Muziek / Concert

De terugkeer van Tegentonen

recensie: Tegentonen 3 maart 2006 Paradiso Amsterdam

Ooit, in 1985 om precies te zijn, begon het avantgardistische Tegentonen als een meerdaags festival. In de jaren die volgden speelden er vele opmerkelijke namen. Om een greep te doen: Michael Nyman, Half Japanese, In The Nursery, Godflesh, Annette Peacock en zo kan ik nog wel even doorgaan. Helaas stierf het festival een stille dood, maar tot grote vreugde van velen herrees het dit jaar plots weer uit z’n graf. Weliswaar teruggebracht tot één dag, maar wel met klinkende namen als Sunn O))), Espers, Earth, Sir Richard Bishop en Wooden Wand & The Vanishing Voice. Misschien niet zoveel variatie als voorheen, maar tegendraads was het zeker.

Espers
Espers

Wooden Wand & The Vanishing Voice, het avant-folk collectief rond James Toth, mocht de festiviteiten openen. Tot mijn enorme teleurstelling begonnen ze net aan het laatste nummer toen ik mijn entree maakte. Een lang uitgesponnen stuk dat veel weg had van een mantra, precies datgene waar Wooden Wand zo goed in kan zijn. Heel kort dus, maar erg weldadig voor de gehoorgangen.

Daaropvolgend deed het probleem zich voor dat de concerten afwisselend in de grote en de kleine zaal werden gehouden. In dit geval betekende dat concreet dat je bijna naar boven moest rennen om Sir Richard Bishop (samen met broer Alan bekent als Sun City Girls) solo op zijn gitaar aan het werk te zien en te horen. De kleine zaal was stampvol en dat is nou net niét de manier om naar deze muziek te luisteren. Rechtsomkeert naar beneden was derhalve het devies.

Monotone Dronerock

En daar maakte Earth zijn opwachting voor een ongeduldig publiek. Want hoe zou het Dylan Carlson en zijn nieuwe consorten vergaan na zo’n lange afwezigheid? De nieuwste plaat Hex: Or Printing In The Infernal Method (2005) werd terecht vrijwel universeel goed ontvangen, ondanks het feit dat het voor de band een behoorlijke koerswijziging was van de logge, monotone dronerock waar ze ooit garant voor stonden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het definitieve drone statement Earth 2 uit 1993. Het repeterende aspect is zeker nog aanwezig, maar gaat nu vergezeld van flarden americana. Het optreden stelde lichtelijk teleur, klonk nogal gelikt en het ontbrak aan de nodige intensiteit. Voor de gelegenheid werd het trio aangevuld met een trombonist, maar deze slaagde er nauwelijks in zijn spel hoorbaar te maken.

Een tegenvaller dus, maar dat bleek een geluk bij een ongeluk, want zodoende kon ik een plekje vooraan bemachtigen bij Espers en dit zestal ontpopte zich als dé verrassing van de avond. Op plaat klinkt dit gezelschap bij vlagen wat saai en monotoon, maar live kwam het allemaal prachtig tot z’n recht. Het was een intieme set met genoeg variatie en speelsheid, zonder oeverloos geneuzel.

Trillende haarwortels

Sunn O)))
Sunn O)))

Restte slechts de vraag: kan Sunn O))), het dronemetal project van Stephen O’Malley en Greg Anderson, dit nog overtreffen? Het antwoord is ja en nee. Bij aanvang van de set was het podium gehuld in rook (wat overigens het volle uur zo bleef) en droeg een sinistere achtergrondbrom bij aan een onheilspellende sfeer. Dit werd alleen maar verstrekt toen de in traditionele pij getooide bandleden het podium betraden. Wat volgde was een snoeihard en letterlijk adembenemend nummer van een dik uur. Het horen en zien verging je bij vlagen, de haarwortels trilden in je hoofdhuid en aanvallen van spontane desoriëntatie waren geen uitzondering.

De zanger van de band Leviathan (ook te horen op Sunn O)))’s geweldige nieuwe plaat Black One) mocht ook nog een woordje meekrijsen. En dan bedoel ik ook echt één woordje, maar dan wel een kwartier lang herhaald, wat enorm bijdroeg aan het toch al overweldigende totaalgeluid. Een minpunt was echter dat de set te lang duurde. Na veertig minuten zaten vele bezoekers aan hun tax van diepe basdreunen en trage gitaarakkoorden en begon de gang langzaam vol te lopen. Waren de tonen dan toch iets té tegen?