Twijfel wordt euforie
“I loved you Guinevere, I loved you Guinevere, I loved you…”: de hypnotiserende herhaling van het nummer We Laugh Indoors is kenmerkend voor de indierock van Death Cab For Cutie uit Seattle Washington. Deze band is gespecialiseerd in het maken van spannende gitaarpop, wat vooral naar voren kwam op het vorig jaar uitgebrachte album Transatlantacism. Een plaat om je vingers bij af te likken. Ontroerend, subtiel, opzwepend en kom maar op met die superlatieven. Op zondagavond 15 februari stond de band in Vera Groningen voor een redelijk gevulde zaal.
Zanger/gitarist Benjamin Gibbard (ook bekend van The Postal Service) heeft op de plaat al een vrij dun stemmetje en dat werd op het podium eigenlijk alleen maar erger. Enkel al de ’thank you’s’ die hij aan het publiek richtte waren zeer bedeesd. Hier en daar was hij moeilijk te verstaan, maar echt heel storend werd zijn stem nooit (behalve voor een aantal mensen dat het na drie kwartier al voor gezien hield). En het zeer kenmerkende bandgeluid maakte heel veel goed. We hebben het hier over vier goede muzikanten die allemaal ook de nodige instrumenten beheersen, gezien het aantal rolwisselingen. Met name het werk van Transatlantacism kwam zeer goed uit de verf. Wel zakte het hele zaakje halverwege het optreden hier en daar wat in door onder meer een wat overbodige cover, waar het publiek dan ook hoorbaar minder enthousiast over was.
Enorme climax
Death Cab For Cutie speelde in eerste instantie dus een beetje wisselvallig. Daarvoor dekte de band zich ook in: een rockshow op een zondagavond blijft nu eenmaal een rockshow op een zondagavond. Opvallend genoeg leek de band juist na het maken van deze opmerking vleugels te krijgen. De wisselvalligheid verdween stante pede en maakte plaats voor een zeer aanstekelijke bevlogenheid. Met name de laatste twee nummers van de reguliere set werden fantastisch uitgevoerd. Eerst Tiny Vessels met het meeslepende refrein: “She is beautiful, but she don’t mean a thing to me”. En daarna de apotheose met een prachtige uitvoering van het titelnummer van de laatste plaat. Een song met een enorme climax, gelijk aan bijvoorbeeld Vortex Surfer van het Noorse Motorpsycho. Al heeft Bent een aanzienlijk betere stem dan Benjamin Gibbard. Maar toch, petje af voor deze groep uit Seattle.
De toegift was nog even ’the icing on the cake’, met als hoogtepunt een cover van Björks All Is Full Of Love. Het wisselvallige gedeelte was inmiddels alweer helemaal vergeten. Twijfel had plaatsgemaakt voor een euforisch gevoel. Erg prettig.