken) cassettes lag te luisteren, kwamen naar boven alsof het gisteren was. Natuurlijk, een band als Hole gaat niet de wereldgeschiedenis in als legendarisch in kwaliteit. Evengoed maakte het destijds een geweldige indruk op me, zoiets had ik nog nooit gehoord! En juist datzelfde enthousiasme binnen een band maakte dat deze plaat zo fijn op me overkwam. Show Your Bones scheurt als Superman met een geheven vuist in sneltreinvaart je gestel door. Het swingt!

Vernauwing?

De kracht van Show Your Bones ligt besloten in de energie die achter het snerpende geluid van songs als Way Out en Honeybear ligt. Hier en daar een cliché als Phenomena doet nog steeds niet af aan deze energie, want hoe gemakkelijk is het om het geluid van Yeah Yeah Yeahs af te doen als een concept? Als een trucje? In mijn ogen te kort door de bocht, want juist de oprechte liefde voor het stampende, stoere rock-nummer straalt van dit album af. Yeah Yeah Yeahs maakt een duidelijke keuze voor dit genre en doet dat goed en geloofwaardig.

En juist die keuze is precies de reden waarom de Yeah Yeah Yeahs-fan van het eerste uur dit album misschien minder prettig zullen vinden. In vergelijking met debuut Fever to Tell, kiest de band met deze opvolger voor een stukken minder veelzijdig geluid. Een keuze die makkelijk op te vatten is als een vernauwing van wat de band voorheen deed. Ik bestempel het liever als het inslaan van een duidelijke weg. Een dappere keuze, die te prijzen valt.

Groots en meeslepend

Door Show Your Bones krijg ik, net als toen op de middelbare school, weer de drang een bandje op te gaan zetten. Luisterend naar het heerlijke stemgeluid van Karen O, de hartslag in de drums van Brian Chase en het de fijne riffjes van Nick Zinner, wil ik eigenlijk nog maar één ding. Ik wil ook op een podium in een microfoon schreeuwen. Op naaldhakken in een babydoll met mijn haren wild de menigte opzwepen. Want dat is precies wat dit album oproept: de belofte dat er een groots en meeslepend leven in het verschiet kan liggen.