Muziek / Album

Vrijblijvend en weinig verrassend

recensie: Sukpatch - Twenty three

De geschiedenis van Sukpatch, zoals die in de biografie van de band wordt weergegeven, is een tragikomische. Een indie-band, opgepikt door Beasty Boy Mike D. en door de mangel van een verkeerde producer gehaald. Een illusie armer trokken Chris Heidman en Steve Cruze zich terug op het uitgestrekte Amerikaanse platteland om in alle rust aan Twenty-three te werken. Een geslaagde wraakoefening op de muziekindustrie is dit album echter zeker niet geworden.

~

Het is het verhaal van zovele bands, niet in de laatste plaats die uit de indie-scene. Ze worden opgepikt door een handige, ietwat avontuurlijke A&R jongen, die wel een doelgroep ziet voor het hem voorgeschotelde product. Gedreven door enthousiasme en met een flinke dosis naïviteit storten de veelal jonge bands zich in een commercieel avontuur dat niet zelden uitmondt in een bittere teleurstelling: de muziekbusiness blijkt inderdaad koud en hard te zijn. Nee, ik moet zeggen: lijkt. Indiebands bestaan over het algemeen voornamelijk uit ‘gevoelige jongens’. De hilarische biografie leert echter dat de heren het hele verhaal zelf gelukkig ook niet serieus nemen.

Comeback

Twenty three moet misschien wel als een comebackplaat beschouwd worden. Ruim tien jaar na het debuut Haulin’ Grass and Smokin’ Ass, dat de aanleiding was voor alle ‘mainstream-interesse’ is er deze tweede release. Grotendeels onafhankelijk van elkaar knutselden de twee heren van Sukpatch elf nummers in elkaar, zonder ooit de intentie te hebben gehad om het resultaat naar buiten te brengen. En zo klinkt de cd ook: vrijblijvend en zonder pretenties. De geprogrammeerde drumloops wandelen fluitend rond en worden gecompleteerd door kabbelende akoestische en elektrische gitaren en hier en daar een voorzichtige synthesizer. Het zijn soms aardige liedjes, maar nergens wordt het spannend. De nummers blijven te vrijblijvend en te pretentieloos.

Ween

Het is niet alleen de muziek van Chris Heidman en Steve Cruze die her en der aan hun Amerikaanse collega’s van Ween doet denken. Het is vooral het verhaal. De geschiedenis van de band die flirt met de mainstream, ruikt aan succes, maar uiteindelijk erachter komt dat het ze niet gegeven is. Zo ook bij Sukpatch. Maar voor hen ligt er een groter gevaar op de loer dan voor altijd Big in Japan te blijven. Als het duo niet iets van de vrijblijvendheid gaat inruilen op het volgende album zal de vergetelheid hun deel zijn. Dan zullen ze in tegenstelling tot wat de biografie op hun site nu vermeldt, wél veroordeeld zijn tot een day job. Ik vrees voor hen dat er op basis van deze cd te weinig mensen zijn die dat erg zullen vinden. Daarvoor is deze bijdrage te braaf en gespeend van de gecontroleerde gekte die een band als Ween wel overeind houdt in de muziekbusiness.