Bizar en nostalgisch
Jim Morrison is niet dood. De oude man maakt tegenwoordig muziek onder de naam van John Maus. Teruggetrokken in de bergen van Nepal heeft hij zich verdiept in de grote wereldreligies, al dan niet met behulp van psychedelica. Zijn nieuwe wijsheden heeft hij verwerkt in nieuwe muziek en samengebracht op Songs. Of nee, beter nog: wist je dat het Nederlandse sleazerockduo zZz tegenwoordig helemaal gothic is geworden? De naam John Maus vonden ze beter passen bij de nieuwe richting van hun muziek.
Tsja, dat is allemaal helaas of gelukkig nooit gebeurd. In werkelijkheid is John Maus afgestudeerd filosoof uit Austin, Minnesota. Hij speelde onder andere in Ariel Pink’s Haunted Graffity en in Animal Collective’s Panda Bear. Solo maakt hij iets bijzonders, maar het is wel behoorlijk ontoegankelijk. Maus grijpt terug naar ambientmuziek zoals die in de jaren zeventig door Mike Oldfield werd uitgevonden. De muziek is volledig elektronisch en de hoofdrollen zijn weggelegd voor synthesizer en stem. Die synths zijn opzettelijk net zo zwevend als in de ambient van toen, zwaar leunend tegen de kille new wave-muziek van de jaren ’80. Dat is vooral te danken aan de donkere basstem van Maus, die trouwens qua uitspraak meer Europees klinkt dan Amerikaans.
De eerste luisterbeurt van Songs is meteen de zwaarste. Dit is een flinke zure appel. Het eerste nummer opent plechtig met een kerkorgel, als voorbode voor zware kost. Er is geen touw vast te knopen aan zijn gescandeerde teksten, want die zijn ronduit bizar. Wat te denken van de tekst in Don’t Be a Body over een gejat basloopje van The Doors: “Sex with cars, sex on top of cars, sex inside of cars, sex with movie stars, sex with Ringo Starr”?. De andere teksten maken het er niet begrijpelijker op. Zou dat misschien zijn filosofische achtergrond zijn?
Onvast
In Real Bad Job wordt een mooie, ijzige synthpartij afgebroken voor een dom clownesk sampletje uit zijn keyboard, alsof hij per ongeluk het verkeerde knopje indrukte tijdens de opnames. Bovendien kunnen de onvaste stem en de jengelende synths op den duur behoorlijk gaan irriteren. En waarom draait hij het toerental op het aardige new wave-disconummertje The Peace that Earth Cannot Give de hele tijd omlaag? Zonde.
Verrassend
Het is misschien niet de meest toegankelijke plaat maar na een paar keer draaien ontdek je een schoonheid die je zelden ergens anders aantreft. De truc is dat je moet ophouden te proberen dit werkje te begrijpen, zoals bij een abstract schilderij. Spannende geluidslandschappen in soft focus, die telkens nieuwe, verrassende vormen aannemen. Deze songs zitten vol nostalgie, als van een vergeelde foto van een oude geliefde, die je eigenlijk al vergeten was. Heel sfeervol. En zeer aan te raden voor liefhebbers van orgeltjes.