Muziek / Album

Stroke tussen wal en schip

recensie: Albert Hammond Jr. - ¿Cómo te Llama?

.

Albert Hammond Jr. is overduidelijk een der Strokes. In zijn solowerk betuigt hij zich even onthecht, heeft hij dezelfde voorliefde voor ‘vorm boven inhoud’ en is hij het toonbeeld van de ogenschijnlijk achteloze en zelfbewuste verkwisting van groot talent die The Strokes eigen is. Het geeft te denken hoe belangrijk Hammond is voor het geluid van die band, waar hij toch in de schaduw staat van zanger Julian Casablancas. Zelfs hun stemmen delen dezelfde lijzigheid, al is die van Hammond wat minder krachtig en toonvast dan die van zijn bandgenoot. Maar betekent dit dan dat ¿Cómo te Llama? net zo goed het vierde Strokesalbum had kunnen zijn? Ik geloof – en hoop – het toch niet.

Want onder die schijnbare achteloosheid schuilt bij The Strokes een creatieve ambitie waar Hammond in zijn eentje niet over lijkt te beschikken. Waar het collectief de muziekcanon tot drie keer toe kidnapte voor een wilde rit door donkere achterbuurten en louche nachtclubs, wandelt Hammond liever als een weekendtoerist door de schone wijken en zonnige parken van de popgeschiedenis. Het is een verschil tussen dag en nacht, zonder de gekwelde onrust en drive van The Strokes als motor klinkt Hammond een beetje lui en ongeïnteresseerd in zijn werk. Had ik al gezegd dat Hammond getalenteerd is? Vooral aan het begin van ¿Cómo te Llama? is er een aantal goede ideeën, maar na de eerste vier nummers worden deze te weinig uitgewerkt en aan het einde van de plaat zijn ze zelfs compleet verdwenen. De laatste zes nummers zijn nauwelijks de moeite waard of fillers.

Demonstratieve nonchalance

~

Het lijkt misschien wat te gemakkelijk om Hammond solo te vergelijken met zijn hoofdemplooi, er zijn immers geen wetten die bepalen dat men slechts één soort muziek mag maken. Maar hij lijkt vooral zelf The Strokes nog voor een groot deel als referentiekader te gebruiken, niet per se loyaal aan het genre maar wel doordrongen van dezelfde demonstratieve nonchalance. Vandaar dat ¿Cómo te Llama? ook op zijn sterkst is als Hammond dicht bij het repertoire van het vijftal blijft, zoals op ‘In My Room’ en ‘Victory in Monterey’. Maar wanneer hij echt andere kleding past met dezelfde houding, verliest hij toch echt zijn cool. Hoe exotischer het gebied is dat hij betreedt, des te meer keert zijn erfgoed zich tegen hem. Dit blijkt als hij uitstapjes maakt naar reggae en filmische sfeermuziek. Naarmate het album vordert raakt Hammond in toenemende mate verdwaald in zijn probeersels en hij lijkt dat bovendien prima te vinden.

Het is niet helemaal duidelijk waar Hammond heen wil met zijn solowerk, misschien weet hij dat zelf ook niet helemaal. Het lijdt geen twijfel dat hij over voldoende capaciteiten beschikt om als songschrijver zijn brood te verdienen. Elk album met Strokesachtige liedjes van zijn hand zou goed klinken, maar daar lijkt hij niet langer genoegen mee te willen nemen. Als hij inderdaad meer registers wil opentrekken, zal Hammond Jr. wel die typische achteloosheid van zijn muziekbroeders overboord moeten gooien, want met ¿Cómo te Llama? dreigt hij tussen wal en schip te vallen.