Muziek / Album

Niet slecht, niet bijzonder

recensie: Simple Plan - Simple Plan

Wat doe je als rockband wanneer je van je vorige twee platen al zeven miljoen hebt verkocht, maar toch een beetje verveeld bent geraakt met je eigen geluid? Inderdaad, dan luister je om je heen naar wat je dan wel leuk vindt en probeer je de betreffende mensen voor je volgende album te strikken. In het geval van Simple Plan waren dit producers die eerder succesvolle zaken deden met bijvoorbeeld Avril Lavigne en Nelly Furtado. Zelf geven ze aan blij te zijn met het resultaat. Zo blij en zelfverzekerd zelfs dat het derde album als titel de naam van de band draagt. Voor de band blijven de meisjes vanzelfsprekend in de rij staan; de reacties van de commercievrezende critici zijn tot nu toe echter zuur. Heb ik daar nog wel iets aan toe te voegen? Jazeker. Want Simple Plan heeft op z’n minst recht op een eerlijk proces.

Simple Plan werd in 1999 gevormd door vijf Canadese jongens. In 2002 resulteerde dit in hun debuutalbum No Pads, No Helmets…Just Balls vol zeurderige tienerpunk. Twee jaar later volgde Still Not Getting Any…, een plaat met stevige punkrock. Muzikaal horen de mannen thuis in het rijtje van poppunk- en punkrockbandjes als Good Charlotte, Blink 182, Sum 41, Fall Out Boy en My Chemical Romance. Dit komt er kortweg op neer dat hun geluid energiek en snel, maar toch melodisch is, waar overheen typische tienergevoelens rond liefde en ellende bezongen worden. Inmiddels naderen de mannen van Simple Plan allemaal gestaag de dertig. De vraag is dus of ze nog wel weg kunnen komen met tienermuziek.

Poprock met kunstmatige additieven

~


Blijkbaar zag de band zelf ook in dat ze niet eeuwig jong kunnen blijven. In alle promotie rond het album geven ze aan ’te willen breken met het verleden’, ‘moderne beats te combineren met de daverende refreinen waar we om bekend zijn’ en dat ze hun nieuwe geluid zelf vooral ‘vers’ vinden. En inderdaad, Simple Plan klinkt steviger en bombastischer dan de voorgangers, interessant genoeg juist door een stapje terug te doen in het tempo. De band lijkt punk naar de achtergrond te hebben geschoven en alle ruimte te geven aan poprock. Enige flirt met vroeger is Time to Say Goodbye, meteen het meest irritante nummer van het album.

Voor deze nieuwe aanpak hebben ze de hulp ingeroepen van een aantal succesvolle en veelgevraagde producers, die hun stempel duidelijk hoorbaar op de nummers hebben gedrukt. De meeste productie lag in handen van Dave Fortman, eerder onder andere verantwoordelijk voor Evanescence. Dit is vooral goed te horen aan de intense rockliedjes I Can Wait Forever en What If. De meest vernieuwende geluiden komen van Nate ‘Danja’ Hills, die aan de hit When I’m Gone en het nummer Generation de door de band beloofde hedendaagse toeters en bellen toevoegde. Denk bij laatstgenoemde aan R&B rock waarin we 4 Minutes van Madonna avant la lettre horen (want eveneens geproduceerd door Danja), gemixt met een brutale referentie naar The Ramones door geregeld “Hey ho, let’s go!” te zingen.

In de laatste helft van de plaat wordt de luisteraar met Holding On nog even opgeschrikt in een pijnlijke poging de kenmerkende rap van Linkin Park met het oergeluid van bands als U2 te combineren. Maar over het algemeen klinken alle nummers op Simple Plan min of meer gelijk: stevige muziek die geregeld meer luide pop is dan echte rock. Soms meen ik zelfs een rockballade van boybands als The Backstreet Boys te horen doorschemeren. Dat krijg je ervan wanneer je als rockband snoept van de middelen van de echte commerciële genres.

Onvolwassen, maar kloppend

De teksten van Simple Plan sluiten precies aan bij het gevoel dat ik krijg bij de muziek. Zanger Pierre Bouvier zingt heel getergd over wat er allemaal misgaat in zijn liefdesleven en in de wereld. Van zogenaamd stoere mannen die vervolgens over triviale zaken dramatische nummers maken, krijg ik persoonlijk allergische reacties. “Word eens volwassen, de kindertjes in Afrika, die zijn pas zielig!”, is het enige wat er over de teksten te zeggen valt.

Simple Plan is een van die bands in het bijzondere grensgebied tussen serieuze punkpoprock en pure commercie, met een immense populariteit onder tienermeisjes. Maakt dat het meteen slechte muziek? Nee, natuurlijk niet. Het klinkt gemaakt en overdreven, maar zit wel strak in elkaar. De muziek klopt. De productie klopt. Alles klopt. Dit slechte muziek noemen is gewoonweg onmogelijk. Of het dan bijzonder is, of een plaat die veel aandacht verdient, dat is een geheel andere vraag. Daarop is het antwoord heel duidelijk: nee.