Kunst / Expo binnenland

Felgeschilderde superheld zeer welkom

recensie: Daniel Richter

.

Een drieluik van kleine, blauwige doekjes siert bij binnenkomst de wand. Superhelden, één in elk schilderij. Ze spelen luchtgitaar als virtuozen, tegen de achtergrond een verwoeste stad. Het trio gaat volledig in het spel op, de strakke stof van hun tenue gespannen om het lichaam. Geen tijd om zich te bekommeren om de rampen die hen omringen, the show must go on. Daniel Richter (1964) is zo’n superheld. Tegen een achtergrond van globalisering, immigratieproblematiek en kapitalisme schildert hij. Virtuoos en ongehinderd, maar tegelijk ook mét alles om zich heen. GEM, museum voor actuele kunst in Den Haag toont tot maart een overzicht van Richters werk tot nu toe – een retrospectief dat zijn naam eer aan doet.

Richter’s oeuvre beslaat net een decennium. Hoewel hij laat aan een kunstacademie begon had hij niet veel tijd nodig om aan de top van de Duitse schilderkunst te komen. Duidelijk geïnspireerd door de actualiteit weet hij een hectische wereld in geschilderde kaders te vatten. ‘Fuck the police’ prijkt dan in uitgelopen studs op een groezelig leren punkjasje – Lonely Old Slogan (2006) titelde Richter dit schilderij. Het is geen statement, het is pure nostalgie. Simpele maatschappijkritiek heeft hij lang en breed van zich afgeschud, zijn linkse jaren in de Hamburgse kraakbeweging met activistische pamfletten en dito platenhoezen hebben plaatsgemaakt voor een imposant oeuvre van gewaagde schilderijen. Van krantenfoto’s tot stripfiguren, van rijen vluchtelingen tot speelgoed, afval en clowns.

Daniel Richter, Lonely Old Slogan (2006)
Daniel Richter, Lonely Old Slogan (2006)

Van Ensor en Kiefer tot collega Jonathan Meese, dat ook. Richter weet de kunstgeschiedenis in zijn werk een plaats te geven, iets wat dit retrospectief er niet alleen één maakt van zijn eigen werk, maar ook van schilderkunst in het algemeen. De schilderijen barsten van citaten, parodieën en losse verwijzingen naar onderwerpen en stijlen uit een bonte verzameling kunstenaars en maatschappelijke thema’s. Dit alles gelukkig zonder te vergeten dat het hierbij niet ophoudt, dat reflexiviteit en engagement geen doel op zich zijn – iets wat tegenwoordig maar al te vaak wel lijkt te worden aangenomen. Dat is dan ook de verdienste van deze kunstenaar: Richter weet in zijn werk de kunst weer te grijpen, juist door niet te vervallen in zelfreflexieve flauwigheden of semi-geëngageerde frasen. Schilderen, dat is waar Richter zich op toelegt.

Comeback

De tentoonstelling, gecureerd door Gemeentemuseumcurator Doede Hardeman, was reeds eerder te zien in Hamburg. Niet helemaal hetzelfde overigens, het GEM toont enkele nieuwe stukken. Zo stelde Richter kortgeleden een serie sculpturen samen. Opgezette vossen met traditionele Duitse jagershoedjes, inclusief te lange pauwenveer. Hun linkervoorpoot in het gips, de rechterachterpoot verbonden, steunend op een kippenei. Richter gaf de hoedjes speciaal voor de locatie de kleuren van de Victory Boogie Woogie – zijn werk zou in Den Haag toch immers naast dat van Mondriaan in het Gemeentemuseum komen te staan? Helaas bleek het GEM net een adres verderop.

Daniel Richter, (Don't call it a) comeback (1999)
Daniel Richter, (Don’t call it a) comeback (1999)

Ook een nieuwe aankoop, vers van een Londense veiling, pronkt in deze tentoonstelling. Richter maakte rond de eeuwwisseling met zijn werk een beruchte wending. Geen zuiver abstract werk meer, ook figuratie werd een belangrijk element. Met (Don’t call it a) comeback (1999) wist het Haagse museum een sleutelstuk te bemachtigen. Roze, poppige hoofdjes, iets wat lijkt op een stel benen en een kleine flard van mensen in jassen, wachtend in een rij – als een uitgescheurde krantenfoto. Deze elementen doemen op, en spelen zelfs mee met de achtergrond van duistere gaten, onnavolgbare lijntekeningetjes en wilde spatten. Abstracte vormen die ook voor die tijd zijn werken beeldend uitdagend en complex maakten. Zo is Fool on the Hill (1999) een surrealistische en wandvullende compositie van wildfelle vloeibare vormen. Druipers à la Pollock, maar dan uitgevoerd in een graffitistijl waar doorheen een bijna pastelzachte achtergrond ademt.

Straatbeeld

Toch is Richters ommezwaai van abstract naar figuratief niet zo zwart-wit, ook niet in deze tentoonstelling. Het is geen chronologisch overzicht geworden die de tweedeling in Richters werk had kunnen benadrukken. De werken zijn geordend op kleur, vorm en inhoud, abstract en figuratief zij aan zij. Onderlinge wisselwerkingen zijn opgezocht en bijna alle schilderijen worden in ensembles van twee of drie gepresenteerd. Het zet je soms op het verkeerde been. De afzonderlijke werken Pink Flag (2003) en Halli Galli Polly (2004) lijken op het eerste oog een onafscheidbaar tweeluik. Op beide doeken steigeren paarden en vechten er honden voor een verpauperd straatbeeld. De flatgalerijen blijken niet meer dan kleurige rechthoeken en openbaren zo het lijnenspel dat zich tussen het strijdtoneel doorwurmt. Richters composities zijn door hun gelaagdheid vaak ijzersterk en intrigerend. Hij wilde deze twee imposante doeken, zo’n negen vierkante meter elk, per se bij elkaar hebben. De rechter zit in een Duitse collectie, de linker hangt normaal bij een Amerikaan – het is misschien een van de weinige keren dat ze naast elkaar te zien zullen zijn.

Daniel Richter, Captain Jack (2006)
Daniel Richter, Captain Jack (2006)

Wachtkamer

Hier tegenover staart in Captain Jack (2006) een menigte vol afgrijzen naar een mensfiguur in uniform. Rood uitgelopen verf tekent zijn bewapend silhouet, een strak opgetrokken betoncomplex rijst boven de menigte uit. Een imposante en felgeschilderde bijeenkomst, opnieuw een stad als decor. Ook bomen en vogels vormen bij Richter terugkerende elementen. En bijna al het figuratieve werk is groot, erg groot. Misschien op sommige plaatsen zelfs té groot voor de ruimtes van het GEM. Richter weet met deze omvang de grootse zaal te degraderen tot een kleine wachtkamer. Gelukkig wordt deze overdaad goed gemaakt door het feit dat het een retrospectief is: volledigheid dient als uitgangspunt, en daar schort het hier allerminst aan.

Het is de eerste keer dat een grote tentoonstelling van Richters werk in ons land te zien is en het GEM pakt de kennismaking goed aan. Van zijn eerste schilderijen uit 1995 tot aan werk waarvan de verf soms nog maar net droog is. Als afsluiter zijn kleine schetsen opgenomen, samen met enkele grafiekwerken en een documentaire over zijn werk. Een prachtige catalogus als gouden kroon op de tentoonstelling: het GEM brengt Richter in Nederland en hij is van harte welkom.