Neo-hippies leven als nomaden in Rusland
Pavel Prokopchik, winnaar van de Zilveren Camera en daarmee van de belangrijkste prijs van fotografie in Nederland, volgde twee jaar lang een groep jonge, Russische nomaden. Daar rolde een interessante fotoserie uit, die tot en met 21 maart te zien is in FOAM.
Occupy is er niets bij. Als aanklacht tegen het kapitalisme en materialisme leiden opstandige Russen een rondtrekkend bestaan: ze slapen in tentenkampen, verlaten schuren en vervallen kamers of simpelweg op de grond in het bos. Ze leven buiten de samenleving, hebben soms niet eens een paspoort en zelden een baan. Overlevend door wat de natuur hen geeft, soms met behulp van de opbrengsten van een bescheiden wietteelt.
Absurdisme en rebellie
‘Dit zijn toch gewoon hippies,’ becommentarieert een oudere bezoeker van de tentoonstelling. Maar nee, hoewel de batikstoffen, harembroeken en didgeridoos anders doen vermoeden, zijn dit geen hippies. Deze jonge nomaden leven zonder bezittingen, zoekend naar een manier om te ontsnappen aan de Russische staat.
Pavel Prokopchik (1982) groeide zelf op in Letland, destijds nog deel van de Sovjet-Unie. Sinds 2001 woont hij in Nederland en studeerde hier fotografie aan het KABK (2009), maar zijn geboorteland blijft een terugkerend thema in zijn fotografie. Het bijzondere leven van etnische minderheden, (passief) rebelse Russen en de soms absurde samenleving zijn steeds terugkerende onderwerpen.
Zo volgde hij voor zijn prijswinnende documentaire serie Apashka een sjamaan, die vele volgelingen naar haar afgelegen boerderij weet te trekken en ze vervolgens overhaalt deel te nemen in bloederige rituelen. Prokopchik combineert voor dit project foto en film. Voor Theatre of the absurd brengt hij stukjes van het alledaagse Russische leven in beeld. De foto’s zijn vaak sober, wars van sentiment of sensatie.
Intiem en dromerig
Prokopchik reisde voor The Tribe mee met de groep van de jonge Lama. Door het volledige vertrouwen dat deze zwervende mensen in de fotograaf schonken, kon hij foto’s maken van intieme momenten, zoals van een jong stel dat ineengestrengeld slaapt op de grond. Een andere foto toont hetzelfde stel terwijl ze poedelnaakt koken op een houtvuur.
Het verzet van deze nomaden is niet agressief en bijna onzichtbaar. Hun niet-westerse en antikapitalistische leven, zonder status, bezittingen of comfort is een stil protest. Pavel Prokopchik wil laten zien dat deze mensen hun eenvoudige bestaan omarmen. Ze maken er het beste van, dartelend in de rivier, tokkelend op een gitaar. In een van de video’s zien we twee jonge mannen ‘Don’t worry, be happy’ zingen.
De fotograaf lijkt ook gefascineerd door de harmonie van het tribale leven. De foto’s hebben iets dromerigs, mede door de onschuld die deze mensen uitstralen. De zachte kleuren en Prokopchiks kundige gebruik van sfeerbepalend licht versterken dit effect. Dit is bijvoorbeeld te zien in een foto van een tentenkamp in het bos. Gebroken zonnestralen geven het kamp van praktische koepeltentjes en boeddhistische gebedsvlaggetjes een warme gloed.
Utopische droom
The Tribe biedt een uniek kijkje in het leven van deze groep vrijdenkers. De foto’s vormen samen een document, een verhaal. Een foto valt echter uit de toon en vergt uitleg, die de bezoeker niet krijgt. Een sportief gekleed meisje op Allstars rommelt tussen duizenden vergeelde paparassen in een vervallen kamer. Wat doet ze daar? Wat wil de fotograaf duidelijk maken?
De foto’s hadden op een groter formaat nog meer effect gehad. Maar wat geeft het. De bezoeker laat zich meesleuren in een utopische droom en raakt vertederd door de naïviteit van deze nomaden. Ze verlangen zo naar een leven van vóór het communisme en het kapitalisme. Maar aan het moderne Rusland kunnen deze idealisten nooit echt ontsnappen.