Muziek / Album

Waken voor voorspelbaarheid

recensie: Alter Bridge - Fortress

.

~

De nevenactiviteiten maken het de band lastig. De Amerikanen keren terug van alweer een tweede korte pauze. Na het uiterst geslaagde ABIII en de aansluitende tournees vlogen de leden uit. Zanger Myles Kennedy nam zich voor om zijn al jaren op stapel liggende solodebuut af te ronden, maar kreeg Slash aan de lijn: “Ga je mee een album maken en alle zalen ter wereld platspelen?” Drummer Scott Phillips ging aan de slag met Sevendust- en Submersedleden in Projected. Tremonti deed wat Kennedy niet kon en maakte wel een eerste soloplaat. En dan is er nog het hoofdstuk Creed. Naar verluidt hebben de gitarist en zanger Scott Stapp, de Amerikaanse Dinand Woesthoff, de studio al bezocht. Een nieuw  – vooral financieel –  succesavontuur langs de Amerikaanse arena’s schuift echter op tot na dit nieuwe Fortress.

Never change a winning formula 
Het is amper een verrassing te noemen dat er weinig tijd was om dit album te schrijven en opnemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er nagenoeg niets veranderd is. En waarom zou men ook? Het vorige plaatwerk borduurde voort op die daarvoor en groeide uit tot het meest succesvolle tot op heden.

Ook Fortress staat en valt weer met ferme metalen riffs, galmende rockrefreinen, smaakvolle gitaarsoli en de altijd degelijke ritmesectie. De liefhebber weet dan eigenlijk al genoeg: kopen die hap. Tremonti en zijn kompanen hebben immers genoeg kwaliteiten in huis om zelfs met een matige plaat boven de middenmoot uit te stijgen.

Niet onaangenaam 
Dit vierde werkstuk is echter geen matig album geworden, hooguit een voorspelbaar. Wie met die vertrouwdheid kan leven, heeft in dit Fortress opnieuw geweldig materiaal in handen. De meerwaarde ten opzichte van het vorige werk is dat de band meer lagen heeft aangebracht, waardoor de muziek rijker klinkt.

De indrukwekkende opener ‘Cry Of Achilles’ klinkt al net zo episch als de titel doet vermoeden en het aansluitende ‘Addicted To Pain’ bevat met afstand het beste refrein dat Alter Bridge tot nu toe schreef. Het verrast echter niet, wat veel andere, iets minder sterke nummers, een zekere twijfelachtigheid meegeeft. ‘Peace Is Broken’ knalt er met een lekkere riff uitstekend in, maar verzandt al snel in melodielijnen en refreinen die Alter Bridge al veel vaker en beter heeft opgevoerd. ‘Calm The Fire’ opent eveneens sterk, bouwt minutieus een mooie spanningsboog op, die vervolgens met een slap refrein achteloos doorgeprikt wordt.

Fortress kent meer van dat soort nummers, zoals het melancholieke ‘Love’ en de powerballade ‘All Ends Well’; nummers die de rit niet onaangenaam maken, en door sterke uitvoeringen nergens slecht worden, maar die weinig tot niets toevoegen aan de Alter Bridge-catalogus. 

Het donkere karakter 
Het album is daarmee grotendeels een herhaling van zetten. Tremonti’s riffwerk klinkt, afgezet tegen One Day Remains en Blackbird, bij vlagen wat pover. Daar zijn verschillende dingen over te zeggen. Jammer voor de gitaarfreak of niet zo erg voor de fan van Kennedy’s zang, die daardoor meer ruimte krijgt.

Een al te grote wanklank is in deze misplaatst, want daarvoor is de kwaliteit van het spel simpelweg te hoog. Door de ondergrens zakken kan de band niet, zo lijkt het wel. Wat de heren bovendien  onderscheidt van de vele Amerikaanse hardrock annex metalgroepen is het bij vlagen donkere karakter van het materiaal. Zowel tekstueel als muzikaal illustreert Alter Bridge dat mooi in de fraai afsluitende titeltrack, het hoogtepunt van de plaat. Kennedy laat zijn stem dramatisch galmen, terwijl ten slotte Tremonti’s finest hour zich in de brug aandient middels een indrukwekkend salvo straffe solo’s.

Het?
Zoals eerder aangegeven vallen de liefhebbers van het voorgaande werk zich geen buil aan Fortress. Het dozijn nummers klinkt spontaan en is met hoorbaar plezier ingespeeld. De meerwaarde zit hem in het gelaagdere, rijkere bandgeluid  en een handjevol uitstekende nummers. Alter Bridge moet echter waken voor voorspelbaarheid. Spelen en goede liedjes schrijven kunnen de heren als geen ander, dan weten we, maar een ding is duidelijk: de muzikanten vinden zichzelf niet opnieuw uit. Om kort te gaan: ja, de mannen hebben het nog steeds. En vol zit die Heineken Music Hall toch wel.