Enschedese Ring nu al een waar mirakel
Het applaus dat na vijf uur en twintig minuten op Ed Spanjaard, het Gelders Orkest, solisten en regisseur Antony McDonald neerdaalt ovationeel noemen is een understatement. Met Die Walküre overtreft de Reisopera andermaal alle verwachtingen. Hier wordt een Ring gesmeed die zelfs door de allergrootste operahuizen met een mengsel van bewondering en jaloezie bekeken wordt.
Die Walküre overtreft de Reisopera andermaal alle verwachtingen. Hier wordt een Ring gesmeed die zelfs door de allergrootste operahuizen met een mengsel van bewondering en jaloezie bekeken wordt.
Daar stonden ze dan, de goden, aan het eind van Das Rheingold, wachtend op de eerstvolgende trein naar het Walhalla, terwijl Loge ons toefluistert: ‘Ihrem ende eilen sie zu.’ Dat Walhalla krijgen we in Die Walküre niet te zien, wel het buitenverblijf van oppergod Wotan. Het blijkt een simpele blokhut in de bergen, waar hij op een eenvoudige legerbrits het lot der goden overdenkt, bijgestaan door zijn lievelingsdochter Brünhilde. Maar de ogenschijnlijke rust wordt wreed verstoord door zijn echtgenote Fricka als die gehoord heeft wat er onder de mensen plaatsvindt.
Reuzensprong
In zijn menselijke vermomming heeft Wotan bovendien de tweeling Siegmund en Sieglinde bij een sterfelijke vrouw verwekt, die al kort na hun geboorte van elkaar gescheiden zijn. Uitgerekend deze broer en zus worden het eerste echte liefdespaar in de Ring, wat Fricka, beschermvrouwe van het huwelijk uiteraard niet over haar kant kan laten gaan.
Disfunctionele familie
Voor McDonald gaat de Ring en met name Die Walküre primair over families, maar als er ooit een disfunctionele familie geweest is, dan is het wel die van Wotan. Nog afgezien van alle buitenechtelijke kinderen, grijpt Wotan in wanneer Brünhilde Siegmund wil beschermen en kijkt toe hij zijn zoon gedood wordt. Vervolgens stuurt hij zijn lievelingsdochter weg uit het Walhalla en laat haar door vuur omgeven op een bergtop achter.
En de moeders? Voor hen is in de Ring geen plaats. Want hoe hartverscheurend Sieglinde ‘Rette die Mutter!’ ook roept, zij wordt alleen maar gered om Siegfried te baren. Dan is haar rol uitgespeeld: zij overlijdt in het kraambed. Zelfs oermoeder Erda, die acht dochters heeft gebaard, slaapt door alles heen, om alleen in Siegfried kortstondig te ontwaken. In Götterdämmerung wordt zij slechts genoemd.
Gouden combinatie
Dit betekent allerminst dat McDonalds enscenering saai of conservatief is, integendeel. Met behulp van videoprojecties en een strakke choreografie voor schermende helden maakt hij de Walkürenrit ook visueel spannend, door een uitgekiende belichting legt hij enorm veel drama in de slotscène en zelfs het notoir lastige tweede bedrijf, dat voor een groot deel uit niet veel meer dan enorme monologen van Wotan bestaat, weet hij boeiend te houden.
Schitterende klanken
Maar meer nog dan aan McDonald is het succes van deze Walküre toe te schrijven aan dirigent Ed Spanjaard. Natuurlijk, zijn reputatie is enorm. Zo was hij assistent van Georg Solti in Bayreuth en was een concertante uitvoering van de eerste akte van die Walküre een jaar of tien geleden al adembenemend. In Enschede creëert Spanjaard vanaf de storm waarmee de opera opent een verbijsterend uitgebalanceerd klankbeeld, waarin niet alleen geen enkel detail verloren gaat, maar hij weet door precies de juiste dynamische en tempokeuzes voortdurend het orkest precies die rol te geven die Wagner voor ogen stond: die van alwetende verteller. Zelden fascineerde de altijd lastige Tödesverkünding in de tweede akte zo.
Als je dan ook nog geholpen wordt door een strijdlustige Brünhilde (Judit Németh), een prachtig verscheurde Wotan (Harry Peters), een felle Siegmund (Michael Weinius) en een oprecht gekwetste Fricka (Anne-Marie Owens), dan kan de avond niet meer stuk. Zeker als misschien wel de mooiste rol in de hele opera, die van Sieglinde, vertolkt wordt door de Limburgse Kelly God. Vol vuur en passie in het liefduet in de eerste akte, huiveringwekkend in het angstvisioen in de tweede akte en wanneer zij ‘O herstes Wunder’ in de derde akte inzet, siddert het hele publiek – zo goed krijgt men zelfs in Bayreuth zelden voorgeschoteld.