Weemoed en vuigheid
![](https://8weekly.nl/wp-content/uploads/2005/2382-boris-akuma-no-uta-f.jpg)
Geloofwaardig blijven terwijl je snoeiharde beukrock melancholiek maakt èn terloops met een hoescover Nick Drake eert (of belachelijk maakt), daarvoor moet je van goeden huize komen. Met hun zelfverzekerde laatste album slaagt het Japanse trio Boris er wonderwel in.
In het rood
Net als landgenoten Mainliner lijkt Boris even te geloven in het adagium dat harder gelijk staat aan beter- ook al betekent dat dat alle meters in het rood slaan. Op het slotnummer, dat weer begint met een slepende, overdonderend zware riff, wordt dezelfde truc gebruikt. Met succes, afhankelijk van je waardering voor zulke praktijken. Maar het onvoorspelbare trio neemt net zo lief gas terug voor een prachtig weemoedig instrumentaaltje (Naki kyoku) dat uitmondt in een meeslepende jam van tien minuten.
Speelplezier
Zulke afwisselingen maken het album interessant, maar de hoofdmoot van Akuma no uta is knalharde, punk-achtige rock, met heftige riffs, een eeuwig gierende solo-gitaar (soms zijn het er zelfs twee) en luid gebrul. Zingen kan bassist/vocalist Takeshi niet echt, maar net als de zanger van Electric Eel Shock, die andere beestachtig rockende Japanners, zet hij het zeer enthousiast op een schreeuwen. Boris weet het uiterste te halen uit een degelijke riff en een sologitaar, en steekt daarmee bands als Natas en Acrimony in hun oudere dagen naar de kroon. Het gruizige geluid, het speelplezier, de energieke drums en de jam-sfeer doen denken aan de glorietijden van de stonerrock: Boris mag zich meten met het allerbeste uit dat vergane tijdperk, en voegt er nog eens een flinke dosis variatie en eigenzinnigheid aan toe. Een vloeiend geheel vormt Akuma no uta daarmee misschien niet, maar een eigengereide en verrassende rockplaat wèl.