Film / Films

Ongeloofwaardige nazi-beulen

recensie: Frontière(s)

Xavier Gens’ Frontière(s) (2007), over een jonge bende die te grazen wordt genomen door een stel ex-nazi’s, lift mee op de recente golf Franse horrorfilms, maar weet in tegenstelling tot bepaalde genregenoten niet te overtuigen.

Frankrijk produceert de laatste jaren een ander soort horrorfilm: realistisch, rauw, hard en vooral erg bloederig. Frontière(s) lift mee op deze hype. De film gaat over vijf jonge bendeleden, de zwangere Yasmine, haar broer Sami, Alex, Farid en Tom, die op de vlucht slaan naar Nederland met de buit van een overval. De openingsshots tonen rellen tegen een nieuw extreemrechtse regime, die onderdrukt worden door de politie. Sami moet het ontgelden met een kogel, waarna de bende zich opsplitst in tweetallen. 

Overdaad

~

Tom en Farid besluiten vlakbij de grens te stoppen bij een herberg. De jongens worden hier onthaald met gratis seks en verblijf, maar al snel blijkt dat de herberg gerund wordt door een nazi-familie die snode plannen heeft met hun gasten. Wanneer Alex en Yasmine arriveren, blijkt dat ze in een ware hel terecht zijn gekomen. 

Vanaf dat moment ontketent zich een film à la Hostel en The Texas Chain Saw Massacre. Tobe Hoopers film uit 1974 wordt wel als grondlegger gezien van de ‘gore’ films: daarin werd voor het eerst het naargeestige en zieke treffend realistisch vastgelegd, overigens zonder een overdaad aan moord en doodslag. Frontière(s) lijkt in zijn vorm dan ook meer op Hostel en andere films uit het torture porn-genre, waarbij het geweld dat de slachtoffers wordt aangedaan, centraal staat en in zijn meest expliciete vorm getoond wordt.

Gimmick

~

Helaas overtuigt Frontière(s) niet: de film verspringt in amper 20 minuten van actie en drama naar horror, zonder een goede spanningsopbouw. Interessante thema’s als het politieke klimaat worden verder niet uitgewerkt. Gens toont ons de resterende speelduur vooral martelingen, uitgevoerd door een niet-overtuigende ex-nazi die middels nieuw bloed een super-ras wil creëren. Dit maakt de film, die het toch al niet moet hebben van een goede cast en sterke verhaallijn, eerder lachwekkend dan eng en naargeestig. Ook het gebruik van snelle montages en een schokkerige cameravoering dragen niet bij aan de rauwheid en realiteit die Gens wil tonen: de regisseur wil teveel imponeren, waardoor zijn wijze van filmen meer als een gimmick overkomt.

À l’intérieur, Calvaire en Martyrs, tijd- en taalgenoten van Frontière(s), maakten meer indruk. Deze films tonen eveneens gruwelijkheden en shock-effecten, maar weten de kijker te overrompelen. Langzaamaan wordt toegewerkt naar onoverkomelijk geweld, dat als een mokerslag aankomt. De films laten zien waar de onvoorspelbare menselijke geest toe in staat is en gaan de grenzen van de horror voorbij.

Clichés

Gens zoekt in Frontière(s) die grenzen niet op. Het geweld dat hij laat zien, komt bovendien gekunsteld en voorspelbaar over en is uiteindelijk, net als Hostel, niet meer dan horror-entertainment, inclusief alle clichés binnen het genre. Op de acteerprestaties, vorm en inhoud van de film is echter zoveel aan te merken dat er van entertainment weinig sprake is.Tenzij je niet genoeg kunt krijgen van bastaardbaby’s, nazi-beulen en doorgeknipte achillespezen.