“Zijn Nederlands is goed”
Het was het nummer Meesterrapper dat mij het eerst deed kennismaken met Grootmeester Jan (GMJ). Het track verscheen op het D.A.C.-album Didactici en werd gekenmerkt door het rauwe stemgeluid van GMJ dat op originele wijze een staaltje braggin’ ’n boastin’ ten gehore bracht: “de meeste rappers zijn gewoon geen meesterrappers”. Nu brengt hij zijn solodebuut uit onder de naam Collaboratorium. Een album dat werkelijk bol staat van de gastartiesten. Zowel op muzikaal gebied als op vocaal gebied wordt Grootmeester Jan (GMJ) bijgestaan door verschillende andere grootheden uit de Nederlandse scene. Volgens sommigen een misgeslagen plank, maar smaken verschillen. Is het overdaad die schaadt, luidt dus de vraag die wij ons stellen.
Foto: Jitske Annema |
Aleer een antwoord op die vraag te geven een korte introductie; GMJ is als rapper al sinds ’97 actief en stond samen met de rest van de crew van D.A.C. (De Amersfoortse Coöperatie) aan de wieg van twee fantastische hiphop albums, Didactici (2002) en Professioneel Chillen (2005), nadat hij als lid van Vlieg al twee demo’s op zijn naam had staan. Nu dus tijd voor een soloplaat met een keur aan Nederlandse artiesten.
Losgeslagen Industrie
Vanaf het moment dat Ome Henk de CD inleidt hoor je een evengrote diversiteit aan stijlen voorbijkomen als er gastartiesten meedoen. Toch klinkt het overgrote deel van het album als één geheel. Het zijn eigenlijk alleen de door break-core meester Bong-Ra geproduceerde nummers Bitchness Remix en Ghetto.nl die er wat dat betreft uitspringen. Stevige industriële beats vormen hier de ondertoon, waarover vooral op Bitchness Remix zowel door GMJ als door D.A.C. collega Wudstick lekker stevig heen wordt gerapt. Op Ghetto.nl is het rapper Tim die meedoet – hier domineert echter een schijnbaar op hol geslagen Bong-Ra halverwege de track, waardoor inderdaad de plank lijkt te worden misgeslagen. De overige nummers sluiten ondanks het spectrum van funk tot electro-beats goed op elkaar aan en bieden een goede basis voor de teksten van de Grootmeester.
Op eigen benen
Tekstueel is het album evenzeer variabel, niet alleen door de medewerking van al deze artiesten (er doen onder andere leden van zowel D.A.C. als het Haagse De Derde Kamer mee). Nee, de Grootmeester zelf laat ook behoorlijk wat variatie horen. Zo zijn er de, onderhand bijna obligate, raps tegen de posers binnen de hiphopscene en de platenmaatschappijen. Was ik maar een rapper is hierbij eigenlijk het interessantste nummer, dankzij het in de tracktitel al genoemde perspectief. De remix van het al eerder op Professioneel Chillen verschenen Ik meen het echt is van een heel ander kaliber. Hierin richt GMJ het woord tot zijn door zelfmoord om het leven gekomen broertje. Een ijzersterke en tekstueel erg emotioneel beladen track.
Waar de Grootmeester zijn naam echter nog meer mee waarmaakt zijn tracks als bijvoorbeeld het eveneens eerder op Professioneel Chillen uitgebrachte Denksport, maar ook Muziek Maestro en Werk aan de winkel: korte, vaak zeer kunstig aan elkaar gerapte onderwerpjes. Zo worden in deze tracks respectievelijk sporten, muziekstijlen & beroepen op een sterke manier aan elkaar gekoppeld; “Als ik De Cock was, was ik rechercheur, had ik een baantje als Baantjers fokkin’ regisseur” is een voorbeeld uit het laatste nummer.
Concluderend zou ik dus zeggen dat deze cd absoluut de moeite waard is en GMJ met gemak laat horen op eigen benen te kunnen staan, maar waarom zou je ook niet je vrienden laten meedoen als je de kans hebt. Het zijn tenslotte ook niet de minsten!
En waar vindt je deze in eigen beheer uitgebrachtte CD dan? Je www toch!