Het evangelie volgens Hancock
Is godsdienst saai, oubollig en uit de tijd? Als je het werk van Trenton Doyle Hancock gezien hebt, zul je deze vraag ontkennend beantwoorden. Wat stijl betreft past Hancock in de lijn die Museum Boijmans Van Beuningen ingeslagen heeft met eerdere tentoonstellingen van tekenaars Paul Noble en Robert Crumb, beiden kunstenaars die werken vanuit een eigen mythologie en een sterke fantasie. Wat inhoud betreft is het werk dat nu tentoongesteld is een visueel spektakel, waarin de kunstenaar een strijd tussen goed en kwaad beschrijft. Hierbij haalt hij inspiratie uit computergames, strips en speelgoed, wat in de verschillende schilderijen en collages goed zichtbaar is.
Give ‘em an inch and they’ll take a foot, 2006, gemengde technieken op doek, Collectie Randy Shull & Hedy Fisher, Asheville |
Trenton Doyle Hancock is een relatief onbekende naam in de Europese kunstwereld, mede doordat hij nu zijn eerste solo-expositie in Europa heeft. In Amerika exposeert hij echter al wat langer, vooral in Texas, waar hij woont en in 2000 zijn opleiding voltooide, maar ook in het New Yorkse galeriewezen. Zijn doorbraak beleefde Hancock in 2002 met de deelname aan de Biënnale van het Whitney Museum of American Art in New York. Museum Boijmans Van Beuningen heeft, om Hancock in Nederland te introduceren, een gedeelte van de eerste tentoonstellingszaal speciaal ingericht. Een tafel ligt bezaaid met boeken over de kunstenaar en op een televisie is een interview met hem te zien. Hancock, voor mij verrassend een Afro-Amerikaan, vertelt hierin over zijn achtergrond en zijn streng christelijke opvoeding. Deze heeft de basis gelegd voor zijn latere kunst, legt hij uit. Als reactie op het gehamer op de christelijke boodschap als enige waarheid is Hancock gaan zoeken naar andere waarheden. Uit deze verschillende waarheden heeft hij stukken genomen en deze tot zijn nieuwe hybride waarheid getransformeerd.
The third to the last great Hurah, 2005, gemengde technieken op doek, Collectie Gregory R. Miller, New York |
Deze nieuwe religie vormt de basis van Hancocks kunst. Het verhaal waar deze tentoonstelling aan gewijd is, begint met de introductie van Sesom. Deze wil als een alternatieve Mozes (is het toeval dat zijn naam Moses achterstevoren is?) de zogenaamde Vegans uit de Onderwereld laten ontsnappen. Middels zijn over het algemeen vrij cryptische schilderijen en teksten vertelt Hancock het verhaal van Sesom en zijn strijd tegen het kwaad. Een belangrijke episode wordt weergegeven in het grote doek Sesom’s Dream, een enorme uitbarsting van kleur die het ‘ontwaken’ van Sesom, zelf een Vegan, uitbeeldt. Kleur blijk hét middel om uit de Onderwereld te ontsnappen. Hierna ronselt Sesom acht volgelingen die hem bijstaan in zijn strijd. Deze discipelen worden ieder met een portret geëerd. Hun namen als Shy Jerry, Baby Curt en F-Shine lijken voor mij haast rechtstreeks uit de Amerikaanse hiphopcultuur te komen. Samen hebben ze als missie tweeënhalve Vegan per dag te bekeren, maar ze blijven steken op een kwart per week, zo blijkt uit de geschilderde teksten op de muur. Daarom vinden ze de ‘Miracle Machines’ uit. Deze wonderbaarlijke apparaten zijn in meerdere tekeningen en schilderijen afgebeeld en lijken meer op kadavers dan op machines. Een stroom van roze bloed, waarmee de Miracle Machines worden gestookt, verbindt de laatste zalen visueel en conceptueel. Ze leidt naar de Blestian Room, de plaats waar Sesom volgens het verhaal verraden wordt. Deze plaats wordt weergegeven in een kleurrijk doek met dezelfde naam. In dit doek is te zien hoe het kwade, weergegeven in zwart en wit, bekeerd wordt door kleur. Met collage en stripachtige tekeningen schept Hancock een spectaculair beeld van deze bekering.
De Waarheid
In the Blestian Room, 2006, gemengde technieken op doek, Collectie Strauss Family, New York |
Hancock betoogt in zijn inleidende video dat hij uit de vele waarheden die hij onderzocht heeft een nieuwe, hybride waarheid heeft geconstrueerd. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het gedeelte van zijn nieuwe religie dat in deze tentoonstelling verteld wordt, nauw samenhangt met de bijbel zoals wij die kennen. De vergelijking Mozes / Sesom is alleen tekstueel al duidelijk, maar ook in het verhaal van Sesom zitten veel parallellen met het leven van Mozes. Daarnaast zijn verraad en natuurlijk de wonderen die de hoofdfiguur verricht belangrijke thema’s, net als in de bijbel. Waar de bijbel soms als saai, oubollig of uit de tijd gezien wordt, is Hancocks evangelie dat zeker niet. De vorm van de tentoonstelling, waarin tekst en beeld afwisselend worden gepresenteerd, maakt het een interessante zoektocht naar wat Hancock wil vertellen. De wijze waarop de teksten op de muren geschilderd zijn dragen daaraan bij. Ze zijn niet hapklaar gepresenteerd, zodat je er moeite voor moet doen ze te begrijpen. Als je het eenmaal door hebt, ga je toch met een tevreden gevoel huiswaarts.