Noord-Amerika gevat in minimalisme
Minimalisme werkt, denken ze bij Sub Pop. En een van hun nieuwste kindjes, Tiny Vipers, profiteert daar van. Breed werd het debuut, Hands across the Void uitgemeten in de media, maar niemand wist wat ze nu precies met de eigenzinnige muziek aanmoesten. De een vond het saai, de ander geniaal, weer een ander vond dat ze gitaar moest leren spelen. Haar nummers zijn langgerekt en wisselen weinig af, maar duren soms wel tien minuten. Geen makkelijke cd dus, maar toch een album waar je in de morgen mee wakker wordt met de behoefte de plaat toch nog eens op te zetten.
Sound
Haar nummers zijn opgebouwd uit langzame, spaarzame gitaarrifs die weliswaar niet heel pakkend zijn, maar toch blijven hangen. Waarschijnlijk is dat te danken aan de eindeloze herhaling in haar tracks. Door het minimalistische gitaarwerk en die vele herhalingen, hebben kleine veranderingen een grote impact. Voorbeeld is de overgang van majeur naar mineur in The Downward, een werkelijk schitterend effect door een minimale aanpassing.
Ook speelt ze met maten wat de nummers wat extra’s meegeeft. Niet alleen de geijkte vierkwarts komt langs, want soms plakt Jesy er ineens een extra tel aan vast; meestal als je die niet verwacht. Toch went het snel en na een paar keer klinkt die extra tel zelfs heel natuurlijk in haar composities. Gelukkig slaat ze ook hier niet in door. Het blijft bij een enkele keer en ze speelt duidelijk geen ‘rare maten’ om rare maten te spelen. Zo weet ze een redelijk originele sound neer te zetten.
Newsom
Maar er is ook herkenning op het debuutalbum van Fortino. Haar fragiele stemgeluid heeft soms het rauwe en scherpe dat ook Joanna Newsom kenmerkte op haar debuutalbum The Milk-Eyed Mender. Newsom trok dat stemmetje door tot in het extreme, wat sommige luisteraars als absoluut afstotelijk beschouwden. Fortino pakt het subtieler aan, iets wat Newsom uiteindelijk zelf ook is gaan doen. Voor haar nieuwe plaat heeft Newsom zangles genomen, waardoor de gelijkenis met de vocalen van Tiny Vipers alleen maar groter wordt. Ook is er wat Turin Breaks terug te horen op Hands across the Void, maar dan in de enkele vollere stukken van de plaat, waar beiden op dezelfde manier een geluidslandschap creëren.
Album art
Voor de hoes zijn foto’s gemaakt in de gebieden die ze bezingt. Het resultaat is schitterend. Daarvoor loop je nog eens naar de platenzaak om een cd te kopen in plaats van die te downloaden. Alle foto’s zijn in het donker gemaakt: een lamp op een boomtak in de rook van een kampvuur; een bergmeer; Jesy zelf, struikelend over een boomstam of dwalend door het bos. Allemaal plaatjes die de sfeer uitademen die het album zelf ook uitademt: de landelijke rust die in alle zeven tracks te vinden is – vanaf Campfire Resemblance tot aan The Downward. De topper van de cd is Forrest On Fire. Een nummer dat zorgvuldig is opgebouwd naar een donkere soundscape in het midden van de track, waarin de minimale gitaarloop dreigt te verdrinken als een dun twijgje in een vlammenzee. Iets wat uiteindelijk ook gebeurt maar heel subtiel wordt opgevangen door Jesy’s We’ll find a way van het volgende nummer op de plaat.
Al met al is dit een album waarover is nagedacht en die het luisteren verdient. In het begin wat moeilijk, maar zeker de moeite waard.