Aanzet tot mondigheid
.
Maar weet Standpunten zich te onderscheiden van alle andere pogingen het museum te actualiseren? In ieder geval breekt de tentoonstelling met een belangrijk kenmerk van traditioneel museumbeleid: niet langer wordt de collectie geordend op tijdsperiode of stijl, maar dient een thematische indeling als leidraad. Zeven thema’s in evenzoveel zalen tonen geen kunstgeschiedenis, maar de collectie zoals die vandaag relevant zou zijn. Nu is zo’n thematische opzet niets nieuws, maar in Standpunten worden de werken écht uit de geschiedenis getild. Daarom ook is er voor gekozen alle titelbordjes weg te laten; zodat bezoekers buiten een bescheiden bundel zaaltekstjes alleen nog de beelden als houvast hebben, en zo zelf moeten gaan nadenken over wat er te zien is. Zonder kennis van de kunstgeschiedenis wordt je hierdoor wel in het diepe gegooid, maar dat is dan ook de opzet van de tentoonstelling.
Pannen en keukenkastjes
Curator moderne kunst Meta Knol nodigde bovendien nog eens zeven hedendaagse Nederlandse kunstenaars uit een muurschildering te maken. Elk kreeg een ruimte en daarmee een thema met voorgeselecteerde collectiestukken toegewezen. Aan de zeven kunstenaars werd gevraagd hier vanuit hun eigen werk op te reageren. De collectiestukken die voor deze beschilderde of beplakte muren worden getoond zijn voornamelijk plat, waarbij ze soms netjes recht, soms kriskras aan de wanden hangen. De ruimtes krijgen hierdoor een eigen karakter; fel en uitbundig, of juist subtiel, waardoor het verschil tussen de zalen sterk neergezet wordt.
Charley Toorop, Boeren (1930) |
Zo ontfermde Gerard Polhuis zich over het thema ‘vrijheid’ waarbij hij met muurvullende zwarte en witte druipers uiteenlopende werken als de zero-kunst van Henk Peeters en een stilleven van Charley Toorop tot één geheel smeedt. ‘Realisme’, dat in de keuze van de werken vooral neerkomt op sociaalrealisme, bewoog Aam Solleveld er juist toe een keukenblok op z’n kop aan de bovenkant van de ruimte af te beelden in de voor haar typische lijntekeningen uit zwart en rood plakband. Dagelijkse taferelen, zoals in het schilderij Boeren – wederom van Toorop – sluiten zo aan bij de alledaagsheid van pannen en keukenkastjes in Sollevelds hoog geplakte interieur.
Willehad Eilers, gevraagd naar aanleiding van zijn nominatie voor de Volkskrant Beeldende Kunstprijs 2007, maakte een uitbundige schildering met het thema ‘politiek’ in zijn achterhoofd. Een thema dat hij zelf overigens niet zo snel in zijn werk zou kiezen. ‘Je kunt naar álles wel politiek kijken,’ aldus Eilers. Het is een wild gewoel van kleurige beestjes geworden; paardachtige stripfiguren en aan ballonnen hangende vlindermessen. Ergens doet de wirwar denken aan Picasso’s Guernica, maar nu in een kenmerkende street art-stijl. De schildering dient als achtergrond voor werken die uitleenlopen van Marlene Dumas tot Pyke Koch. Ook zijn er historische relikwieën uitgestald, zoals een granaatscherf die tijdens de Tweede Wereldoorlog de hal van het museum in vloog. Niks wordt echter gepresenteerd als ‘van toen’, maar juist als iets dat nu bestaat.
Vrijblijvend
De breuk met de kunsthistorische presentatiewijze klinkt bekend in de oren. Het is namelijk ook het stokpaardje van Vleeshaldirecteur Rutger Wolfson, die onlangs zijn visie op museumbeleid in essayvorm naar buiten bracht. Hoewel ze wat dat betreft aan dezelfde kant staan, benadrukt Knol dat zij, anders dan Wolfson, het kunstmuseum zelf nog wél wil behouden. Ook Stedelijk Museum-directeur Gijs van Tuyl verweet Wolfson begin dit jaar nog musea helemaal niet meer als plaatsen voor kunst te willen definiëren, terwijl het juist de uitdaging is om het instituut met kunstwerken en al verder te ontwikkelen. De totale vrijblijvendheid die Wolfson voorstelt zou de bestaande musea alleen doen oplossen.
Marlene Dumas, Man Kind (2006) |
Dat neemt niet weg dat er ook volgens Knol echt iets moet veranderen aan de manier waarop musea hun collecties tonen. Eind 2006 schreef ze met nog twee vakgenoten de programmatische tekst ‘Naar een mondig museum’ op de opiniepagina van NRC Handelsblad. Hierin wordt gepleit voor een opwaardering van de positie van het museum. Met een gevoel voor actualiteit en een nieuwe manier van presenteren kan namelijk juist het museum zelf prikkelend en speels de discussie over artistiek engagement uitlokken.
Actueel?
Standpunten kan gezien worden als neerslag van dit ambitieuze pamflet. Maar maakt deze tentoonstelling het museum dan echt mondiger? Het lijkt er namelijk op dat mondigheid vooral samenhangt met het inspelen op de actualiteit. Het loslaten van de kunsthistorische benadering staat evenwel niet automatisch garant voor een actuele manier van presenteren – daarvoor is meer nodig. In Standpunten zijn het vooral de thema’s die direct op de tegenwoordige maatschappij zouden moeten aansluiten.
Jan Henderikse, Cut Rite(1966) |
Juist hier snijdt het Centraal Museum zichzelf in de vingers. De zeven onderwerpen die zijn gekozen voor de tentoonstelling, zijn namelijk helemaal niet actueel, maar universeel – van alle tijden dus. Vrijheid, politiek, realisme, massacultuur en onderbewustzijn zijn daarnaast ook nog eens precies de typeringen van belangrijke kunststromingen in de twintigste eeuw. Het zijn woorden die altijd opduiken rondom de avant-garde en het ingetogen rappel à l’ordre van de jaren ’20, maar ook bij dada, pop-art en het surrealisme. Wat dat betreft sluimert een kunsthistorische benadering evenzogoed nog door deze presentatie, zij het nu niet in de vorm van jaartallen of stijlperiodes. Alleen de thema’s ‘elite’ en ‘melancholie’ zijn minder duidelijk met moderne kunstgeschiedenis verbonden, maar nog altijd te algemeen om de actualiteit het museum in te slepen.
Visie
Met haar zoektocht naar een nieuwe manier van omgaan met de eigen collectie weet het Centraal Museum ten opzichte van collega-instellingen een eigen visie te presenteren; misschien wel de ontbrekende visie die haar al enige tijd werd verweten. Door het eclectische gebruik van de collectie zijn naast topstukken ook kunstwerken te zien die anders in het depot waren blijven liggen, en dit leidt vooral in samenwerking met de muurschilderingen vaak tot spannende zalen. Hoewel uit deze specifieke presentatiekeuze een visie spreekt, toont het ook dat deze visie nog in de kinderschoenen staat. Standpunten heeft niet de actuele binding die wel gezocht wordt. Het is hooguit de hele opzet die typisch iets van tegenwoordig is, maar dat heeft meer te maken met trends in museumbeleid dan met werkelijke maatschappelijke actualiteit. Maar goed, dit kan in volgende presentaties verder worden uitgewerkt en ook dat hoort bij museumbeleid: zelf actief willen leren van je eigen presentatiepraktijk. Het Centraal Museum is in ieder geval goed op weg, misschien zelfs naar een mondig museum.