Afstandelijke verfilming van een aangrijpend boek
Het boek De eenzaamheid van de priemgetallen (La Solitudine dei Numeri Primi) heeft weinig baat bij de overstap naar film. Zelden kwam een aangrijpend verhaal zo slecht uit de verf.
Tijdsprongen
Echt verbazingwekkend blijkt dan dat regisseur Saverio Costanzo zijn film niet begint met de skiscène, maar ergens in het midden van het boek. Vervolgens springt hij heen en weer in de tijd. De eenzaamheid van de priemgetallen gaat over Alice en Mattia, twee verschoppelingen die niet goed in de rest van de wereld passen. Het duurt echter lang voordat dat in de film duidelijk wordt, door de tijdsprongen en de veelheid aan acteurs. Zeker voor wie het boek niet gelezen heeft, kan het even duren voordat de rolverdeling duidelijk wordt.
Associatief
In zichzelf gekeerd
Er zijn momenten waarop De eenzaamheid van de priemgetallen wel overtuigt. In een schrijnende scène dwingt een klasgenoot Alice om een snoepje te eten dat ze over de vieze vloer van de gymkleedkamer heeft gewreven. De zielenroerselen van Mattia blijven echter de hele film lang in het ongewisse. Zijn personage is weliswaar briljant op een soort autistische manier, maar dat zou niet hoeven verhinderen dat het publiek met hem meevoelt. De acteurs schieten niet tekort, het is het scenario zelf dat van elke duiding verstoken blijft.