Muziek / Album

Oldies going strong!

recensie: New Order - Waiting for the Sirens' Call

Het is dit jaar precies vijfentwintig jaar geleden dat ras-Manchester Ian Curtis een einde aan zijn leven maakte (mei 1980), waarmee hij zijn band Joy Division postuum de cultstatus bezorgde. Anno 2005 zijn er concrete plannen om het door zijn weduwe Deborah Curtis geschreven boek Touching From A Distance uit 1995 te verfilmen. Een regisseur is al gevonden: Neerlands sterfotograaf Anton Corbijn, die we als regisseur vooral kennen van zijn videoclips voor bands als U2, Mercury Rev en Depeche Mode. Dat Corbijn nooit eerder een speelfilm maakte bleek niet doorslaggevend, zijn fascinatie voor Joy Division was dat wel.

~

De overige bandleden, bassist Peter Hook, gitarist Bernard Sumner en drummer Steve Morris besloten na Curtis’ overlijden in 1980 niet bij de pakken neer te gaan zitten en formeerden New Order, waarin ze al snel gezelschap zouden krijgen van Morris’ vriendin Gillian Gilbert. New Order is bij het grote publiek vooral bekend van de elektronische dansritmes van Blue Monday, waardoor ze tot op de dag van vandaag worden beschouwd als inspiratiebron voor de house- en techno revolutie. Halverwege de jaren negentig was het Bernard Sumner die de stekker eruit trok, waarna Hook furore maakte in Monaco en Sumner samen met ex-The Smiths gitarist Johnny Marr Electronic vormde. Toch kruipt het bloed blijkbaar waar het niet gaan kan. De wederopstanding vond plaats in 2001. Get Ready (2001) verbaasde vooral door zijn gitaargeorienteerde geluid (met een gastbijdrage van ex-Smashing Pumpkins-zanger en fan Billy Corgan). Nooit eerder was de gitaar zo prominent aanwezig. Opvolger Waiting for the Sirens’ Call lijkt aanvankelijk in die geest verder te gaan, maar blijkt daarna vooral een terugkeer naar de New Order van de jaren tachtig (Technique). Gillian Gilbert is vanwege ziekte inmiddels vervangen door Phil Cunningham.

Rock & Dance

Waar Sumners vocalen op vroege albums als Power, Corruption, Lies (1983) en Low-Life (1985) op zijn zachtst gezegd nogal breekbaar overkomen, is er vanaf Republic (1993) een duidelijke kentering hoorbaar. De nonchalance blijkt een geducht wapen en het is duidelijk te merken dat Sumner zich steeds beter thuis gaat voelen in de rol van zanger. Sirens’ Call is te beschouwen als een mix van ‘dance album’ Technique en ‘rocker’ Get Ready. De danceritmes van weleer zijn gebleven, wellicht iets minder mechanisch dan vroeger, maar verder weinig verschil ten opzichte van de New Order van de jaren 80/90, al lijken de composities nu iets evenwichtiger en wordt er af en toe zelfs gebruik gemaakt van een sample (Jetstream, met een gastbijdrage van Scissor Sisters-zangeres Ana Matronic).

Mijmeren

Gebleven zijn ook de karakteristieke hoge basloopjes van Peter Hook, de ijle gitaar en de warme synthesizerklanken. In vergelijking met het rauwe Get Ready is Waiting for the Sirens’call vooral iets luchtiger. Who’s Joe zet wat dat betreft de toon; een aanzwellende melodielijn, de karakteristieke nonchalante en geknepen stem van Sumner die mijmert zoals geen ander lijkt te kunnen mijmeren, een simpel rockrefrein, dito drums, hier en daar een gitaartje (nooit overdadig), warme synthesizerklanken en Hook met zijn hoge basmelodieën. Een heerlijke lenteplaat! Je betrapt jezelf er al snel op dat je aan het meeneurieën bent. Blijkbaar zijn alle onderlinge meningsverschillen definitief uit de wereld. In deze vorm kan New Order nog jaren mee.