Een ideeënroman
Zoals de tijden veranderen, verandert onze kennis. Ideeën die vroeger gangbaar waren, zijn dat nu niet meer. Het merendeel van de middeleeuwse geneeskunde heet nu kwakzalverij te zijn. Behalve in Meelis Friedenthals De Bijen, daarin wordt de middeleeuwse geneeskunde zeer serieus genomen.
Al op de eerste pagina van deze roman, waarmee Friedenthal in 2013 de Estische winnaar van de Literatuurprijs van de Europese Unie was, is sprake van zwart gal dat zich heeft opgehoopt in hoofdpersonage Laurentius Hylas. Deze student is ‘uit vrije wil’ naar Estland gereisd, om in Tartu te studeren. Bij aankomst in een troosteloze haven hangen zeilen als zielloze lappen aan hun masten.
Het mag duidelijk zijn: De Bijen gaat over de ziel, specifiek over Laurentius’ zielenheil. Hij lijdt aan melancholie (zwaarmoedigheid) en zoekt daarvoor een oplossing. Helemaal duidelijk wordt het niet uit het verhaal, maar volgens de achterflap keert Laurentius met zijn aankomst in Estland terug naar zijn geboorteland. Hij heeft medicijnen gestudeerd in Leiden, in het verre Nederland, dan – rond 1690 – een bakermat van vooruitgang en progressieve wetenschap.
Ziek en zwak
Tot de middelen waarmee Laurentius zijn kwaal hoopt te bestrijden behoren een aderlating en een tinctuur van wilgenschors; stuk voor stuk ‘oplossingen’ die de hedendaagse lezer erger zullen lijken dan de kwaal. Ze werken dan ook niet, maken hem integendeel juist alleen maar zieker. Bij de aderlating verliest Laurentius zoveel bloed, dat hij bijna het loodje legt. Te midden van deze zwakte vat hij in het regenachtige Tartu ook nog eens kou.
De Bijen is duidelijk een ideeënroman, waarin Friedenthal het idee van de ziel onderzoekt. Laurentius houdt zich hiermee bezig, volgt aan de universiteit cursussen die verschillende denkrichtingen uiteenzetten. Daarnaast is er nog een vage subplot, waarin Laurentius door de bewoners van het als achterlijk neergezette Tartu voor de duivel wordt in menselijke vorm aangezien.
Het komt er niet uit
Overtuigen doet het allemaal niet. Het is mij onduidelijk wat de gedachte achter deze roman is, daarvoor geeft Friedenthal te weinig voorzetten. Moeten we deze laat-zeventiende-eeuwse gedachten over de ziel en melancholie serieus nemen, of is er hier sprake van superieure ironie? Of is De Bijen een pastiche op onze voorouders – maar op welke manier is dat dan nieuw? Door welke wetten wordt deze fictionele wereld geregeerd? Af en toe wordt er gehint op een bovennatuurlijke dimensie, onder meer door een wel-of-niet-, mogelijk-bestaand dienstmeisje bij de familie waar Laurentius onderdak vindt. Maar dit wordt dan weer niet constant volgehouden.
Daarmee blijft de lezer onbevredigd achter. Meelis Friedenthal lijkt in De Bijen iets te willen doen dat er niet uitkomt – misschien is het te diep verborgen, misschien is gewoon onduidelijk. (Veelzeggend, misschien, dat een juryrapport van de Europese Unie Literatuurprijs nergens te vinden is.) Zijn goede pen kan deze mislukte ideeënroman niet redden.