Le Corbusiers vierde dimensie
De samenstellers van de tentoonstelling Le Corbusier’s vierde dimensie hebben veel overhoop gehaald, inclusief de installatie Corbulations van de Deen Jakob Kolding. Maar hoe het nu echt zit met de verhouding tussen Le Corbusiers beeldende- en architectonische werk, komt niet helemaal uit de verf.
Natuurlijk wordt verantwoording afgelegd voor de eerste vraag die opdoemt: waarom een tentoonstelling over Le Corbusier (1887-1965) uitgerekend in het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen? Dat komt omdat Le Corbusier in 1937 in Parijs kennismaakte met Cobra-kunstenaar Asger Jorn, die andere Deen met wie hij veel gemeen had maar ook hemelsbreed van opvatting verschilde: Le Corbusier dienstbaar aan de Vichy-regering, Jorn tijdens de Tweede Wereldoorlog werkzaam in het communistische verzet. De installatie van Kolding – op zich al een bezoek aan het Cobra Museum waard – pendelt tussen Le Corbusier, Jorn en andere Cobra-kunstenaars van wie hij werk incorporeerde en waar hij op aansloot met onder meer prachtige cut-out figuren.
Nieuw perspectief
De bedoeling van deze tentoonstelling is een nieuw licht op de kunstgeschiedenis te schijnen. De samenstellers hebben het bekende discours van de kunstgeschiedenis opengebroken door onder meer de nadruk te leggen op de houding die Le Corbusier aannam ten opzichte van vrouwen, waaronder zijn minnares Josephine Baker. Een voorbeeld is ook de wandschildering die hij in 1938-’39 maakte in een door Eileen Gray ontworpen villa, zonder dat hij daarvoor haar toestemming had. Dat zij not amused was, laat zich raden.
Vanaf het begin
Maar laten we bij het begin van de tentoonstelling en Le Corbusiers werk beginnen: twee kleurige tekeningen op papier uit 1917, die hij lang niet tentoon heeft willen stellen omdat hij niet uitgemaakt wilde worden voor een schilder die ook ‘amateur-architect’ was. Het kan verkeren. Hoewel deze weigering tot 1937 duurde, had Le Corbusier ondertussen wel een van zijn belangrijkste(zo niet de belangrijkste) huizen gebouwd: de Villa Savoye. De stijl hiervan doet sterk denken aan de geometrische vormen van de stillevens die hij in deze tijd maakte. Foto’s van gebouwen naast de schilderijen hadden deze verwantschap duidelijker kunnen maken, in plaats van de relatief vele teksten die je als bezoeker krijgt voorgeschoteld.
Rond en na de Tweede Wereldoorlog
Natuurlijk valt niet te ontkennen dat Le Corbusiers werk niet alleen constanten, maar ook ruwe breuken kent: na 1937, toen hij kwam met zijn ‘Modulor’, de verhoudingen van de menselijke maat op schaal, doet bijna niets meer denken aan het puristische werk uit 1917. Dit geldt ook voor de stier die na de Tweede Wereldoorlog opduikt, zowel in zijn schilderijen als – gestileerd – in het stadsontwerp voor Chandigarh (India).
Met het thema ‘Je rêvais’ (Ik droomde) zijn we weer terug bij Cobra pur sang: een vogel, een thema dat in een museum vol Cobra-kunst niet mag ontbreken. Le Corbusiers vierde dimensie (dat is het artistieke scheppingsproces) is een origineel thema, en het is interessant om zijn minder bekende beeldende werk (tekeningen, schilderijen, wandtapijten, beelden) te leren kennen, maar toch lost deze tentoonstelling de verwachtingen die je als bezoeker wellicht hebt (hoe is de verhouding met zijn architectuur?) niet helemaal in.
Afbeelding bovenaan artikel:
Le Corbusier, ongeveer 1937 door André Rogi © DR, Photo © Centre Pompidou, MNAM-CCI, Dist. RMN-Grand Palais. ©FLC/Pictoright, 2017.
Kleine afbeelding onderaan:
Le Corbusier, Personnages assis (Zittende figuren), 1937, gouache en papiercollage op karton, linksonder gesigneerd en gedateerd Le Corbusier 37. ©FLC/Pictoright, 2017.