Grafische ontdekking in De Hallen
Elk kind heeft het wel eens gedaan: al kijkend naar de lucht vormen zoeken in de wolken. Wie blijft kijken, blijft ontdekken. Met het gevarieerde werk van Daan van Golden biedt museum De Hallen de gelegenheid tot zo’n ontdekkingstocht.
Gevestigd in de voormalige vleeshal in het hart van de stad, toont museum De Hallen in Haarlem deze winter een overzichtstentoonstelling van een drietal kunstenaars: Marijn van Kreij, Annesas Appel en Daan van Golden. De kunstenaars delen een liefde voor grafische patronen, waarbij het museum laat zien op welke manier de kunst van de jongere generatie aansluit op het werk van Daan van Golden (1936).
Variatie of eenheid?
Het werk van Van Golden, onlangs nog winnaar van de oeuvreprijs van het Mondriaan Fonds, is veelzijdig maar toch duidelijk aan elkaar gerelateerd. Hij verkent behoedzaam en gedetailleerd het beeldmotief met technieken als zeefdruk, lakverf op doek en fotografie. Daarbij verwijst hij naar de ‘hoge’ kunstgeschiedenis, door zich te laten inspireren door verschillende kunstenaars. Zo maakte Van Golden een serie schilderijen waarbij hij details uit bekende werken van Jackson Pollock uitvergroot. Door deze uitvergroting krijgt het werk van Pollock opeens een nieuwe betekenis en krijgt de fantasie van de bezoeker de vrije hand. Er is dan ook van alles in dit werk te zien. De vlek wordt bijvoorbeeld opeens een vos die loert op zijn omgeving.
Een andere bron van inspiratie zijn elementen uit de muziek, zowel pop als klassiek. Zo toont het werk Mozart slechts het silhouet van de componist, maar zijn profiel is zonder twijfel toch te herkennen door de precisie waarmee het is weergegeven. Juist deze detaillering maakt het werk zo krachtig.
Beide werken zijn geheel verschillend. De één toont grote vlekken op een wit doek, waarbij de bezoeker zijn fantasie de vrije loop kan laten. De ander is zo herkenbaar in wat het voorstelt. Herkenbaar door de precisie. Juist deze precisie maakt het toch ook duidelijk dat beide werken van één en dezelfde kunstenaar zijn.
De bezoeker aan het werk
De tentoonstelling toont de kunstenaars op zo’n manier waarbij er voor alle drie eigen ruimte gereserveerd is. Hoewel Daan van Golden als inspirator wordt gezien, is zijn hoeveelheid werk in het museum klein. Toch geeft het wel degelijk een goed beeld van waarom hij als kunstenaar belangrijk is voor zijn jongere collega’s. Ook Marijn van Kreij (1978) verwijst graag naar de beeldende kunst en popcultuur. Zo is er een hele serie tekeningen van Nirvana tijdens de tentoonstelling te bewonderen.
De kunst van Van Golden kenmerkt zich door een obsessieve aandacht voor detail, iets wat vooral bij Annesas Appel (1978) terug te vinden is. Zij brengt op een systematische manier objecten uit haar dagelijkse omgeving in kaart en analyseert ze op hun formele kenmerken. Bij beide kunstenaars vergt het wat tijd en aandacht van de bezoeker om het volledig te begrijpen. Het is dan ook zeker aan te raden rustig de tijd te nemen voor wat De Hallen toont.