Op zoek naar de waarheid
Het Groninger Museum staat bekend om z’n enigszins populistische tentoonstellingen (inclusief frisse hippe kleurtjes). De opzet van de nieuwe tentoonstelling Nocturnal Emissions is simpel: nodig negen jonge hippe internationale kunstenaars uit die op het moment erg ‘hot’ zijn, geef het geheel een pakkende titel, dim de lichtjes en klaar is kees. Of de waarheid echt zo simpel is, moet nog maar blijken.
De deelnemers aan je voorgesteld:
Mark Titchner
Je wordt begroet door een soort moderne versie van de tien geboden in een schreeuwende reclame vorm. Daarna zie je vaandels rond een sculptuur. Na langdurige studie blijkt het een soort schreeuwaltaar te zijn. Het werk van Pitcher pretendeert een religieus thema te hebben, maar de zeggingskracht ontbreekt.
Mark Titchner, Be angry but don’t stop breathing, 2003, Mixed media installation, Vilma Gold, Londen |
Avaf
De Braziliaanse kunstenaar Assume vivid Astro Focus (kortweg Avaf) woont en werkt in New York. Zijn werk is als het ware een gigantische collage (op wand, vloer en plafond) van fragmenten van wandtapijten, graffiti-tekeningen, boeddhistische prenten en vele andere motieven. Het geheel is overdonderend, sexy maar ook pretentieloos. De gebruikte beeldtaal is niet alleen persoonsgebonden maar ook een goede weerspiegeling van de beeldcultuur om ons heen.
Maarten Baas
Deze Nederlands/Duitse kunstenaar is afgestudeerd aan de Design Academy in Eindhoven. Hij is vooral bekend geworden met zijn afstudeerproject Smoke, waarbij hij tweedehands meubels in brand stak en afwerkte met een epoxylaag, zodat hergebruik mogelijk werd. Voor Nocturnal Emissions bewerkte hij enkele stukken uit de eigen collectie van het Groninger Museum. Baas’ werk heeft een vrij subtiele conceptuele ondertoon, maar het riekt toch wel erg naar een trucje. Het zal mij dan ook erg benieuwen wat hij verder nog in petto heeft.
Ronan en Erwan Bouroullec
Deze twee Franse broers maken vrij minimalistische werken, maar wel met een kleine ’touch of nature’. De gepresenteerde werken zijn zogenaamde ’totaal-meubels’: een geheel van kast, tafel, lamp en wandafscheiding.
Ronan en Erwan Bouroullec, Assemblage #4, 2004, Galerie Kreo, Parijs |
Steven Gontarski
Is degene met het grootste aantal werken op de expositie: twee superslanke supergladde beelden gemaakt van glasvezel en geïnspireerd door klassieke voorbeelden en een aantal tekeningen vanuit hetzelfde thema. De beelden zijn licht vervreemdend en een tikje surrealistisch (overgoten met een beetje mystiek en wat erotiek).
Anthony Goicolea
Maakt geënsceneerde foto’s (vaak vrij expliciet) waarin hij zelf figureert. In dit geval confronteert hij ons met een leger van puberjongens (klonen van zichzelf) die de meest vreemde handelingen verrichten (het speelt zich af rond de kindertijd en vroege puberteit).
Brian Griffiths
Maakt gigantische sculpturen uit afval en spullen die hij opdoekt bij tweedehands-zaken. Zijn voorwerpen komen uit de directe werkelijkheid, maar hebben toch een verbondenheid met de fantasiewereld.
Brian Griffiths, Boneshaker, 2003, mixed media, Saatchi Gallery Londen |
Lars Nilson
Presenteert een video-installatie die zich voordoet als een bewegend schilderij. Vele groepen mensen in een klassieke setting verrichten allerlei handelingen. Zo wordt de blik van de kijker van de ene naar de andere kant van het schilderij gestuurd.
Francesco Vezzoli
Maakt vaak werken die terugkoppelen naar de cinematografie. In het werk dat hij presenteert in het Groninger Museum speelt hij een scène na uit een film, met als verschil dat hij niet praat. Ondanks die beperking weet hij toch een telefoongesprek te simuleren.
Behalve dat de kunstenaars relatief ‘jong’ zijn (de jongste deelnemer is 26, de oudste 48) lijken er vrij weinig inhoudelijke verbanden te zijn. Daarbij zijn sommige werken niet goed te bezichtigen omdat de hele tentoonstelling baadt in schaduwen: met gedimde lampen krijg je bijvoorbeeld amper een goede indruk van het werk van Maarten Baas. Daarbij is een goede impressie van het werk van een bepaalde kunstenaar onmogelijk doordat er maar één werk (of één type werk) per kunstenaar is te zien.
Wat wil het Groninger Museum dan eigenlijk met deze tentoonstelling? Is het een weergave van de kunsten anno nu? Waarom dan een overkoepelend thema? Waarom durft het Groninger museum niet achter zijn beleid te staan en zeggen: “Dit zijn volgens ons belangrijke hedendaagse kunstenaars en daarom laten wij ze zien.” Het Groninger Museum heeft de rare neiging om aan elke tentoonstelling toch persé een ‘catchy’ thema te geven. Soms werkt dit, maar in dit geval slaat het de plank behoorlijk mis.
Het lijkt erop dat de conservatoren hun aanvankelijke doelstellingen verkeerd interpreteren. Willen ze nou echt een ‘nachtelijke uitspatting’ tentoonstellen of eigenlijk liever het werk van negen jonge internationale kunstenaars tonen? Als het laatste de oorspronkelijke insteek achter de tentoonstelling was, dan kun je je afvragen waarom er überhaupt een thema is gekozen en waarom de keuze is gevallen op ‘Nachtelijke uitspattingen’, zeker aangezien de werken van de kunstenaars amper op dat thema betrekking hebben. Over het algemeen zijn de werken vrij ingetogen en dus niet erg uitgesproken (op het werk van Avaf na). Toegegeven, het werk Bedwetters van Anthony Goicolea beeldt het thema erg goed uit en doet het bovendien prachtig op de covers van folders en ander publiciteitsmateriaal, maar dat lijkt dan ook wel de enige ingang te zijn naar een thema dat eerlijk gezegd nergens op lijkt te slaan.