Lekker langzaam
.
Kunst is gebaat bij traagheid. In één oogopslag is misschien wel te zien of je iets mooi vindt of niet, maar als je het niet een tweede, derde en het liefst nog veel meer blikken gunt, ga je al snel voorbij aan de potentiële rijkdom van het beeld en van de inhoud. Kunst kan bijna niet anders dan een tijdrovende bezigheid zijn en dat is natuurlijk een handicap in deze in alle opzichten snelle tijd. Gelukkig heeft Marjan Teeuwen, als enig lid van kunstenaarsinitiatief KW14, zich hier niet door laten weerhouden de tentoonstelling De Ontdekking van de Traagheid te organiseren. In het voormalig provinciehuis in ‘s-Hertogenbosch staat het grensgebied tussen fotografie en film centraal.
Aan de basis van de film ligt het experiment van Eadweard Muybridge (1830-1904), waarbij door middel van een rij naast elkaar opgestelde fotocamera’s de beweging van een rennend paard werd vastgelegd. Film wordt dus al sinds zijn oorsprong gebruikt om te registreren wat we met het blote oog niet kunnen waarnemen. De werken in deze tentoonstelling doen dat eigenlijk ook. Bepaalde aspecten van de dagelijkse werkelijkheid blijven ongezien, niet omdat ze te snel gaan, maar juist te langzaam en we de tijd niet nemen.
Oliver Boberg, Still Wald/ Forest (2002), dvd, loop van 30 min, gemonteerd uit 16mm filmmateriaal overgezet op dvd, Courtesy RONMANDOS Gallery |
Er gebeurt niets
Progressive Oblivion (2006), een film van Ine Lamers, en Dusk (2005), een film van Lon Robbé, hebben beide een nauwelijks waarneembaar proces in een weids landschap als onderwerp namelijk een groot oppervlakte kruiend ijs en het invallen van de avond. Ze zijn beide op ‘Muybridgeriaanse’ wijze tot stand gekomen: door de ‘actie’ vast te leggen in een serie snel achter elkaar genomen foto’s. Genuanceerd en geduldig kijken is vereist. Dit geldt ook voor het werk van de Duitse kunstenaar Oliver Boberg. In zijn dertig minuten durende film Wald/Forest (2002) biedt hij de toeschouwer een sprookjesachtig beeld van een bos in mysterieus blauw licht. Alleen een geleidelijk door deze minutieus gebouwde maquette(!) trekkende mistflard vertelt je dat je naar bewegende beelden kijkt. Omdat het niet om een foto gaat, wordt er bij de toeschouwer een bepaald verwachtingpatroon gecreëerd. De spanning bouwt zich op; er kan nog van alles gebeuren. In Lon Robbés Colonna (2006) is dat eigenlijk ook het geval. Ook in deze film is de beweging minimaal, maar dit brengt toch een kentering teweeg. Door de titel én de reusachtigheid waarop het werk op de muur is geprojecteerd, wekt deze video de indruk architectonische beelden te laten zien van een zuilengalerij. De glanzende vloer waarin het beeld wordt gereflecteerd, versterkt de verticaliteit en de monumentaliteit. Het blijkt bij nader inzien echter om een geplooid, wit gordijn te gaan waarop verticale schaduwen geworpen worden door het raamkozijn er achter. Als het gordijn opzij waait en je een glimp van een bloempot buiten ziet, verandert je perspectief volledig.
Marjan Teeuwen, Still Lopende Band (2005), dvd, 22 min |
Alle tijd
In veel van de getoonde werken is er wel duidelijk waarneembare beweging, maar is er nadrukkelijk geen sprake van vooruitgang. Work (1994) van Jeroen Kooijmans is daar wel een heel duidelijk voorbeeld van. Je ziet van bovenaf drie mannen in witte pakken met scheppen in een cirkel staan. Ze scheppen steeds exact tegelijk van een stapel zand links van hen en laten het op de bult rechts van hen weer vallen. Er zijn maar drie bulten met zand, dus wat de een schept, laat de ander weer vallen. Het is een aangenaam ritmisch systeem met geen enkele functie. Lopende Band (2005) van Marjan Teeuwen toont een volledig beeldvullende, kleurige opeenstapeling van dozen, pakken papier, ordners en dichtgeplakte plastic zakken. In het midden zijn twee lopende banden geplaatst die aan de ene kant pakketjes en stapels kranten naar boven vervoeren en aan de andere kant weer afvoeren. Volledig nutteloze actie is het centrum van dit werk. In SB.movi (2006) neemt Eelco Brand je met zijn computergeanimeerde landschappen eindeloos op sleeptouw. Van een krakend sparrenbos, door een open veld en opnieuw het sparrenbos in; het is een wandeling zonder einde. De korte loops en de repeterende bewegingen van deze werken hypnotiseren en verleiden je mee te gaan in het voorspelbare, visuele ritme. Niet alleen de repeterende bewegingen zijn fascinerend. Ook Sur Place (2003) van Job Koelewijn houdt direct de aandacht van de toeschouwer gevangen. Eén blik op de volkomen gladgeschoren man in een nauwsluitend wielrennerspak, in stilstand ballancerend op zijn fiets en je beseft: dit gaat heel lang duren. En inderdaad, meer dan een half uur lang houdt hij zich met minimale bewegingen staande. Hier is wel heel letterlijk de snelheid uitgehaald; een racefiets die nooit wegsprint.
Hans Op de Beeck, Fragments All Together Now… (2005), Video, 6 min 20 sec, loop (levensgrote projectie), Courtesy de kunstenaar en RONMANDOS Gallery |
Menselijk gedrag
Ook voor het nauwkeurig observeren van menselijk gedrag is de film een uitstekend medium. In All together now… (2005), een ruim zes minuten durende video van Hans Op de Beeck, zien we drie maal een rij tafelgenoten die om verschillende redenen bij elkaar gekomen zijn; een verjaardag, een begrafenis en een bruiloft. In slow motion trekken de gasten een voor een aan ons voorbij en achter de handeling, lichaamstaal, mimiek en interactie met tafelgenoten gaan persoonlijke drama’s schuil. Naast vrolijke taferelen als twee dames met slappe lach en een jongetje dat zijn moeder omhelst, vallen vooral de pijnlijke momenten op: een bruid en bruidegom die mistroostig voor zich uit staren, een vrouw die het glas wijn bij haar dronken echtgenoot weghaalt en een man die ongeïnteresseerd wegkijkt als zijn buurvrouw hem iets vertelt. In Paulien Olthetens Slide show (werk in ontwikkeling, 2006) zijn geen acteurs ingezet. De verschillende filmfragmenten en foto’s die ze over de hele wereld van mensen in de publieke ruimtes maakte, zijn in dit werk simpelweg achter elkaar gezet. Uit de gekozen fragmenten blijkt een verwondering over menselijk gedrag en een scherp observatievermogen. We zien een slapende man op een naar rechts gezakt bankje, een stel in het park met de slappe lach over iets dat ze samen aan het lezen zijn en een man die middenin een kaal veld iets opraapt. Prachtig is ook het materiaal dat ze filmde vanaf het perron van een man, keurig in pak, die aan de overkant van het spoor danspasjes oefent bij de bushalte. Met zijn hoofd verscholen achter het dak van de fietsenstalling blijft hij voor ons anoniem waardoor het gevoel van voyeurisme vergroot wordt.
Ode aan het kijken
Ondanks de veelheid aan overwegend videowerken van de ruim vijfentwintig deelnemende kunstenaars is De ontdekking van de Traagheid een bijzonder prettige tentoonstelling. De manier waarop de tentoonstelling is ingericht draagt hieraan bij: voor de meeste werken is een passende, verduisterde kamer aan de overzichtelijke lange gangen van het prachtige voormalig provinciehuis ingericht. De traagheid is niet saai, zoals Marjan Teeuwen even vreesde, rekening houdend met de verwende, met wilde beelden vermaakte toeschouwer, het is juist een verademing. De verstilde en geconcentreerde beelden vormen inderdaad een groot contrast met de beeldcultuur die we gewend zijn. Op televisie en in veel films is doorgaans sprake van extreem veel visueel rumoer. Dit moet uiteraard interessante en grootste gebeurtenissen suggereren, maar vaak is niets minder waar. Juist door de beweging af te remmen en in te zoomen op de alledaagsheid brengt De Ontdekking van de Traagheid de toeschouwer weer terug naar het geconcentreerde observeren en worden de meest interessante geheimen van de werkelijkheid blootgelegd. En als we Frits Gierstbergs tekst in de catalogus moeten geloven is deze prachtige tentoonstelling nog maar het begin: “De omarming van de traagheid zou wel eens een van de meest progressieve bewegingen van onze tijd kunnen zijn.” Ik sluit me daar heel graag volledig bij aan.