Kopspijkeren voor de vrije meningsuiting
Silvio Berlusconi is een man die kritiek slecht kan velen. Nog onlangs
haalde hij het Nederlandse journaal: hij liep boos weg van een
televisie-interview omdat de in zijn ogen te linkse journaliste hem
onbehoorlijke vragen stelde. Ook de Italiaanse cabaretière Sabina Guzzanti
heeft aan den lijve ondervonden wat het kan betekenen om commentaar op
Berlusconi te leveren. In 2003 maakte ze het satirische programma Raiot voor de Italiaanse omroep RAI-3. Nadat Berlusconi er lucht van kreeg dat zij hem -als Spijkerman-typetje- persifleerde in een sketch, liet hij drie van
zijn bedrijven een miljardenclaim wegens smaad indienen tegen RAI-3. De
omroep besloot de uitspraak niet af te wachten en staakte verdere
uitzending.
Als de rechter de klacht van de drie bedrijven niet ontvankelijk verklaart,
wil Guzzanti dat haar programma alsnog wordt uitgezonden. Nu wordt
uitzending echter tegengehouden door de directie van RAI-3 en de raad van
toezicht van de publieke omroep in Italië. Voor Guzzanti reden om de camera
op te pakken en een documentaire maken over persvrijheid en politieke
machinaties in de top van de publieke omroep van Italië.
Rebellenleider
De documentaire ontleent zijn titel enerzijds aan de in 2004 gekozen linkse
Spaanse premier Zapatero, die na zijn aantreden de banden tussen media en
politiek in Spanje heeft doorgesneden. Iets wat door de linkse partijen in
Italië is nagelaten toen zij daar de kans toe hadden. Nu heeft Berlusconi zeggenschap, en hij aarzelt niet om die te gebruiken. Anderzijds verwijst de titel naar de film Viva Zapata!. Deze Amerikaanse film uit 1952 gaat over de Mexicaanse linkse rebellenleider Zapata, die in
het begin van de vorige eeuw streed tegen het rechtse corrupte regime in zijn land. Ook Guzzanti lijkt zich, als een Michael Moore gewapend met camera en microfoon, op te willen werpen als strijder voor vrijheid van meningsuiting.
Satire?
Aanvankelijk is documentaire een pleidooi voor satire. Guzzanti overvalt
machthebbers en omroepbonzen met haar camera en stelt hen de vraag waarom
haar programma geschrapt wordt. Hun standpunt is dat de cabaretière geen
satire meer bedrijft maar ronduit aan het schofferen en beledigen is. Tevens
is de toezichtscommissie van mening dat Guzzanti haar journalistiek met
amusement verwart en haar programma misbruikt voor het verkondigen van een
politiek standpunt, oftewel: “Clowns moeten geen journalistiek bedrijven”.
Hiertegenover stelt Guzzanti medestanders, die zij wel rustig aan het woord laat, zoals de nobelprijswinnaar en acteur Dario Fo en een engelse cabaratier. Volgens hun is er geen andere satire dan politieke satire en heeft elke open maatschappij humor en relativering nodig. Als Guzzanti ontdekt dat ook de journalisten in Italië niet meer kunnen schrijven wat ze willen, wordt de focus verlegd naar een onderzoek naar persvrijheid in Italië in het algemeen.
Rommelig en vrolijk Italiaans
Guzzanti maakt gebruik van verschillende technieken. Ze belaagt mensen met
haar camera, we zien talking heads en fragmenten van televisieprogramma’s,
waardoor het geheel rommelig aandoet. Tevens onderstreept ze soms haar
betoog met Italiaanse krantenkoppen die haar gelijk moeten
bevestigen. Dit is ridicuul na een fragment van Kopspijkers, of het programma moet wel heel veel Italiaanse publiciteit hebben gekregen. Maar omdat Guzzanti regelmatig haar Berlusconi ten tonele voert, en vanwege onhandig gestuntel van mensen die door Guzzanti worden verrast, kan er vaak gelachen worden. Het gewichtige thema wordt dus op vrolijke Italiaanse wijze uitgewerkt. De documentaire sluit af met beelden van tienduizenden mensen die samenkomen op een plein om een uitzending van Raiot op een videoscherm te kunnen volgen. Zou het dan toch nog goedkomen met de vrijheid van meningsuiting in Italië?