Richard Cameron is goed terug
![](https://8weekly.nl/wp-content/uploads/2004/1988-richard-cameron-back-f.jpg)
Hij was één van de twee vruchten uit de muziekboom en jarenlang de muzikale wederhelft van Gerry Arling. Nu heeft Richard Cameron zijn eerste liefde, ofwel de gitaar, op zolder teruggevonden en heeft daarmee Back afgeleverd. Een singer/songwriterplaat van de excentriekeling die in het buitenland net wat meer potjes kan breken dan in zijn eigen Nederland. Een tweede poging om als troubadour de aandacht te trekken, maar deze keer zullen de mensen hun oren wel open zetten. De jaren van ervaring vullen Back behoorlijk op.
De bard met het volle geluid
Back heeft de eerste slag al gewonnen met de uiterst sterke gelijknamige opener. In dit nummer wordt al aangegeven dat Cameron wel een bard wil zijn, maar zich niet aan die definitie wil houden, want een het geluid neemt Beta Band-achtige proporties aan. In Better All The Time worden de klassieke vrolijke zinnen uit de popmuziek, te weten ‘Good day sunshine’, ‘It’s getting better all the time’ en ‘Just a perfect day’, samengesmeed tot een nummer dat waarschijnlijk de huidige gemoedstoestand van Cameron aangeeft. De koortjes op Come On Let’s Go laten de invloeden van The Beach Boys of The Thrills duidelijk om de hoek kijken. Longest One Way Street is mooi en schitterend gearrangeerd. Maar het absolute hoogtepunt – vanwege de juiste spanning, het mooie timbre en de Roger Whittakeriaanse fluitsolo – kan worden toegeschreven aan het rijke Let It Go.
Hoogte- versus dieptepunten
Toch kent de plaat ook wel mindere punten. Bijvoorbeeld het tenenkrommende Are You Sad?, alwaar Cameron zonder enige vorm van poëzie zijn vrouw de liefde verklaart. Wat overigens eerst tenenkrommend lijkt, wordt zelfs mooi na het nog meer tenenkrommende en slecht Duits gezongen Ich lieb dich sehr. Ook het kerstliedje Winter is een om in de open haard te slingeren, want de gedachte met grote glimmende Coca Cola-vrachtauto’s kan niet uit het hoofd worden verbannen. Toch hangt Back zonder te meten over naar de kant van een hele fijne langspeler. Eén om vaak op te zetten en één waarbij het hart minder koud zal worden.