Kunst / Expo binnenland

Boris en Barbora

recensie: Vertaalde Werken / Translated Works: Barbara Visser 1990-2006

.

Net als Museum De Paviljoens zelf is de overzichtstentoonstelling Vertaalde Werken / Translated Works: Barbara Visser 1990-2006 prachtig transparant en overzichtelijk. Grote foto’s staan op planken tegen de muren, hier en daar afgewisseld met een televisie op een zuil waarop een videowerk te zien is. Performances en installaties zijn voor deze gelegenheid beperkt tot één fotografisch vastgelegd moment dat met imposante afmetingen als behang tegen de muur is geplakt. Door de open structuur van het museum en de eenduidigheid in media die Barbara Visser op haar werk heeft toegepast, kun je eigenlijk onmogelijk iets over het hoofd zien.

Toch is er, al rondlopend in de tentoonstelling, voortdurend het gevoel dat je beter moet kijken, beter moet nadenken, omdat niets is wat het lijkt. Dit komt niet alleen door Vissers (Haarlem, 1966) reputatie als ‘queen of the fake documentary’ zoals ze zelf in een van haar werken aanhaalt, juist de nadrukkelijke transparante vormgeving in combinatie met de thematiek van het werk maakt je op je hoede.

Detitled, 2000
Detitled, 2000

Reproduceerbaarheid

Naast haar fascinatie voor modernistische architectuur en design is vooral reproduceerbaarheid een belangrijk element in Vissers werk. Deze thema’s komen samen in het werk Detitled (2000), waarvan in de tentoonstelling vijf grote kleurenfoto’s te zien zijn. Omgeven door smetteloos wit, staan heuse designklassiekers er gehavend en toegetakeld bij. Martin Vissers strakke slaapbank lijkt onder handen te zijn genomen door een bovenmaatse kat met wel heel scherpe klauwen en ook op de zwarte relaxstoel van Charles & Ray Eames heeft iemand zijn agressie botgevierd – hij ligt in stukken uiteen. De uitgebreide folder die de tentoonstelling inhoudelijk begeleidt, stelt dat de zetels, nu ze hun functionaliteit verloren hebben, als sculptuur bekeken kunnen worden. Zo lijkt het alsof Barbara Visser door ze los te koppelen van hun zitfunctie, ze tot kunstwerk heeft weten te verheffen, maar tegelijkertijd kan deze vernieling ook gezien worden als een daad van protest of simpelweg als een belediging aan het adres van de ontwerpers. Er is hoe dan ook een volledig nieuw beeld ontstaan. En niet alleen letterlijk, ook het beeld van de stoelen als designicoon is voor altijd veranderd.

Nog een reproductie van een door iemand anders vervaardigd beeld is Boris (1991/2006); een zwart-witportret van een nog jeugdige, in een tennispolo gestoken Boris Becker die recht de camera inkijkt. De foto is wel degelijk door Visser zelf gemaakt, alleen gaat het niet om de echte Boris Becker, maar zijn evenbeeld in was. Het werk is hier meer dan levensgroot, maar in 1991 liet ze deze foto op ansichtkaarten drukken. Ze wees hiermee toen al op de bijna onzichtbare grens tussen realiteit en fictie en snijdt tegelijkertijd ook onderwerpen als identiteit en auteurschap aan: deelde Becker in de hoogtijdagen van zijn tenniscarrière foto’s als deze uit voorzien van een handtekening, Visser doet nu hetzelfde, maar vanuit een andere positie.

Last Lecuture, fotomontage, 2006
Last Lecuture, fotomontage, 2006

Spel
Het ingenieuze spel tussen origineel en kopie, fictie en realiteit, komt tot een hoogtepunt in haar werk Last Lecture (2006-2007). Het werk bestaat nu alleen nog maar uit een fotomontage, waarin een vrouw met halflang, donker haar te zien is. Ze is geplaatst voor een televisiescherm waarop een vrouw is te zien die veel op haar lijkt en die eveneens voor een beeldscherm staat met daarop een een blonde vrouw. Deze opeenstapeling van beelden verwijst uiteindelijk naar drie andere werken. Ten eerste naar Gimines (1995) waarin Barbara Visser als onderdeel van een groepstentoonstelling in Vilnius een gastrol heeft in een Litouwse soapserie. Ze speelt de kunstenares Barbora Visser, die een opening bijwoont van haar tentoonstelling. De opnamen hiervoor werden overigens gemaakt tijdens de daadwerkelijke opening van de groepstentoonstelling. Naar aanleiding hiervan ontstaat Lecture with actress (1997). Tijdens een filosofisch debat over fictie en realiteit, waarvoor Barbara Visser was uitgenodigd te komen praten over Gimines, zit de kunstenares achter een gordijn een blonde actrice via een oortje te soufleren. Hoewel deze actrice dus zelf niets weet over het onderwerp en weinig gelijkenis vertoont met de vrouw die Barbora Visser speelt, accepteert het publiek haar verschijning en haar haperende optreden. De opnames van deze lezing vormen de basis voor Lecture on lecture with actress (2004) waarvan in de tentoonstelling een video-opname te zien is. Een vrouw die al veel meer op Barbara Visser lijkt, vertelt een klein gezelschap in keurig Engels hoe ze haar positie in Lecture with Actress beleefd heeft. Omdat haar voordracht wat houterig en geforceerd klinkt en ze soms niet helemaal lekker uitkomt met het starten van de band, ga je je steeds meer afvragen of je nu misschien alweer met een actrice te maken hebt. En inderdaad, om de echte Barbara Visser te zien, moet je in maart nog een keer naar De Paviljoens komen als ze haar Last lecture gaat geven. Tenminste, als je deze aankondiging nog kunt vertrouwen…

Vertaalde werken

Visser speelt niet alleen met de kennis of vooroordelen waarmee toeschouwers haar werk bekijken, ze reageert in haar werk doorgaans ook op specifieke eigenschappen van de plek waarvoor ze het maakt. Daarom zijn veel van de werken in deze tentoonstelling in samenwerking met de Zwitserse ontwerper Laurenz Brunner vertaald. De zaaltekst aan het begin van de tentoonstelling lijkt ons al te vertellen dat een vertaling nooit zonder risico is en dat het altijd wat kan haperen, zeker als je het aan anderen overlaat. De Nederlandse tekst liet Visser in het Engels vertalen door een internet vertaalmachine, Babel Fish geheten. De uitkomst is eigenlijk bedroevend, maar binnen deze context grappig, vervoegingen van werkwoorden kloppen niet en terwijl sommige woorden gewoon zijn overgeslagen (‘verschijningsvorm’ blijft ‘verschijningsvorm’), wordt Barbara Visser tot Barbara Fishermen omgedoopt. De vormvertaling van de rest van de werken maakt vooral duidelijk hoe sterk en onuitputtelijk haar ideeën zijn en stelt tegelijkertijd de reproduceerbaarheid en identiteit van de werken zelf ter discussie.

Verborgen achter mooie foto’s, heldere beeldtaal en strak ingerichte ruimtes gaat in deze tentoonstelling een wereld van complexe vragen over identiteit, waarheid en beeldverwerking schuil. Het eindigt hier dan ook niet, de tentoonstelling met de bijna onmisbare zaalbegeleiding en de interessante, verrijkende catalogus Barbara Visser is er niet nestelen zich in de vorm van nieuwe beelden en gedachten in mijn hoofd en blijven zich gestaag als een olievlek uitbreiden, tot ver buiten De Paviljoens. Dus dat is wat transparantie kan doen.