Zomers, soulvol, fressssh
Klapjes, flierefluitende vogeltjes, foempende bassen, gortdroge drums, soulvolle koortjes en rammelende bietrings. Binnen vijf seconden is de toon gezet. Aan het woord zijn Jamie Lidell en zijn begeleidende muzikanten. Het nieuwe album draagt de titel Jim, feitelijk Lidells nieuwe alter ego. En Jim is een verrekt toffe gozer, zoveel is wel duidelijk. In tien liedjes laat hij horen hoe een hedendaagse Terence Trent D’Arby klinkt en zingt, maar ademt zijn zang en muziek tevens een fikse hoeveelheid Otis, Marvin en Stevie.
Lidell verkondigt z’n boodschap – positief of niet – met een dusdanig aanstekelijke vrolijke ondertoon dat alle tien de nummers bij eenieder die ze beluistert uiteindelijk het predikaat zomers, soulvol en ‘fressssh’ zal afdwingen. Hoe dat live klinkt? Wie er op Lowlands in 2002 en 2005, op Pinkpop in 2006, en begin mei in Paradiso bij was, weet dat de wijze van uitvoering feitelijk niet uit maakt. Dan weer als éénmansband, dan weer met een dampende live band, zijn optredens zijn altijd aan verandering onderhevig. Bij Lidell is altijd alles anders, nimmer voorspelbaar. Maar wat goed is, blijft goed.
Dat onvoorspelbare aspect kwam de afgelopen jaren zeker ook in zijn muziekstijl terug. Was het eerst voornamelijk ietwat ontoegankelijke elektronica dat de man zijn luisteraars voorschotelde, inmiddels is het pure, eerlijke soulmuziek geworden. Na de EP’s Freekin’ The Frame (1997) en Safety in Numbers (1998) bracht Lidell in 2000 z’n debuut Muddlin Gear uit, in 2005 gevolgd door het album dat zijn succes pas echt terecht groot maakte: Multiply. Vanaf toen speelde hij soul in zijn puurste vorm, vanaf toen kwam zijn stem pas echt tot zijn recht; vanaf toen zat er iets geniaals in zijn muziek.
Een waanzinnige zonnestralenstroom
foto: Matias Corral
Opener Another Day (de ontzettend goede eerste single) is in één woord feest. Little Bit of Feel Good voelt echt ontzettend goed, Hurricane giert heerlijk de bocht uit en de dartelende piano van Wait For Me is waanzinnig, al is de eindnoot bij dat laatste nummer ongelofelijk knullig uitgevoerd. Dat mocht allemaal wel wat actiever. Maar goed, een kniesoor die daar op let. Out of My System (inclusief heerlijk outtro!) en Figured Me Out stuiteren heen en weer tussen soul en funk, tussen seventies en eighties. Jim herbergt niettemin tien nummers met hetzelfde gevoel van onbezonnen vrolijkheid, die in een waanzinnige zonnestralenstroom naar de luisteraar toe komt wanneer de muziek door de huiskamer klinkt.
Rustpuntjes op deze cd? Ja die zijn er ook; al is de één (All I Wanna Do) duidelijk veel beter gelukt dan de ander (Rope of Sand). En eerlijk gezegd halen die rustige nummers ook een beetje de vaart uit het album. Toch liggen alle andere nummers stuk voor stuk gigantisch lekker in het gehoor. Acht (en een halve, omdat All I Wanna Do zo ontzettend goed gelukt is) van de tien is kortom een zeer goede score. Wat een andere conclusie bij dit album zou kunnen zijn? Wel, laat de man het zelf maar vertellen: “Jim, a.k.a. Jamie Lidell’s new triple platinum seller“.