Hoogwaardige indie-releases schitteren
Indie is een muziekstroming die veel verschillende muzikale uitingen kent. Het is een beetje ongrijpbaar soms en dat maakt het spannend.In deze eerste editie aandacht voor een langverwacht tweede album en twee nieuwelingen die om aandacht schreeuwen.
Moses Sumney – Grae
In 2017 debuteerde Moses Sumney met zijn geprezen album Aromanticism. Met Grae voegt Sumney meer ongrijpbare elementen toe aan zijn muziek. Zowel qua omvang als qua inhoud is Grae een krachtsinspanning van jewelste. Sumney’s muziek is niet een hokje te proppen, omdat hij een amalgaam van stijlen presenteert waardoor hij nagenoeg ongrijpbaar lijkt. Het album is een ontdekkingstocht dat je hersenen steeds laat zoeken in allerlei uithoeken om de muziek te bevatten. Het vaste element is de falset van Sumney zelf, die fraaie melodielijnen meandert en net zo vaak niet voor de hand liggen als zijn muziek. Toch voelt Grae steeds meer als een warm bad als je het album weer laat spinnen.
Niet alleen de muziek is fraai en vooral heel erg Sumney zelf, maar ook in het artwork van de cover laat deze artiest zichzelf spreken. In fraaie poses maakt Sumney lichamelijk deel uit van de natuur die gefotografeerd wordt. Sumney laat zijn naakte body spreken in de vloeiende lijnen van het beeld. Dit staat model voor de lijnen in de muziek van deze artiest, die vloeiende stijlen lijkt te omarmen en ook te verbinden. Het levert een luisterervaring op die de nodige spanning kent maar ook weet te boeien en broeien.
‘Me In 20 Years’ lijkt bij beluistering een cover te worden van een heel bekend liedje, waar ik ook bij herhaaldelijke beluistering maar niet de vinger achter lijk te krijgen. Na een paar dagen pruttelen en steeds het intro draaien duikt het op uit mijn geheugen in flarden tekst en dat brengt me bij ‘Love’s In Need Of Love To Date’ van Stevie Wonder. De regels, ritme en intonatie passen over de eerste zangregels van de twee liedjes. Maar heel erg is dat niet als je zo’n geweldig indringend album weet te maken. Grae overtuigt het talent van Sumney. Een album om in je armen te sluiten en soms even bij weg te dromen.
Eve Owen – Don’t Let The Ink Dry
De muziek van singer-songwriter Eve Owen is niet goed eenduidig te typeren als we haar vergelijken met andere dames uit de Indie en popmuziek. Bij het beluisteren horen we referenties naar boven komen van bekende artiesten als Tori Amos en Billie Eilish, maar ook de minder algemeen bekende vergelijkingen zijn er in de hoge regionen van haar stem met Eivor.
Het dozijn aan liedjes is allemaal van goede kwaliteit. De zangkwaliteiten van Owen leiden tot een fijne mengeling van de bovengenoemde dames met voldoende eigen stijl. Instrumentaal maakt Owen gebruik van diverse elektronische instrumenten en beats. Hier is de vergelijking met de jonge ster Billie Eilish zeker op zijn plek, al gaat Owen het experiment minder aan en blijft ze makkelijker in het gehoor liggen. Het is niet alleen elektronica waarmee deze dame zich bedient. De elektrische gitaargeluiden in ‘Blue Moon’ doen denken aan PJ Harvey, terwijl op de achtergrond als contrast strijkers te horen zijn.
Van het rauwere ‘Blue Moon’ gaan we met ’29 Daisy Sweetheart’ de gevoelige sferen in, terwijl Owen de hogere regionen van haar stembanden aanspreekt. Alles bij elkaar laat dit album, Don’t Let The Ink Dry, de luisteraar heen en weer slingeren tussen de referenties, terwijl de liedjes van Owen stuk voor stuk op zichzelf staan.
Hilary Woods – Birthmarks
Het album Birthmarks is tot stand gekomen in een hevige periode in haar leven rond de zwangerschap van Hilary Woods. In die periode heeft ze een behoorlijk emotionele strijd met zichzelf geleverd, wat heeft geleid tot deze muziek. Over een periode van twee jaar schreef ze de muziek en tijdens het hoogtepunt van haar zwangerschap heeft ze de opnames gemaakt.
Zowel het artwork als de sfeer van het album ademen pijn en mystiek uit. Soms is de sfeer zelfs griezelig te noemen; is het de angst voor het onbekende die een vrouw ervaart bij een eerste zwangerschap? Gedurende de ruim een half uur dat het album duurt sleept Woods ons mee in de wereld van een zwangere vrouw. Wie de achtergrond van de totstandkoming van het album niet kent, kan echter ook onbevangen luisteren naar de klanken van Birthmarks, al valt dat niet mee als je ook de titel van het album weet. De soms adembenemende reis waarin Woods je mee aan het haar meesleept in haar beleving vraagt wel de juiste stemming.
Het eerste nummer van het album, ‘Tongues of Wild Boar’, klinkt griezelig. Het daaropvolgende ‘Orange Tree’ klinkt als een verlichting, maar wie dat liedje als eerste opzet zal toch ook hier het mysterieuze karakter van de muziek voelen. Dat karakter vormt zeker de boventoon van het album. Probeer maar eens in het donker te luisteren naar ‘Through the Dark, Love’: de siddering van het intro gaat over in vioolgeluiden om vervolgens met de zang van Woods je langzaam wat rust te schenken en te ontspinnen in het mooiste moment van het album.
Birthmarks is een indringende muziekbeleving die niet gemaakt is voor tere zieltjes. Wel voor iedereen die meer wil dan alleen vermaak. En als je bereid bent je mee te laten slepen in niet alledaagse klanken van soms angst, maar vervolgens de strijkers je te laten zalven en je door de piano te laten verleiden.