De Nieuwe Kerk wordt Modetempel
Het Rijksmuseum in Amsterdam is in verbouwing en blijft dat ook nog even. Pas in 2009 zullen de deuren van het geheel ‘verbouwde, vernieuwde en gerenoveerde’ museum weer open gaan. Om de omvangrijke collectie in de tussentijd toch te kunnen blijven tonen, is het Rijksmuseum verschillende samenwerkingen aangegaan. Zo was er in het Drents Museum in Assen de tentoonstelling Het Rijkmuseum aan de Brink te zien. Met De Nieuwe Kerk in Amsterdam werkt het Rijksmuseum ook samen. De twee instellingen maken in 2006 en 2007 twee grote tentoonstellingen met werken uit de collectie van het museum rond het thema ‘Nederlandse identiteit’. De expositie Fashion DNA is de eerste in dit tweeluik.
Handschoenen, geitenleer, zoetwaterparels, gouddraad, zilverdraad, zijde, ca. 1625. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
|
Fashion DNA is een tentoonstelling rond identiteit, het lichaam en de rol die mode daarbij speelt. De tentoonstelling is opgedeeld in verschillende thema’s, zoals ‘uitbreiding’, ‘vervorming’, maar ook sociale gebeurtenissen waarin mode een essentieel onderdeel vormt, zoals het huwelijk. Al deze onderwerpen worden in beeld gebracht door kledingstukken uit de kostuumcollectie van het Rijksmuseum te tonen naast hedendaagse kleding. De inrichting, waar de Italiaanse architect Italo Rota voor tekende, is spectaculair. Rota is onder andere bekend van de verbouwing van Musée d’Orsay waarbij hij nauw betrokken was. Opvallend in de presentatie zijn de houten boxen waarin de kleding hangt; het lijken een soort barbiedozen, met een doorzichtige voorkant van plastic waar je doorheen kunt kijken. Daarnaast vallen de vele videoschermen op, waarop de thema’s van de tentoonstelling worden verbeeld door een compilatie van videofragmenten.
Corset anno 2005
Er is gekozen voor een verfrissende manier om de historische collectie van het Rijksmuseum te presenteren. Oude stukken hangen naast nieuwe ontwerpen, waardoor er een interessante dialoog ontstaat. Zo worden corsetten tegenwoordig niet meer gedragen om het lichaam te vervormen, maar worden ze als bovenkleding gedragen. Het corset is niet meer ouderwets, maar juist hip. Net zoals de verleidelijke enkel in de 19e eeuw juist bedekt werd door een laarsje, om extra aantrekkelijk te zijn. Het staat in schril contrast met een meer hedendaagse visie dat verleidelijke delen van het lichaam, zoals het decolleté, juist getoond moeten worden. Er wordt in deze expositie leuk gespeeld met deze twee inzichten. Behalve in de rol van de cultuurhistorische dialoog, zijn er ook oude ontwerpen die hedendaagse modevormgevers inspireren.
Korset samengesteld uit vier dubbele banden versierd met blad- en bloemslinger in groen en lila. Nederland, 1905. Collectie Rijksmuseum Amsterdam |
Crinolines, kooiachtige onderrokken die de rokken bol lieten staan, uit de collectie van het Rijksmuseum hangen naast een kort model crinoline van La Perla, een bekend lingeriemerk. Deze lingerie vindt haar inspiratie in de 19e eeuw en actualiseert daardoor de gedachte achter dit oude ontwerp. Maar in plaats van een manier om de heupen groter te laten lijken of de vrouw te ‘kooien’, benadrukt het moderne ontwerp juist de eigen vormen van het lichaam door het in de modeshow over andere lingerie heen te laten dragen. Juist hier wordt, erg goed vormgegeven, een interessant aspect van mode getoond; de manier waarop ze citeert.
Naast thema’s worden ook een aantal rituelen verbeeld in de tentoonstelling. Kleding vormt een uitdrukking van rouw, of vreugde, zoals bij een geboorte; mooie bruidsjurken, vertederende kleine kleertjes, of een doodshemd dat door de toekomstige draagster geborduurd is en veel indruk maakt. Een mooi uitgewerkt thema is ‘de dood’. Op grafzerken die door de gehele Nieuwe Kerk liggen, is een drietal glazen kisten neergezet. In één daarvan wordt de jas van koning-stadhouder Willem III getoond. Nadat – volgens de overlevering – Willem III van zijn paard gevallen was, moest de mouw van zijn jas opengeknipt worden, zodat de stadhouder gered zou kunnen worden. Tevergeefs: Willem III overleefde het niet, maar zijn jas werd gerepareerd door de opgeknipte mouw met strikjes bijeen te houden. Een leuke manier om in zo’n tentoonstelling een historisch relevant voorwerp te tonen.
Kous, La Perla, 2006. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
|
Waar is de mode?
In de tentoonstelling zijn vooral die onderwerpen die direct verband houden met mode, zoals ‘de doop’ of de ‘verleiding’ interessant. Het zijn belangrijke gebeurtenissen die worden verbeeld in mode. Daarnaast zijn er de functies die mode worden toebedeeld; kleding verfraait, een jurk verleidt. Na deze context rond mode te hebben gecreeërd, neemt de tentoonstelling een andere wending. De ‘modetentoonstelling’ – zoals Bianca du Mortier, conservator kostuum van het Rijksmuseum, Fashion DNA zelf noemt – gaat ineens niet meer over mode. In plaats daarvan staat het naakte lichaam en lichaamsverzorgingin in het middelpunt van de belangstelling. De interessante vraag hoe mode een rol speelt in de manier waarop we ons voelen over ons eigen lichaam, hoe we het willen tonen of juist bedekken, en hoe kleding een rol speelt bij belangrijke gebeurtenissen, lijkt niet meer aan de orde. Er zijn, naast enkele mooie waskommen en haarspelden, vooral verzorgingsproducten te zien. Hier wordt het allemaal wat minder interessant en in dit gedeelte verwordt de tentoonstelling tot een merkenshow. Het historisch element speelt nog wel een rol, maar de link met mode is verdwenen.
Commercie
Mode zal altijd commercieel blijven en dat is ook merkbaar in Fashion DNA. Er worden veel sponsors bedankt die op verschillende manieren aan de tentoonstelling hebben bijgedragen; reclames en merken maken
onderdeel uit van de tentoonstelling. Ook het fashionmagazine, dat in plaats van een catalogus is uitgegeven, wordt niet alleen opgesierd door mooie modefoto’s, maar bevat een groot aantal advertenties. Al deze sponsering heeft ervoor gezorgd dat er zo’n groots opgezette tentoonstelling gemaakt kon worden. Dat is allemaal te prijzen, maar soms lijkt de commercie de overhand te nemen. Het Nederlandse merk Mexx, aangemerkt als ’tentoonstellingssponsor’, heeft in de expositie ruimte gekregen om verschillende kledingstukken uit de nieuwe collectie te tonen. Dit past echter niet altijd bij het thema. Daardoor dient de barbiedoos niet alleen als een vitrine, maar ook als etalage en is het slechts een korte route naar de museumwinkel, waar het kledingstuk aangeschaft kan worden.