Kleurrijk avondje
Paul Weller heeft sinds 1977 een dermate grote staat van dienst opgebouwd, dat zijn concerten eigenlijk op voorhand al een gewonnen wedstrijd zijn. Het recept: een half uur tot drie kwartier nieuw werk, aangevuld met een flinke greep uit ouder solomateriaal en werk van zijn vroegere bands The Jam en The Style Council. Het kan eigenlijk niet fout gaan.
Het is je moeilijk voor te stellen, maar de fitte vijftiger die in de uitverkochte Melkweg aantreedt, stond al in 1977 met zijn band The Jam in Paradiso. Nadien volgden nog vele trips naar Amsterdam. Niet alleen voor optredens, maar ook voor de opnamen van de coverplaat Studio 150. Weller nam dat album op in hartje Amsterdam en begon de stad steeds meer te waarderen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat op zijn laatste plaat Wake up the Nation een nummer met de titel ‘In Amsterdam’ is terug te vinden.
Ongepolijst
Het is natuurlijk Wake up the Nation dat centraal staat in de Melkweg vanavond. Het is een grillig en ongepolijst album, waarmee Weller laat horen dat hij nog niet is ingedommeld en zich niet wentelt in gegarandeerde succesformules. Hoewel lang niet iedereen in de zaal de nieuwe songs kent, valt het nieuwe werk goed. De seventies grooves spatten van het podium bij ‘Aim High’, terwijl bij ‘Fast Car Slow Traffic’ en ‘Wake up the Nation’ het oude punkvenijn weer terugkeert. Daar staat dan weer de zwoele trip ‘Pieces of a Dream’ tegenover, dat in de live-uitvoering namen als Pink Floyd en Zero 7 oproept. ‘Andromeda’ is een gloedvolle track die wat aan David Bowie doet denken en die vanavond lekker uit de verf komt. Dat geldt ook zeker voor de single ‘No Tears to Cry’, een instantsixtiespophit vol soul.
Net als op de plaat klinken de hardere nieuwe songs vrij schel, en dat werkt niet altijd in een live setting. Het nummer ‘Trees’ dat Weller vanachter de piano zingt, en dat vol tempowisselingen zit, gaat hierdoor wat aan het publiek voorbij. Dat is jammer, temeer het een song is over de vader van Weller die in 2009 overleed. Nu gaat er achter in de zaal, zoals gebruikelijk tegenwoordig, wel meer aan praatzieke bezoekers voorbij. Zoals bijvoorbeeld de prachtige interpretatie van de soulklassieker ‘How Sweet It Is to Be Loved By You’. Met Weller achter de Fender Rhodes is dit een van de hoogtepunten van de avond.
Jeugdsentiment
Met een discografie in zijn achterzak die meer dan twintig albums, handenvol verzamelaars en vele (Engelse) singlehits beslaat, is het samenstellen van een setlist voor Weller natuurlijk een leuke klus. En voor het publiek is het altijd mooi om getrakteerd te worden op wat muzikaal jeugdsentiment. Ook hier stelt gastheer Weller vanavond niet teleur. Wat te denken van Jam-klassiekers als ‘Start!’ en ‘Pretty Green’? Of het altijd mooie ‘Shout to the Top!’, een pareltje uit de jaren tachtig van The Style Council? Ook grijpt hij terug op zijn solowerk van de jaren negentig met het stevige ‘Peacock Suit’ en zijn recentere werk zoals de pub rocker ‘From the Floorboards Up’ en de piano ballad ‘Invisible’.
Het geluid in de zaal wordt gaandeweg steeds beter en het intieme, akoestische intermezzo tegen het einde van de show valt niet anders te omschrijven dan als weldadig. ‘Brand New Start’, de openhartige single uit 1998, is een breekbaar hoogtepunt. Tijdens de toegift doet Weller Wake up the Nation nog even aan. In dat kader komt de Britpop-meezinger ‘Find the Torch, Burn the Plans’ voorbij. Op dat moment is het overigens net of er een grijze versie van Liam of Noel Gallagher op het podium staat te zingen; het nummer had niet misstaan op een album van Oasis. Het draagt slechts bij aan het kleurrijke karakter van de avond en doet verlangen naar nog meer nummers uit dat hele dikke songboek van Paul Weller. Een boek dat, getuige de levenslust van deze veteraan, voorlopig nog niet gesloten zal worden.